Portret van Pope; en iets, raakende Swift, en Milord Lyttleton.
Toen pope tusschen de veertig en vijftig jaaren oud was, woonde hij bij Lord oxford. De maaker van zijn Portret laat zich dus hooren: Een knegt slaapt in zijne kamer; niet dan met eenige moeite kan deeze hem doen ontwaaken. Pope drinkt koffij, eischt eene pen, schrijft twee fraaie verzen op den omslag van eenen brief, en gaat wederom slaapen.
Zijne oppaster treedt binnen, en trekt hem drie paar kouzen aan; dit belet niet dat zijn been bijkans zoo dun is als zijn rotting. Over een vel, 't welk hij nooit aflegt, trekt men hem een zeer dik linnen hembd aan, voorts een keurslijf, van zeer zwaare baleinen voorzien, 't welk zeer vast wordt gereegen. Zijn lichaam nu eene soort van stevigheid hebbende verkreegen, staat hij op, trekt zijn flanellen borstrok en zijn zwarten rok aan, zet zijne knooppruik op, steekt zijn degentje op zijde, en ziet daar hem zoo fraai opgeschikt, als men van iemant kan verwagten, die alleen zijne handen niet zou kunnen wasschen. Hij gaat uit, bezoekt eenen zijner Vrienden; thans is 't de tijd van ontbijten. Met een woord zoude hij kunnen zeggen, dat hij honger heeft; doch dat eenvoudig zeggen valt niet in zijnen smaak; hij is een doortrapt man; hij heeft eene uitbreiding noodig. ‘Pope,’ zegt johnson, ‘heeft nooit thee gedronken, die hem geene krijgslist heeft gekost.’ Ladij bolingbroke plagt te zeggen, ‘dat pope om kool en raapen den staatsman uithing.’
In zijne kamer terug gekeerd, ontvangt en leest hij eenige brieven, scheurt 'er de witte bladen af, voegt alle deeze ongelijke bladen bij elkander, en schrijft op dit katern veertig of vijftig regels, zoo als zij hem in 't hoofd komen. Heeft hij een dichtstuk voltooid, hij sluit het in zijne sekretaire. Dikmaals zal dit stuk herleezen en verbeterd worden, en niet dan naa verloop van twee jaaren het licht zien.
Aan het middagmaal zoekt men voor hem den hoogsten stoel uit, en nu zit hij bijkans even hoog met de tafel. Hij eet weinig, maar hij is een lekkerbek. Voor 't overige laat men hem om zijne zwakke gezondheid veel vrijheids gebruiken; en indien hij vaak hebbe, gaat hij slaapen, hoewel de Prins van Wales aan tafel zij en over de Letterkunde spreeke.
Men brengt de Journaalen; hij gaat, zegt hij, zich diverteeren; hij leest, laat het oog op een artikel vallen, tegen hem gerigt; zijne houding verandert; de spijt doet zijne trekken inkrimpen, doet zijne oogen wateragtig staan, en de jonge steele zegt bij het uitgaan tot zijnen Vader: ‘de hemel bewaare mij, dat ik mij even als pope zou diverteeren!’ - In den avond gaat hij in het Koffijhuis Button, alwaar eenige geleerde lieden bijeen komen. -