Anekdote van Christoffel Kolumbus.
Eenige Spanjaards, op zekeren dag bij christoffel kolumbus ter maaltijd onthaald wordende, zogten den roem diens grooten mans te verkleinen, hem tragtende te bewijzen, dat niets gemakkelijker was, dan zijne gedaane ontdekking van de Nieuwe Waereld. ‘Voor 't tegenwoordige valt zulks niet langer moeijelijk, naadat ik u den weg derwaarts heb geweezen,’ antwoordde kolumbus; ‘doch hoe ligt zulks thans ook moge schijnen, denk ik dat gij in de uitvoering niet beter zoudet slaagen, dan in een deezer eijeren op zijn einde op de tafel te doen staan.’ Naadat hij dit gezegd hadt, schoof men de borden en het tafelkleed ter zijde; en twee der gasten, hunne eijeren op de aangeduide wijze geplaatst hebbende, hielden ze met hunne vingeren vast; en een derde verzekerde, dat 'er geen ander middel was om ze overeind te doen staan. ‘Wij zullen eens zien,’ hernam de Zeeman; thans zagtjes op de tafel hebbende gestooten met de punt van het ei, 't welk hij in zijne hand hieldt, deedt hij het overeind staan.
In No, II. Meng. bl. 86. reg. 12. staat wel daaden, lees weldaaden.