Zeldzaam geneeskundig geval van een soldaat.
(Briefswijze medegedeeld.)
Mijnheer!
Hoewel zonderlinge en op zich zelve staande daadzaaken, in den eersten opslag, slegts verwondering schijnen te moeten wekken, kan, egter, de zamenvoeging derzelven met soortgelijke verschijnzelen over derzelver oorzaaken en gevolgen licht verspreiden, en tot eenige nutte gevolgtrekkingen aanleiding geeven. De kennis van die daadzaaken kan den weg baanen ter verklaaringe van 't geen men zomtijds eene afwijking van de Natuur noemt, wanneer men omtrent de nutte oogmerken, door haar bedoeld, geen doorzigt heeft. Zij kan de verwondering doen wijken, nevens de averechtsche oordeelvellingen, de verkeerde of gewaagde gevolgen, welke uit onnaauwkeurige denkbeelden omtrent een buitengewoon voorval worden afgeleid. -
Een (Fransch) Soldaat, in Holland in bezetting liggende, oud 22 jaaren, en van een niet zeer sterk gestel, levert een even treurig als moeilijk te verklaaren geval uit.
Op den ouderdom van zestien jaaren hadt hij eene zwaare en langduurige krankte gehad, in gevolge van welke hij, langs de pisloozing, aan eene bloedvloeijing onderhevig geweest is, welke, zints dien tijd, bestendig alle maanden wederkeerde, en hem noodzaakte, zeven of acht dagen het bed te houden.
De zaak zelve is onlochenbaar, zints hij in het Regiment geweest is. De zekerste waarneemingen zijn daaromtrent gedaan; en 't is eene beweezene waarheid, dat dit verschijnzel met van buiten aankomende oorzaaken in geen verband staat.
Ik zal hier niet onderzoeken, of deeze bloedvloeijing als eene lastige overlaading moet beschouwd worden, van welke de natuur zich tragt te ontdoen; of zij het gevolg zij van volbloedigheid, van de terugdrijvinge van eene huidziekte, van een te zittend leeven, van het paardrijden, of van het gebruik van scherpe pis-