Iets over en iets van de Hertoginne d'Aiguillon.
(Uit de Souvenirs d'un Homme de Cour.)
De Hertoginne d'aiguillon was een voorwerp van hoogagting en verkleefdheid. Zij stak uit door haare bekwaamheden; zij verstondt vier taalen; Mannen van Letteren raadpleegden haar' smaak, deeden voordeel met haar onderrigt, en zagen haar aan als eene bekwaame Leidsvrouwe op den weg der kennisse. Zij deelde onderrigting mede met de grootste en zuiverste bevalligheid, en haar onderhoud met verstanden van den eersten rang was geheel ongedwongen. - Op de avondmaaltijden ten haaren huize verscheenen Mannen van den eersten rang, aanzienlijke Vreemdelingen, en Geleerden. Bij deeze onthaalen zag men niet op rang en aanzien, maar nam alleen de onderscheidene maat van talenten in agt. Bij deezen kring was gemaaktheid, en teönvredenheid over de gebruiken der wereld, buitengeslooten. Het gesprek nam een vrijen loop, en elk vondt gelegenheid om te spreeken en uit te weiden over onderwerpen, waar hij over gedagt hadt en 't gemeenzaamst mede was. Die avondmaaltijden hadden veel van de tafelgefprekken der Zeven Wijzen; gelukkige en treffende slagen hoorde men; nieuwe denkbeelden kwamen ter baane. Hier kwamen menigwerf montesquieu, hénault, bernis, duclos, en andere Heeren van naam. Onder de beschermende schaduw van de oude, werden eenige beginzels der nieuwe Wijsbegeerte ontworpen.
't Was het gevoelen deezer Hertoginne, dat Uitspanning der Jeugd voegde, ten einde gelaat en houding een bevallig voorkomen mogten krijgen, 't geen gebooren wordt uit het genot van onschuldige vermaaken. Zij beweerde, dat geen bedrijf van aanbelang door ons in de jeugd verrigt werd, of hetzelve hadt eenen daadlijken invloed op ons volgend character.
Gezelschap met onze Bloedverwanten te houden, was, haars oordeels, goed; maar onze weezenlijke Vrienden te bezoeken, veel beter: in het eene geval toonen wij agting voor Familiebetrekkingen; in het ander, voor weezenlijke verdiensten.
Een reeks van bezoeken uit enkele pligtpleeging af te leggen, sprak zij, strekte ten betoon, dat men tijd te veel hadt, en diende tot vermaak der lediggangeren.
De verregaande zugt om eene algemeene toejuiching te verkrijgen, strekte, haars inziens, ten blijke van laage vermogens, waarvan men alles zogt te trekken.
De zodanigen, die zich naar de grilligheden en opvattingen van anderen kunnen schikken, hieldt zij voor de grootste meesters in de kunst van behaagen.