weinige Aanmerkingen te vertaalen. Een klein plaatsje voor dezelve verzoek ik in uw Mengelwerk,’ &c.
Wanneer zich een Volksgerugt verspreidt, behooren wij bedagt te zijn, om den eersten oorsprong van hetzelve op te spooren, indien wij anders opregt en ernstig wenschen, zodanige bewijzen in te winnen, als ons in staat kunnen stellen om een gezond en vast oordeel te vellen, ten aanziene der maate van geloofwaardigheid. Hierdoor zullen wij in staat gesteld worden om het character van den verhaaler te ontdekken en op den rechten prijs te stellen. Hierdoor zullen wij leeren onderscheiden de driften, de vooroordeelen, de inzigten, de geaartheid, de verbintenissen, die zo veel invloeds hebben en zo sterk werken: wij zullen de beweegreden op den rechten prijs kunnen schatten. - Indien een gerugt of tijding uit eigen aart daar heenen strekt, om de bijzondere belangen des vertellers te bevorderen, dan is hij hoogstwaarschijnlijk een bedrieger. Wanneer de verhaalde gebeurtenis met des berigters hoop en wenschen strookt, heeft men grond om te denken, dat hij zich heeft laaten misleiden.
Voor wantrouwen en ongeloof doet 'er zich een blijkbaare grond op, wanneer wij ontdekken, dat de Persoonen, of de Partij, van welke een Volksgerugt uitgaat, een blijkbaar belang hebben, 't geen door de verspreiding kan bevorderd worden. Wanneer, bij voorbeeld, eenig gerugt uitgaat van eene heerschende Partij in eenen Staat, ingerigt om een volkbehaagend voorkomen aan hunne maatregelen bij te zetten, en hun in het gezag te handhaaven, moet omzigtigheid niet van onze zijde wijken. - Indien een gerugt voortkomt van de Partij, tegen de Regeering aangekant, strekkende om de genomene maatregelen haatlijk en veragtlijk te maaken, en als onwaardige Plaatsbekleeders der Volksregeering af te schilderen, te doen vallen, en plaats te maaken voor hunne Tegenpartij, kunnen wij niet nalaaten de omzigtigheid in te roepen. - Twistende Aanhangen in het stuk van den Godsdienst zijn niet zelden vervuld met wederzijdsche bitterheid en haat, de bron van versmaading en veragting. Komen ons verhaalen ter oore,