heid; die van een minderen omtrent eenen meerderen is niets anders dan eene ongelukkige hartstogt.
De kieschheid is de bevalligheid der opregtheid.
Met de Boeken moet men eveneens als met de Tafelgeregten handelen: men eet niet van allen.
Geen vermaak is 'er, welk men met minder moeite kan bekomen, dan 't geen uit de Eigenliefde ontstaat; want men ontleent het uit zijnen eigen voorraad, en wanneer men wil.
Gij, die wel wilt zien, sluituwe oogen; denk. Dan zult gij, hetgeen gij begrijpt, duidelijk zien; verschillende hierin van bijkans alle menschen, die niet wel begrijpen dan 't geen zij zien, of die het dikmaals zien, zonder het te begrijpen.
De moed, welke den tegenspoed braveert, is minder zeldzaam, dan de wijsheid, welke dien kan vooruitzien.
Van twee middelmaatige verstanden is datgeen, 't welk aan deeze zijde van het doelwit blijft, meer opgeklaard, dan het ander, welk het overschreedt.
De Hoop is eene Sirene, die, terwijl zij ons bekoort, ons verslindt.
Van den deugdzaamen mag het gezegd worden, dat hij werkzaam is om zich zelven de toegeevendheid te ontzeggen, welke hij omtrent anderen oeffent.
Vertoon nooit de houding eenes ongelukkigen aan de waereld; vertoon 'er liever de houding van iemant, wien de tijd verveelt: want nog liever zal men willen veroordeeld zijn om u te vermaaken, dan om u te vertroosten.
Bijzondere ondeugden zijn dikmaals een zegen voor het algemeen.
Het vergeeyen valt den Mannen minder moeilijk, dan der Vrouwen.
Den boozen verveelt welhaast dezelfde soort van boosheid; zij begeeren verandering zelfs in de misdaaden.
Nooit worden de Vrijleevers kragtiger aangemoedigd tot het doen van eenen aanval op de deugd eener getrouwde Vrouwe, dan door de slegte gedagten, welke zij van haaren Man toont te hebben.
De minst verdiende vleierij is in staat om goede uitwerkzels voort te brengen, wanneer men aan het gevoelen des vleiers eenige waarde hegt.
Gemaklijker biedt men wederstand aan een bekend, dan aan een ingebeeld vermaak.
Het Vermaak is niets anders dan de Deugd onder eene vrolijker benaaming.
De Fortuin is eene Godin van zeer slegt gezelschap, indien men uit haare meeste gunstelingen haar beöordeele.
De Tijd wordt ligt verspild. Een begonnen Maand is zoo veel als een gewisselde Rijder.
Geen rijk man is 'er, die zoo gelukkig is door hetgeen hij heeft, als ongelukkig door hetgeen hij niet heeft.