Eene anecdote, betreffende den beroemden d'Alembert.
D'almbert's Moeder was Madame de tencin, eerst eene Non, vervolgens Canonesse, en eindelijk Hofdame, die door haare Schriften naam maakte; in alle die betrekkingen was zij eene Vrouw van eenen galanten en geenzins den besten aart. Een der vrugten haarer minnarijen was d'alembert, dien zij verzaakte, en, zo het gerugt wil, ten Vondeling deedt leggen op de trappen der Kerk van St. Roche, te Parijs. - Eene arme Glazenmaakers Vrouw nam het Kind tot zich, en voedde het op als haar eigen. Welhaast ontdekte hij, opgegroeid, zonderlinge bekwaamheden te bezitten; nog jong stak hij in de Wiskunde uit, en verwierf in dat vak eenen uitsteekenden naam. - Madame de tencin bekroop toen de trots, om hem voor haaren Zoon te erkennen. ‘Ik heb,’ antwoordde d'alembert, ‘maar ééne Moeder, en deeze is de Vrouw des Glazenmaakers!’ - In verder gevorderde jaaren zelfs, toen hij briefwisseling hieldt met verscheide Vorsten van Europa, leefde hij zeer eenvoudig bij deeze hupsche lieden, die hem ten Vader en Moeder verstrekt hadden, en betoonde hun steeds de tederste blijken van kinderlijke genegenheid en hoogagting.