Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1805
(1805)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijToestand van het onderwijs der doofstommen in de onderscheidene landen van Europa.(Uit het Fransch.)
De godvrugtige ijver van den Abt de l'epée voor het onderwijs en de lotverbetering der Doof-Stommen heeft, in alle gewesten van Europa, den leevendigsten en edelmoedigsten naijver gewekt. Die ongelukkigen, wien het missen van gehoor en spraake de weldaaden der beschaavinge voor altoos scheen ontzegd te hebben, vinden reeds in Europa bijkans een twintigtal Stichtingen, ingericht om hun een beter lot te bezorgen, door hen nuttig te doen worden voor de zamenleeving. Italie en Spanje, die de eerste Werken over de Doof- | |
[pagina 286]
| |
Stommen op hunnen grond zagen voortkomenGa naar voetnoot(*), zijn van Instituten van deezen aart schraal voorzien. Madrid bezit 'er een, op 's Konings kosten opgericht, onder het opzigt der Koninklijke Ekonomische Maatschappij. Nog te jong is deeze Stichting, om 'er over te kunnen oordeelen. De Heer assarotto is aan het hoofd van een klein School van Doof-Stommen te Genua; hij heeft slegts zes leerlingen; maar zij zijn 'er zeer wel gehuisvest, en het onderwijs maakt opgang. De geleerde venturi is voorneemens, een School te Verona te openen. Dat van silvester, te Rome, is niet meer. In Zwitzerland hadt de Omwenteling den Heer ulrich genoodzaakt, zijn School te verlaaten; zedert, egter, heeft die achtenswaardige Onderwijzer zijnen moeilijken en weldaadigen post hervat. In de Oostenrijksche Staaten heeft de kunst, om Doof-Stommen te onderwijzen, een zeer hoogen trap van volkomenheid bereikt. Het Instituut te Weenen kan met de besten in Europa wedijveren; het wordt bestuurd door den Heer maij, leerling van den Abt de l'epée. Voor een zestigtal staat het onderwijs om niet open. De kweekelingen leeren 'er de gronden van den Godsdienst en der Zedekunde, nevens de eerste beginzels der Natuurlijke Historie en der Aardrijkskunde. Volgens hunne talenten en neigingen worden zij tot eenige kunst of handwerk opgeleid. 'Er is 'er, die bij Staatsdienaars of Kooplieden voor Kopiïsten dienen; men bewondert aldaar hunne naauwkeurigheid en geduld. In het teekenen en graveeren slaagen zij uitmuntend; zeer voldoende proeven zijn daar van voorhanden. Zommigen worden tot Letterzetters, Kleermaakers, Schoenmaakers en Schrijnwerkers opgeleid. Niemant blijft langer dan vijf jaaren in het School; indien, in dat tijdverloop, het onderwijs niet wel genoeg slaage, om tot iet nuttigs te worden gebruikt, wordt hij na zijne geboorteplaats terug gezonden, om aldaar in een hospitaal of weeshuis geplaatst te worden. De meesten hunner spreeken, en eenigen zelfs spreeken zeer duidelijk en verstaanbaar. Zints zij de werktuigen der spraake in werking brengen, | |
[pagina 287]
| |
zijn de borstkwaalen, voormaals onder hen gemeen, zeer zeldzaam geworden. Het School van Waitzin, in Hungarije, doet eere aan frans den II, die 'er de stichter van is, en aan den Hungaarschen Adel, die het van inkomsten heeft voorzien. In den tijd van drie jaaren hebben de vrijwillige Inteekeningen aan deeze Stichting een Fonds van 30,00 florijnen bezorgd. De Graaf d' almazij heeft 'er het ontwerp van gemaakt. Dertig worden 'er om niet onderweezen. De gebouwen, een gedeelte van een oud Klooster, staan aan den Donau, tegenover het Eiland S. André, ten noorden van de Stad Pest, in de gezondste en aangenaamste ligging, die men zich kan verbeelden. De Opziener semon is een kweekeling van den Heere maij, van Weenen. De Stad Praag, in Bohemen, bezit een School voor Doof-Stommen, door Vader dominico stoehr opgericht, wiens naam verdient in de jaarboeken der weldaadigheid te worden opgeteekend. Hij hadt onlangs zeventien kweekelingen, de meesten van welke spreeken; in de Rekenkunde zijn zij verre gevorderd. Een hunner, weisbach genaamd, is zoo verre gevorderd, dat hij eene Redevoering kan houden in het openbaar onderzoek, welk Vader dominico van tijd tot tijd over zijne kweekelingen houdt. Munich, de Hoofdstad van Beijeren, bezit een openbaar School, eene spruit van dat van Weenen. In Saxen vindt men te Leipzig het Instituut van den Heer heinecke; dit is een der oudsten van Europa; het wordt bestuurd door de Weduw heinecke en door zekeren Heer petschke, van wien veel goeds gezegd wordt. Men volgt niet slaafsch meer de leerwijze van heinecke, wiens geschil met den Abt l'epée bekend is. De kweekelingen, ten getale van zeventien, spreeken vrij wel; zommigen hunner raaden 't geen alleen door de beweeging der gelaatspieren hun gezegd wordt. Het School te Berlijn, door den Heer eschke opgericht, is het éénige in de Pruissische Staaten. Zommigen verheffen den Heer eschke boven alle onderwijzers van Doof-Stommen; anderen plaatzen hem in den laagsten rang. De oordeelen, over hem gestreeken, schijnen van allen grond niet ontbloot; doch voor het meerendeel moeten zij op rekening gesteld worden van een onaangenaam geschil tusschen eschke en de voorstaa- | |
[pagina 288]
| |
ders van het Galvanismus; deeze beschuldigen hem, met voordagt te hebben medegewerkt tot het kwaalijk slaagen hunner proeven op zijne kweekelingen. Wat hier van zij, alle Reizigers staan verbaasd op het eerste gezigt van eschke's School. Zijne kweekelingen beschouwen hem als hunnen Vader; bijkans zijn geheele leeven slijt hij onder dit aangenomen gezin. Het algemeen onderwijs verdient de goedkeuring van allen, die zijn Instituut slegts ter loops bezoeken; doch lieden, die de dingen meer van nabij gezien hebben, meenen, dat de Heer eschke zich te veel ophoudt, om, met een wijden omslag van Overnatuurkunde, de schitterende talenten van twee of drie kweekelingen te ontwikkelen, en dat de moeite, die hij neemt, om deeze uitverkorenen tot volmaaktheid te brengen en openlijk te vertoonen, hem de minder begaafde voorwerpen eenigzins uit het oog doet verliezen. Ik maak deeze aanmerking op het gezag van een zeer kundig' Reiziger, en 't zou mij aangenaam zijn, te verneemen dat zij ongegrond was. Het schitterend gebrek, waarmede de Heer eschke wordt beschuldigd, is niet dan te algemeen, en van een schadelijk gevolg in de Schoolen van Doof-Stommen. De Heer habermass is de massieu van Berlijn; hij is als medehelper den Heere eschke toegevoegd. Het is een jongeling van ongemeene begaafdheid; hij spreekt zeer duidelijk, en op het gezigt alleen der spieren van hem, die tot hem spreekt, verstaat hij alles wat men hem zegt; zelfs kan men de onmiddelijke beweeging des monds voor hem verbergen; die der wangen en kaaken behoeft hij alleen te zien. Dit is, in der daad, een verwonderlijke trap van volmaaktheid, ondersteld zijnde dat 'er geen list agter schuile. De Heer eschke heeft een middel uitgevonden, om zich zelfs in 't donker van de Doof-Stommen te doen verstaan, wanneer zij de beweegingen des monds onmogelijk kunnen opmerken. Het middel is, dat hij de letters van het Alfabet hun op den rug schrijft. Men verzekert, dat de Heer kiesewetter, Hoogleeraar in de Wijsbegeerte, een reeks van zielkundige waarneemingen op de Doof-Stommen te Berlijn gedaan heeft; de uitslag daar van wordt met verlangen te gemoet gezien. Onder andere heeft de Heer kiesewetter bij de Doof-Stommen eene groote genegenheid op- | |
[pagina 289]
| |
gemerkt om op rijm te spreeken; en 't geen vooral verwonderlijk, en bijkans ongelooflijk voorkomt, hunne rijmen zijn niet op de spelling, maar op de klanken gebouwd. Rusland zal welhaast een School voor Doof-Stommen hebben, waarvan Wilna de zetel zijn zalGa naar voetnoot(*). Keizer alexander heeft een Rus na Weenen gezonden, die van den Heere maij de zoo moeilijke kunst, om die ongelukkigen te onderwijzen, moet leeren. Zweden, voor 't overige zoo rijk in allerlei nutte Stichtingen, heeft 'er nog geene voor de Doof-Stommen. Te verre gevorderd is in de Deensche Staaten de beschaaving, dan dat eene zoo belangrijke zaak de wijsheid der Regeeringe en de aandagt van het Publiek niet zou bezig houden. In de Stad Kiel, in Holstein, heeft men een openbaar School, welk onder het opzigt van den bescheidenen en werkzaamen Heere pfingsten staat. De Regeering geeft hem slegts eene sobere jaarwedde; doch zijn welgevestigde roem lokt kweekelingen tot hem zelfs uit het binnenste der Vereenigde Staaten van Amerika. Hij heeft slegts zestien kweekelingen; doch allen spreeken duidelijk, en gissen, wat hun gezegd wordt, uit de beweegingen des monds. Zij spreeken onder elkander door teekens, die de siguur van Gothische letters naabootzen. Koppenhagen, 't welk de best ingerichte Hospitaalen en het waakzaamst Geneeskundig bestuur van geheel Europa reeds bezit, zal welhaast een groot School voor Doof-Stommen hebben. De Regeering heeft, ten | |
[pagina 290]
| |
dien einde, een zeer goeden maatregel genomen; zij heeft een kundig' Geneesheer door geheel Europa op reize gezonden, Dokter castberg naamelijk, die, alle de Instituten van Doof-Stommen bezogt hebbende, niet verzuimd heeft, eene menigte gewigtige waarneemingen te verzamelen, de geneeskundige plaatsbeschrijving en de natuurkundige aardrijkskunde betreffendeGa naar voetnoot(*). In Holland heeft men ook een School voor Doof-Stommen, waarvan veel goeds gezegd wordtGa naar voetnoot(†). Een Horologiemaaker heeft 'er een te Londen geöpend. Naar ik meen, is 'er ook een te Edenburg, in Schotland; doch deeze Stichtingen zijn mij verder niet bekend. Het School voor Doof-Stommen te Bordeaux, onder opzigt van den Heere de saint-sermin, verwekt de eenpaarige verwondering der Reizigers, die het bezogt hebben. Deeze Stichting is haar oorsprong verschuldigd aan de verlichte godsvrugt van den Heere de cicé, Oud-Aartsbisschop van Bordeaux, thans Aartsbisschop van Aix; zij ontstondt onder het oog van den Heere sicard. De Heer de saint-sernin en alle de andere onderwijzers in dit School munten zoo wel uit door hun menschlievend en minzaam gedrag, als door hunnen bestendigen ijver in hunnen post. Negen-en-twintig kweekelingen zijn 'er uit voort- | |
[pagina 291]
| |
gekomen, allen volkomen in staat om nuttig te zijn voor de zamenleeving, en 'er zelfs een eerlijk bestaan te vinden. Een van hun houdt de buitenlandsche brieswisseling bij zijnen Vader, een der voornaamste Kooplieden van Bordeaux. - Ik heb eene merkwaardige bijzonderheid, raakende de Doof-Stommen in deeze Stad, hooren verhaalen. Zij leezen geregeld de openbaare Nieuwspapieren, en weeten naauwkeurig den dag en de plaats van elke overwinning, door de legers behaald. Om zijne Majesteit den Keizer der Franschen aan te duiden, die dikmaals het onderwerp hunner gesprekken is, hebben zij een veelbeduidend teeken uitgedagt; zij bootzen de beweeging van eenen mensch naa, die vooruit snelt, en een vaandel in den grond plant. Zij bedoelen daar mede den vermaarden overtogt van de brug bij Arcole, die, onder zoo veele andere heldendaaden van den Franschen Monarch, hen het meest heeft getroffen. Het School van Doof-Stommen te Parijs is dermaate het voorwerp der algemeene bewonderinge geworden, en de luisterrijke verdienste van den Heere sicard wordt dagelijks door zoo veele monden vermeld, dat het overtollig ware, nogmaals te herhaalen, 't geen de fremme der nationaale dankbaarheid allerwegen vermeldt. |
|