| |
Leevensberigt van Dr. Sims.
(Uit het Engelsch.)
Om wijze reden is den Mensch een trek ingeschaapen, welke hem aandrijft om bekend te worden met de Leevensgeschiedenis van uitsteekende Characters. De Leevensbeschrijvingen van Staatslieden en Krijgshelden zijn voor ons bijzonder belangrijk, dewijl van hun somtijds het lot van Volken en Staaten afhangt; terwijl de zagte loop der bedrijven van andere menschen slegts eene geringe maate van belangneeming verwekt, uitgenomen in een bijzonderen kring, die het genoegen gesmaakt hebben van der zodanigen belangrijkheid te kennen, of in hunne vriendschap te deelen. 'Er zijn. nogthans, openbaare Stichtingen, die tot een bijzonderen roem strekken van de Landen, waarin zij plaats grijpen; - geen Stichtingen van Vorsten, maar van bijzondere Persoonen, en welker duur afhangt van deezer poogingen tot instandhouding. Wanneer zodanige Stichtingen ingeweeven worden in de Leevensberigten van zulk een Persoon, zijn dezelve bekwaam om de leevendigste deelneeming te verwekken. Tot staaving van deeze laatste aanmerking, kan het Leevensberigt van Dr. sims, 't geen wij hier onzen Leezeren aanbieden, dienen.
Dr. sims werd in 't jaar 1741 gebooren, in het Landschap Down, in het Noorden van Ierland. Zijn Vader was 'er Leeraar onder de Dissenters. Gelijk de zodanigen, die eene bestemming hebben, om vervolgens, in hun leeven, met bijzonderen glans uit te schitteren, niet zelden, in hunnen vroegen leeftijd, op de laagere Schoolen, reeds blijk geeven van 't geen men van hun in rij- | |
| |
per jaaren te wagten heeft, zo was het met den jongen sims gelegen.
Groote vorderingen in de taalen en voorbereidende geleerdheid gemaakt hebbende, werd de Heer sims na Edinburg gezonden, waar hij, geduurende vier jaaren, zich met veel ernsts op de Geneeskunde toelag. Hij stondt daar bekend als bij uitstek vlijtig. Door het afsterven van nabestaanden, hadt hij eenig geld te zijner beschikking. In stede van te Edinburg zich tot Doctor te laaten bevorderen, gelijk hij, met grooten lof voor zichzelven, zou hebben kunnen doen, besloot hij, de Hoogeschool te Leijden te bezoeken, en op dezelve de Lessen van de toen in de Geneeskunde beroemde Hoogleeraaren te hooren. Hier voltrok hij zijne opleiding tot Arts, en werd tot Doctor bevorderd.
Met den jaare 1765 zette hij zich te Dungannon, in het Noorden van Ierland, neder, nabij welke Stad zijn Vader zijne standplaats hadt. Hier stelde hij zijne opgedaane kundigheden, in het vak der Geneeskunde, te werk, en maakte zulk eenen opgang, dat hij welhaast in die Landstreeke de geheele practijk aan zich trok.
Schoon hij steeds in zijne practijk zo veel te doen hadt, dat zes Artsen naderhand onder elkander zulks gaarne deelden, was, naa zijns Vaders overlijden, zijne zugt tot uitbreiding zijner kundigheden zo groot, dat hij Ierland verliet, en na Londen ging, met oogmerk om de Lessen, te dier Stede gegeeven, te hooren. Vreezende dat hij te bekrompene begrippen, ten opzigte van de Geneeskunde, dusverre mogt hebben opgedaan, trok hij verder na Parijs, en deedt eene reis op 't Vasteland, om den kring zijner Geneeskundige Weetenschap wijder en wijder uit te breiden.
Londen is het eigenlijk tooneel in Engeland, om groote talenten en bekwaamheden ten toon te spreiden; maar Dr. sims hadt 'er geen vrienden of bekenden, die hem dienst konden doen; en, schoon in Ierland zo zeer gezogt en bewonderd, was hij te Londen slegts bekend aan eenige weinigen zijner Mededoctoren. En, 't zij met oogmerk om zich bekend te maaken, of haakende, om, bij zijne wederkomst in Engeland, zich te Londen neder te zetten, gaf hij, ten jaare 1778, een Werk uit over de Koortzen, 't welk hem onmiddelijk als een oordeelkundig en ervaaren Arts deedt kennen. Dit zijn Werk
| |
| |
genoot naderhand de eer van in 't Fransch en Hoogduitsch vertaald te worden.
Binnen Londen hadden, ten dien tijde, eenige gezette Vergaderingen van Geneesheeren plaats; doch deeze waren zo slegt ingericht, en werden zo gebrekkig gaande gehouden, dat zij, door oneenigheid der Leden, vervielen.
Thans deedt 'er zich eene gunstige gelegenheid op, om eene Stichting te doen gebooren worden, der Hoofdstad van het Britsche Rijk waardig, en welke een bestendigen bloei beloofde. Maar deeze taak vorderde de onderneeming van eenen in de kragt zijns leevens, met de bedaardheid en invloed van hoogere jaaren, alsmede het verzamelen van de verstrooide Leden der voorige verbrokene inrichtingen in Londen; deeze moesten tot één gebragt, en aan dezelve de heilzaamste en bestendigste wetten gegeeven worden; - dit vorderde, met één woord, een Man, bekleed met die bekwaamheden en dat vermogen, 't geen Dr. sims bezat. Hij was het, die, in den jaare 1773, uit deeze wrakken van Geneeskundige Societeiten, de Geneeskundige Societeit van Londen schiep en inrichtte, voor welke hij eene Redenvoering deedt, die met zeer groote toejuiching aangehoord, en, op ernstig verzoek der Leden, gedrukt werd. Het aantal dier Leden klom welhaast tot meer dan negentig, allen in de Geneeskunde beroemde Mannen. Het oogmerk deezer Societeit strekt enkel ter mededeeling en verspreiding van Geneeskundige Weetenschap. Het was de eerste Societeit in Londen, waarin Eerbelooningen werden aangeboden voor de beste Stukken, daaraan medegedeeld; en de inged ende Schriften der Leden werden van tijd tot tijd uitgegeeven.
Uitdeelingen van Geneesmiddelen, en het voor niet bedienen der Armen in Londen, waren reeds, in de voorgaande Eeuwe, den oorsprong verschuldigd aan het Kon nglijk Collegie van Geneesheeren. Dan de Burgerij van Londen, niet met genoegen ziende, dat de Geneesheeren, behalven dat zij hunnen tijd aan het bezoeken der Zieken besteedden, zelve de kosten der Geneesmiddelen betaalden, maakte, uit eigen beurs, inrichtingen van denzelfden aart als die van het Koninglijk Collegie. De oudste Stichting van dien aart was, naastdenkelijk, de algemeene Uitdeelplaats (Dispensary) in Aldergate Street,
| |
| |
ondersteund door vrijwillige giften en jaarlijksche toelagen. Het ontbrak deezer liefderijke Stichting, in den jaare 1774, aan een Geneesheer. Dr. sims werd met eenpaarige stemmen daartoe verkoozen: dit opende hem een ruim veld, om zijne uitsteekende bedreevenheid in de Geneeskunde ten toon te spreiden.
Het gerugt deezer Inrichting verwekte, door de wijze, op welke dezelve werkte, een algemeen verlangen om dergelijke daar te stellen, waardoor men zo veel goeds kan doen met eene geringe uitgave. Eenige groote en edelmoedige Menschenvrienden hadden des alleen een voorstel te doen, en de oprichting werd ras algemeen: en mogen wij Dr. sims tellen onder de eerste Voorstellers en Stichters van de Westminster general Dispensary, van de Surrey Dispensary, van de Middlesex Dispensary, alsmede die voor de Inenting is opgericht. Stichtingen, die veele andere van gelijken aart tot aanmoedigende voorbeelden gestrekt hebben.
Dr. sims was ook werkzaam in het vormen van het Margate Ziekenhuis, alsmede een allerijverigst voorstander en bevorderaar van de Societeit, bekend onder den naam van de Humane Society, gegrond door de Menschenvrienden Dr. hawes en Dr. lettsom.
De onvermoeide Dr. sims hadt ten dien tijde het groote plan gevormd om Dispensaries door de geheele Stad aan te leggen, alsmede een Centraal Hospitaal. Onderscheide Hoogleeraars moesten 'er verkoozen worden, die in alle de takken van Geneeskunde onderwijs gaven; en misschien koesterde hij de wijdstrekkende hoope, dat de wijsheid der Wetgeevinge dit zou bevestigen, en een Genees- en Heelkundig Collegie daarstellen, 't welk Diplomas in Genees- en Heelkunde verleende; dewijl Londen de beste gelegenheid oplevert om lijken ter ontleeding te krijgen, en den loop van onderscheide Ziekten na te gaan.
Plans, ter bereiking van dit wijdstrekkend oogmerk, werden uitgegeeven, en Inschrijvingen geopend; wanneer Dr. sims vernam, dat het oogmerk der Leden te Londen geen ander was, dan om die Inrichting te ontbinden, van welke hij gezegd mogt worden de Vader te weezen. Door het missen van zijne tegenwoordigheid, was oneensgezindheid bij de Leden ingesloopen, en de bijeenkomsten bestonden uit niets anders dan twisten en schelden: het was zelfs niet zonder leevensgevaar, dat
| |
| |
hij zich aankantte tegen de woelende en luidschreeuwende partij, die ter ontbinding beslooten hadt, en dezelve wilde doorzetten. De Societeit was, in het verloop van dertien jaaren, tot achttien Leden verminderd. In 't einde won de rede veld, de goede orde werd herbooren, en Dr. sims tot Voorzitter benoemd.
In deezer voege mag hij gezegd worden de Geneeskundige Societeit te Londen herschaapen te hebben. Het verder gelukkig slaagen was geëvenredigd aan zijne poogingen. - Dr. lettsom, wiens onderscheide groote en verdienstvolle werkzaamheden, bij deeze en andere gelegenheden betoond, eene dank baare Naakomelingschap, door geen nijd van het schatten der waare verdienste verwijderd, beter zal erkennen, kwam Dr. sims te hulpe, en, bij eene gifte zo groot als edelmoedig, deedt hij der Societeit ten geschenke een vrij Huis in Bolt-Court, 't geen hij kogt en voor altoos ten gebruike gaf.
Door de poogingen deezer twee Voorstanderen van Weetenschap en Vrienden van het Menschdom, kwam 'er welhaast een groote toevloed van nieuwe Leden; en in 't volgend jaar zag het eerste Stuk van de Londensche Geneeskundige Societeit het licht. - In dit Deel vindt men van Dr. sims twee belangrijke Verhandelingen: de eene prijst eene nieuwe behandeling aan tegen de Doofheid, ontstaande uit verhinderingen in de buis van Eustachius; de andere prijst een voldoend middel aan, ter geneezing van de Scharlakenkoorts; naamlijk het Vitrioolzuur: deeze ziekte sleepte 'er duizenden 's jaarlijks weg, en was tot hiertoe niet gelukkig behandeld, door mangel van de inagtneeming dier allerbelangrijkste ontdekking, en door de hardnekkige vooroordeelen der Geneesheeren, om in die kwaal Kina en Wijn toe te dienen. - Het tweede Deel kwam ten jaare 1789 uit. In 't zelve was van Dr. sims hand eene vertaaling van een Grieksch Handschrift, over het in- en uitwendig gebruik van Olie, ter geneezing van de Watervrees; alsmede over de geneezing der Geelzugt, door eene nieuwe wijze van baaden in water, waarin erten gekookt waren. - In het derde Deel, ten jaare 1792 uitgegeeven, was van Dr. sims een stuk over eene nieuwe wijze van de Paracentesis, naamlijk aan den Navel. - In het vierde Deel, 't geen in den jaare 1795 het licht aanschouwde, is van hem een belangrijk stuk over het inwendig gebruik van het Salpeterzuure Zilver, in Valiende Ziekten. - | |
| |
In het vijfde Deel ontmoeten wij van hem een zeer vernuftig stuk over de onderscheide soorten van Krankzinnigheid; alsmede een ge nadere aanmerkingen over de Scharlakenkoorts; en, eindelijk, een stuk, behelzende verscheide Geneeskundige wenken en vraagen.
Alles scheen thans zamen te loopen om deeze Inrichting der Engelsche Natie waardig te maaken: Een genoegzaam aantal van Leden; overvloed van nuttige ingeleverde Stukken; eene groote en standhoudende eensgezindheid; een Voorzitter, geheel tot dien post gevormd; een fraai Huis, en eene redelijk goede Boekerij, meest uit hedendaagsche Werken bestaande; dan, verre was die Boekverzameling van alles te behelzen, wat tot de Geneeskunde behoorde. - Bekend was het, dat Dr. sims, door den arbeid van verscheide jaaren, eene Verzameling bezat van meer dan zesduizend Boekdeelen over de Geneeskunde, behalven ontelbaare losse Verhandelingen; en, om een onsterflijken naam aan deeze Societeit te geeven, scheen 'er zulk een Boekenschat aan te ontbreeken. Men deedt, diensvolgens, door Dr. lettsom en de andere medebestuurders der Societeit, een voorstel aan Dr. sims, om deezen onwaardeerbaaren schat te verkrijgen: en, tot 's Doctors eere, deedt hij afstand van zijne, met zo veel moeite en kosten verzamelde, Boekerij, voor eenen prijs, die de helft niet kon haalen van 't geen dezelve gekost hadt. Een Boekenlijst daarvan is gedrukt voor de Leden, en maakt een dik octavo Boekdeel uit.
Uit eene bijzondere hoogagting voor zommige Leden, deedt Dr. sims voor zich zelven schilderen en voor het algemeen in plaat brengen de Pourtraiten van tweeëntwintig der Leden. Het ware te wenschen geweest, dat die van veele andere Leden teffens waren geschilderd en in plaat gebragt: zodanig eene keuze is een kiesch en teder stuk. Maar zulks zou de kosten der Plaaten zo zeer verhoogd hebben, dat het oogmerk der Uitgeeveren niet bereikt werd; de Heeren medleij, de Schilder, en de Heer brawhite, de Graveerder, eenigermaate daarvoor beloond zijnde. De Titel is: The principal Institutors of the Bolt-Court Medical Society. Regtmaatigheid zou iemand veelligt doen vraagen, of de Persoonen van Dr. thornton, die slegts een nieuw Lid was, en ook Dr. jenner, eigenlijk geen plaats hadden moeten ruimen voor oudere Leden? - Ter gelegenheid
| |
| |
van de uitgave dier Beeldtenissen verloor Dr. sims iets van dat gemeenzaame, hem voortijds zo eigen; doch zijne oogmerken waren goed, en wij mogen met genoegen vermelden, dat 'er geen openbaar misnoegen uit ontstaan is.
In het jaar 1788 werd hij tot Voorzitter gekoozen in de Philanthropische Societeit, van welke hij onder de eerste oprichters geteld werd: dit Voorzitterschap stondt hij vervolgens af aan den Hertog van leeds, die tot dien tijd toe hun eerste Vice-president geweest was. De moeilijkheden, waarmede hij in dit geval te worstelen hadt, waren groot, en herkomstig van den eersten Thesaurier, Mr. joung, die tusschen de twee- en drieduizend Ponden St. der kasse ontstal, daarbij belediging bij belediging voegende, in de dagpapieren en anderzins alle zijne voorige vrienden, en bovenal Dr. sims, mishandelende. Deeze, tot Voorzitter verkoozen, bezorgde van de Corporatie van Londen een inkomen, dat tienduizend Ponden St. waardig geschat wordt, en in de daad onschatbaar is voor deeze liefderijke Stichting.
Weinige Stichtingen, tot menschlievende oogmerken strekkende, worden, zo verre ik weet, in Londen aangetroffen, of zij mogen roemen op Dr. sims, als Oprichter of Deelgenoot. In stede van de voordeelen zijns beroeps in de kostbaarheid eener welvoorziene tafel te besteeden, zoekt hij altoos voorwerpen van bijzondere of openlijke weldaadigheid op: niet dat hij ten deezen opzigte de rol van een Gierigaart speelt: want hij onthaalt menigmaal zijne vrienden op eene ruime en gastvrije wijze: maar 'er is niets buitengemeens, niets prachtigs; en, schoon in de Stad blijvende, is het onthaal zijner vrienden, niet het overdaadige, zijn bestendig poogen. Hij bezit, in de daad, de zeldzaame kunst, om de rechte scheidlinie te trekken in alle omstandigheden des leevens.
Schoon bedreeven in den geheelen kring der menschlijke weetenschappen, maakt hij geene vertooning altoos van geleerdheid. Meer dan iemand tot heil des Menschdoms gearbeid hebbende, is hij daarop niet trotsch. Een opregt geloover in den Almagtigen, is hij zeer godsdienstig, schoon hij tot geen Kerkgenootschap behoore. In zijne daaden en in zijn geloof is hij een waar Christen. Ten opzigte van de Grooten speelt hij nooit den vleijer. De Armen beschouwt hij als zijne Medemenschen. In
| |
| |
het Staatkundige omhelst hij de begrippen, die tot algemeen welzijn strekken, zonder aan eene Partij verkleefd te zijn.
De post van Voorzitter in de Geneeskundige Societeit te Londen duurt één jaar en is verkieslijk. Dr. sims heeft nu die eere negentien jaaren genooten. Niemand heeft ooit, in dit vak, zich met meer waardigheids, en tevens met grooter minzaamheid, gedraagen. Geagt en bemind, boezemt hij steeds aandagt in. Zijn gedrag is tevens kloek en beleefd. Wanneer hij van het Voorzitters gestoelte zijn gevoelen openbaart, heerscht 'er de diepste stilte; in zijne voordragt schijnen bondigheid en welspreekenheid te wedijveren voor de luisterende aandagt. Gelijk de Romeinen hunne Oudsten Patriciers noemden, van den naam van Vader afgeleid, zo vertoont Dr. sims zich steeds in dat eerwaardig en beminnelijk character; steeds neemt hij ter harte, steeds ijvert hij voor het welvaaren der Bolt-Court Medical Society.
De Oudheidkundige Societeit in Londen, alsmede de Koninglijke Iersche Academie, roemt op hem als Medelid. Hij is Lid van Eer bij verscheide geleerde Genootschappen op het Vasteland van Europa en in America.
Grootmoedig goed, en waarlijk wijs, is hij den opgang, dien hij in zijn leeven gemaakt heeft, geheel aan zichzelven verschuldigd. Wanneer eens het gordijn voor het tooneel zijner werkzaamheden zal vallen; wanneer duizenden, die zijne kunst behouden heeft, op een droevig deelneemenden toon zeggen: ‘Dr. sims is niet meer!’ - wanneer een andere Leevensbeschrijver zal opstaan, en in 't breede zijne loflijke en deugdzaame daaden vermelden: dan zal de Hemel zijne opregte ziel zegenen, en een dankbaar Land uitroepen: ‘Dr. sims heeft, door eigen bijzondere waarde, nooit dorrende laurieren zich op 't hoofd gezet!’ en de Naam van sims zal vooraan staan op de lijst der groote Geneesheeren, en op dien van howard volgen op de rolle der waardigsten onder de Menschenkinderen. |
|