dat het Kind volmaakt gezond begon te worden; doch, misschien door het te vroeg uitscheiden met het gebruik van geneesmiddelen en een bepaald diëet, ontdekte zich over het geheele lichaam een uitslag, welke langzamerhand verergerde, tot dat het lijf met eene etterkorst als overdekt was; de reuk, welken men bespeurde, was stinkend, en wanneer de doeken wierden opgeligt onverdraaglijk. Deze was de staat diens uitslags, toen het Kind bij mij wierd gebragt, het welk voor het overige gezond en vrolijk was, at en dronk met smaak, en genoegzaam geregelde ontlasting had. Ik liet uitwendig het Oleum Oxygenatum, op de wijze van den Hr. deiman bereid, aanwenden, en gaf inwendig de nodige bloedzuiverende middelen, als ook de Sulphur auratum Antimonii, Calomel, doch zonder vrucht; alleen wierden de zweren (en dit schrijf ik aan de verzuurde Olie toe) zuiverder en zonder eenigen kwaden reuk; het striktst diëet wierd intusschen zoo veel mogelijk in acht genomen. Vermoedende dat de zweren mogelijk van een venerisch Herpetischen aart mogten wezen, liet ik uitwendig (daar ik mij met het gevoelen van fourcroy niet kan vereenigen, en alleen de anti-venerische kragt van de Kwikzilverbereidingen, voor zoo verre zij met de Zuurstof verbonden zijn, uitleggen) de met versche Reuzel verdunde unguent. citrinum toedienen, en gaf inwendig het Oxyd. Mercurii Cineritium, volgens de wijze van hahneman bereid, ten einde eene ligte Mercuriaal-koorts te verwekken; edoch zonder de minste voordelige uitwerking. Ik zoude nimmer hiertoe zijn overgegaan, indien niet eenige verouderde ongesteldheid van den Vader mij hiertoe aanleiding hadde gegeven. - De Ouders, ziende dat alle pogingen vruchtloos wierden in 't werk gesteld, en nog meer de onkosten vrezende, bleven weg, en verkozen
niet voort te gaan.
In de maand April 1.1. entte ik dit Kind, hoewel 'er de Ouders niet voor waren, met de Vaccine-stof in. De pok op den arm was zeer schoon. Tusschen den 9 en 11den dag had het Kind twee zware koortzen. De uitslag, welke, om de korsten week te houden en het aandrogen der doeken te beletten, nog steeds met een mengzel van een deel Ung. Citrin. en vier delen Reuzel wierd gesmeerd, veranderde geheel van gedaante, en, na verloop van veertien dagen, waren de meeste zweren reeds half toe, en vijf weeken later geheel genezen. - In hoe verre nu en hoe de Vaccine de geneezing heeft bevorderd, laat ik aan verlichter en kundiger Geneesheren over.