kerbruine kleur; het agterlijf is eenigzins eivormig. De pooten zijn geelagtig.
Deeze Spinnen vertoonen zich niet dan met den aanvang van Wijnmaand, in de bosschen, in de tuinen en velden, waar derzelver eitjes in alle veiligheid worden uitgebroeid. Van daar verspreiden zij zich over geheele streeken, en worden, geduurende de rest van Wijnmaand, en tot het midden van Slachtmaand, in drooge velden, geheel Europa door, gevonden. Uitgebreide landstreeken zijn 'er zomtijds vol van. - In het begin van Wijnmaand, wanneer 'er nog maar weinige zijn uitgekomen, ontdekt men enkele draaden van derzelver webben, alleen in den zonneschijn zigtbaar, zich van tak tot tak uitstrekkende. Omtrent het midden van die maand worden de draaden zigtbaarder, en op het einde kan iemand, in zulk een stand staande, dat hij de zonnestraalen ziet speelen op de tedere draaden, ontwaaren, dat heggen, landen en geheele districten als met een soort van fijn wit gaas overdekt zijn.
Deeze Spinnekopjes weeven geen webbe, maar breiden alleen hunne draaden van de eene tot de andere plaats uit. Deeze zijn zo dun, dat een enkele draad niet gezien kan worden, ten ware de zon 'er op schijne. Een draad moet, om zigtbaar te weezen op andere tijden, uit ten minsten zes enkele zamengesteld weezen. Op heldere stille dagen werken deeze Spinnekopjes met groote vlijt, bovenal naa het optrekken der morgendampen. Tusschen twaalf en twee uuren, egter, klimt derzelver werkzaamheid tot de bewonderenswaardigste hoogte op. Iemand met een scherp gezigt, of met behulp van een vergrootglas, kan, bij wijlen, zulk eene menigte van deeze diertjes werkzaam zien met het uitbrengen hunner draaden, dat de velden als bedekt schijnen met zwermen van kleine vliegjes.
Eenige der enkele draaden worden zamengevoegd door het minste windje, en de zigtbaare draaden komen te voorschijn, die, door sterker blaazende winden gebroken zijnde, zich tot dikke draaden vereenigen, en door de lugt vliegen, of zich tot balletjes vormen. Die in de lugt vlottende draaden worden, in Duitschland, door veelen de wegvliegende Zomer geheeten, dewijl de Zomer ons ten zelfden tijde schijnt te verlaaten. De Spinnen, die ze vervaardigd hebben, worden 'er gelijktijdig in weggevoerd; doch het is niet zeldzaam, dat men Spin-