De dichtkunst of het verzenmaaken afgezwoorden.
Zo weinig was de geest van kunstverdrukkende Geestdrijverij, in eenige streeken van Schotland, afgenomen, dat, nu slegts dertig jaaren geleden, wilson, de vernuftige Schrijver van een schoon Dichtstuk, Clyde geheeten, tot Schoolmeester te Greenock aangesteld zijnde, bij het aanvaarden van dien post, staatlijk en in geschrifte moest afzweeren, de godlooze en schadelijke kunst van verzenmaaken!
In No. V zijn twee zinstoorende fouten ingeslopen.
Meng. bl. 182. reg. 17. v.o moet aldus gelezen worden: ‘Hierdoor onderscheiden zig ook de beenderen en het vleesch, van het hoorn,’ enz. Meng. bl. 199 reg 6-8 leeze men: ‘Het Wijfje kan zich niet in de lugt opheffen, om het Mannetje te ontmoeten. De gevleugelde zwerver schuwt den grond.’