Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1805
(1805)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijOmstandig berigt wegens Sierra Leone en de Africaansche inboorelingen in den omtrek.(Ontleend uit thomas winterbottom's Account of the Native Africans in the Neighbourhood of Sierra Leone.)
Schoon de aangelegde Volkplanting en Vastigheid der Engelschen van Sierra Leone, door een zamenloop van onderscheidene oorzaaken, tot nog toe, de zeer groote voordeelen, welke men daar van wagtte, niet hebbe aangebragt, heeft dezelve zeer gewenschte gelegenheden verschaft, om kennis te krygen aan de Zeden en Gewoonten van eenige Stammen Gebooren Africaanen, te vooren zeer onvolkomen bekend. Dr. thomas winterbottom, die lange jaaren, als Arts, zich in | |
[pagina 63]
| |
die Volkplanting heeft opgehouden, geeft ons daarvan zeer keurige narichten; waarvan wy de voornaamste onzen Leezeren hier aanbieden. Naa eene beschryving van het Land in de nabuurschap van Sierra Leone, en der onderscheide Natien, welke dezelve bewoonen, vermeldt hy deeze byzonderheden van de Lgutsgesteldheid in dit gedeelte van Africa. - De éénige verdeelingen van het Jaar, door de Inboorelingen gemaakt, zyn het Regen- en het Drooge Saisoen, of, gelyk zy door eenige Volksstammen genoemd worden, de Slegte en de Goede Tyd. Het Regensaisoen begint omtrent het einde van May en houdt op by het einde van September. Het komt aan en volduurt met Tornadoes, die ook dikwyls in de maanden April, Juny, October en November voorkomen. Het regent bykans gestadig geduurende het natte saisoen; doch veelal worden twaalf uuren stortregen gevolgd door vieren-twintig of dertig uuren helder en aangenaam weder. De gevallen Regen was, in het Jaar 1794, 86,28 duim, en in 't volgend jaar iets meer dan 82 duim. De lugt aan de Zeekust is doorgaans zo vogtig, dat men Zout en Zuiker bezwaarlyk droog en hard kan bewaaren. Yzer wordt zo spoedig door roest aangegreepen, dat een dikke yzeren staaf, die vyf of zes jaaren op den grond gelegen heeft, zeer gemaklyk zich in kleine stukjes laat breeken; leder wordt spoedig schimmelagtig en rot weg. Deeze zo zeer vogtige gesteldheid van den dampkring wordt men niet gewaar op eenigen afstand van de zeekust; en in het binnenste des lands, zegt men, is het niet ongewoon, dat een Vader aan zynen Zoon een schietgeweer, 't welk hy veertig jaaren lang gebruikt heeft, in een goeden staat en glad overlevert. De gemiddelde Hette in Sierra Leone is omtrent 84o van fahrenheit; doch in de Dorpen der Inboorelingen stondt de Thermometer, op den middag, eenige Graaden hooger, dan by de Engelschen te Freetown. De verandering van den Barometer was iets meer dan een vierde van een duim. Eene geregelde dagelyksche verandering in de hoogte des Barometers hadt 'er bestendig plaats; de kwik rees altoos in den voormiddag en zakte 's naamiddags. De verschroeiende Winden, onder den naam van Harmattans bekend, verneemt men zeer zeldzaam in Freetown. | |
[pagina 64]
| |
In de westlyke deelen van Africa is de grond by uitstek vrugtbaar, en de Inboorelingen houden zich doorgaans met den Landbouw onledig. Ryst is hun voornaame en geliefdste voedzel; om die te teelen, is niets meer noodig, dan de korrels op den grond te werpen en ligtlyk te dekken. Het zuiverhouden of wieden van het land is de moeilykste taak voor de Inwoonders, die nooit denken om meer te zaaijen, dan noodig is om die hoeveelheid te doen groeijen, welke zy voor een faisoen noodig hebben; en dewyl zy niet weeten van de voordeelen der bemesting, en al te traag zyn om den grond te beärbeiden, oogsten zy nooit twee maalen van dezelfde plaats, voor dat al de grond in den omtrek opgeruimd is. Om hun land te bereiden, hakken zy slegts het houtgewas om, waarin zy, eer het Regensaisoen komt, den brand steeken. De stompen der boomen, die onverbrand blyven, worden spoedig weggeruimd door de Termites, een soort van Witte Mieren, welke hier zeer talryk is, en allerdienstigst, hoe schadelyk elders, om eene verbaazende hoeveelheid dood hout weg te neemen, 't welk anderzins den landbouw zeer zou vertraagen en belemmeren. De vuuren, aangestooken om dus den grond te bereiden, slaan over in het gras, 't welk hier ter hoogte van zes of agt voeten groeit, en, ter oorzaake van de droogte, zeer schielyk brandt. Geduurende die algemeene afbranding is het niet veilig te reizen, zonder het noodige, om vuur te maaken, by zich te hebben: want wanneer een reiziger een vuurgloed op hem aan ziet komen, kan hy alleen hoopen, het vernielend verderf daarvan te zullen ontgaan, door een ander vuur te ontsteeken, en den loop daarvan te volgen, tot hy van zyne wykplaats zeker is. De Palm-boom is een der waardigste en teffens ten grooten cieraad strekkende voortbrengzelen van het Plantenryk. De bladeren leveren een uitmuntend dak op hunne huizen, en eene soort van hennip om vischlynen van te maaken. De binnenbast wordt tot doek verwerkt; van den buitensten vervaardigen zy mandjes, matten enz. De vrugt geeft Palm-olie, die in stede van boter gebruikt wordt, en dient, vermengd met de assche van den Banana-boom, om Seep te maaken. Daarenboven verschaft de Palm-boom Wyn, zeer hoog by de Inboorelingen geschat. - Om dien Palmwyn te | |
[pagina 65]
| |
verkrygen, wordt geene geringe maate van vlugheid en behendigheid vereischt. Naardemaal de stam van den Boom al te ruw is, om, met behulp van handen en knieën, tot den top beklommen te worden, bedienen zich de Inboorelingen van eene soort van hoep van eene elliptische gedaante, van Bambo gemaakt en open aan de eene zyde. De Persoon, gereed om den boom te beklimmen, brengt eerst den hoep rondsom den stam des booms, zich daar in sluitende; dan maakt hy de einden van den hoep vast, door 'er eene soort van knoop in te leggen. De handen zet hy aan de zyden van den hoep, terwyl hy de voeten wel pal aan den boomstam zet, en het benedenste van den rug ondersteund wordt. Om op te klauteren, brengt de persoon, in diervoege gezeten, zyn lichaam een weinig voorwaards, zyne voeten steeds wel vast zettende; ten zelfden tyde gaat de hoep een weinig hooger by den boom op, naa dat hy een stap of twee met de voeten gedaan heeft. Op deeze wyze doet hy den hoep en de voeten beurtlings hooger gaan, en, dus voortwerkende, komt hy eindelyk aan het bovenste gedeelte van den stam, ter plaatze waar de takken uitschieten. Hier, ter hoogte van vyftig of zestig voeten, zit hy geheel gerust, met geen ander steunzel dan de drukking zyner voeten tegen den boom en van zyn' rug tegen den hoep. In een' kleinen zak, om zyn' hals gehangen, of aan zyn' arm vastgemaakt, heeft hy een boor, om een gat in den boom te maaken, en een kalbas, om den wyn in te vergaderen. Hy boort een gat, omtrent een halven duim diep, beneden de kroon des booms; hierin steekt hy een blad, tot een goot gevormd; het andere einde steekt hy in den kalbas, die, verscheide pinten houdende, in het verloop van één nagt vol wordt. Dit vogt ontlast zich overvloediger geduurende de koelheid van den nagt en in den morgenstond, dan op het heetst van den dag. Tweemaal daags kan men dus Palmwyn tappen, eene maand lang van ieder' Palmboom, zonder denzelven eenigzins te benadeelen; dewyl men verscheide opeenvolgende jaaren dezelfde hoeveelheid kan verkrygen. Indien men, egter, langer dan eene maand wyn aftapt, zal de boom óf sterven, óf een geruimen tyd noodig hebben om tot voorige kragten te komen. Den wyn afgetapt zynde, wordt het gat zorgvuldig toegemaakt, ter voorkoming | |
[pagina 66]
| |
dat 'er geen Insecten eieren in leggen, welker uitbroedzel den boom zou dooden. - De Palmwyn, versch getapt, heeft veel van hui, of wei, in voorkomen en smaak; doch binnen vier-en-twintig uuren komt 'er eene gisting in, die 'er wyn van vormt, welke zeer dronkenmaakend is, en daarom door de Inboorelingen boven den verschen Palmboom drank gekoozen wordt. In den aanleg der Africaansche Steden of Dorpen is veiligheid het voornaamste, waarop gelet wordt; naardemaal de Inwoonders, zonder groote voorzorgen te gebruiken, veel gevaars loopen om verrast en in slaaverny weggevoerd te worden. Doorgaans verkiezen zy de oevers van eene kreek, bezwaarlyk te naderen door de digte bosschen daar rondsom; en, wanneer zy zulk eene gelegenheid niet aantreffen, ruimen zy, om zich nog volkomener te beschutten, een klein gedeelte gronds op, in het midden van een digt en als 't ware ontoeganglyk bosch, enkel groot genoeg om 'er hunne wooningen te zetten, en met voetpaden, derwaards leidende, zo smal en met zo veele wendingen, dat men dezelve naauwlyks kan vinden: deeze Steden zyn gevolglyk zeer ongezond, inzonderheid voor de Europeaanen. Aan de kust bestaan die Steden zelden uit meer dan veertig of vyftig huizen: dezelve zyn in een' kring gebouwd, met een plein in 't midden, waar het Palaverhuis of Stadshuis staat. De huizen zyn doorgaans niet meer dan ééne verdieping hoog, en bestaan meerendeels uit één vertrek. Zy hebben geene andere openingen, dan twee deuren, om licht in te laaten, aan de lugt doortocht te geeven, en den rook uit te laaten van het vuur, dat in het midden gestlookt wordt. Zelden is de ingang van het huis geslooten door iets meer dan door eene mat, welke men nu en dan laat vallen, en ten genoegzaamen beschutzel dient tegen allen, die zouden willen indringen. De naauwste boezemvriend zal het niet in de gedagten krygen om de mat op te ligten en in te treeden, vóór dat zyne aanmelding met toestemming beäntwoord is. Ja, wanneer de ingang dus wel digt geslooten is, kan eene Vrouw, door te roepen Moorádee, zo veel als Ik ben bezig, het intreeden van haaren Egtgenoot beletten, zelfs dan, wanneer hy zich verzekerd houdt, dat die bezigheid bestaat in het verkeeren met een' Minnaar: hy kan niets doen dan wagten, tot dat deeze uitkomt. | |
[pagina 67]
| |
De Africaanen zyn niet zeer overlaaden met huisraad; eenige weinige matten, om op te slaapen, en dekens, om hun tegen de koude der nagtlugt te beschutten, een yzeren pot, eenige weinige kalbassen, een koperen ketel, een kleine kas, om de kleederen der Vrouwe te bergen, maaken 'er het hoofdzaaklyke van uit. Het Palaver-huis, of het Stadshuis, is de plaats, waar alle openbaare en gemeentlyke zaaken verhandeld worden, en teffens een middelpunt van zamenkomst voor de Stads-inwoonders. Derwaards vervoegen zich de Vreemdelingen, als zy eerst in eene Stad komen, en verblyven 'er, tot 'er een huis voor hun intrek bezorgd is. Deeze plaats, de groote verzamelplaats der Inwoonderen zynde, mag aangemerkt worden als eene soort van Beurs, en dient tot opheldering des ouden gebruiks van in de Poorten der Stede te zitten, waar, als zynde dit de openbaarste plaats, alle handelingen verrigt, het Regt gesproken, en dikwyls de markten gehouden wordenGa naar voetnoot(*). Dergelyke beweegredenen doen de Africaanen hunne Vergaderingen in de Burree, of het Palaver-huis, houden: want, daar zy geene middelen hebben om de voornaamste verrigtingen des burgerlyken leevens door geschreevene bewysstukken te bevestigen, zyn zy zeer zorgvuldig om aan elke verbintenis van aanbelang zulk eene maate van bekendheid te geeven, als de in gedagtenis houding daarvan verzekert. Ten deezen einde wordt elke verbintenis aangegaan in tegenwoordigheid van agtbaare getuigen, en, wanneer deezen sterven, blyven 'er genoeg over, die het verhaal van dezulken gehoord hebben. Kinderen worden niet alleen toegelaaten, maar opgezogt, om by zodanige zamenkomsten tegenwoordig te zyn; en, door oude lieden te hooren spreeken van voorgaande gebeurtenissen, worden dezelve onuitwischbaar diep in hun geheugen geprent; en door dit vroeg en steeds aanhoudend bedryf krygt hun geheugen eene verbaazende sterkte. - Het bovenste gedeelte van het Palaver-huis dient tot een koornschuur om hunne ryst te bewaaren. De ingang is een gat in den vloer, geslooten door een luik, en zy klimmen na boven door mid- | |
[pagina 68]
| |
del van een' staak, in welken holen voor de voeten gehouwen zyn. Veel van hunnen tyd brengen de Mannen door, met de geschillen, tusschen hun en hunne Buuren gereezen, te vereffenen, 't welk zy Palaver-spreeken noemen; hierop zyn zy zo zeer gesteld, dat Africa heden ten dage nog den tytel verdient, weleer daaraan gegeeven, Nutricula Causidicorum. - Wanneer zy hierin geene bezigheid vinden, slyten zy de uuren in eene volstrekte ledigheid, gezeten op hunne matten, of sluimerende in de schaduw. Traagheid is, buiten tegenspraak, een onderscheidende trek, zo wel in het character der Africaanen, als van alle onbeschaafde Volken. In hunne poogingen, egter, om hunne geliefde versnaaperingen, Tabak en Rum, te bekomen, agten zy geen arbeid te zwaar. By het Volk, 't welk de Zeekust bewoont, weet men weinig van de verdeeling des arbeids: het bedryf van een Smit, van een Timmerman, van een Weever, wordt door een en denzelfden man volvoerd. In de meer binnenwaards gelegene oorden hebben de kunsten een grooter opgang gemaakt, en leveren onderscheidene beroepsbezigheden op. De Palm-olie is by de Africaanen zeer in gebruik, om het lichaam te zalven; en de byzondere reuk, die den Africaan ons zo walglyk maakt, ontstaat uit zelfstandigheden, waarmede hy die olie vermengt. - De Inboorelingen houden het voor iets schoons, wanneer zy hunne voorste tanden scherp gepunt hebben: om deeze onnatuurlyke verandering te bewerken, zetten zy onder den tand een dun plat yzeren plaatje; een scherpsnydend yzeren werktuigje wordt boven op den tand gezet, en daar aan een vry sterke slag gegeeven met een stuk houts, waardoor het gedeelte van den tand afspringt: deeze bewerking wordt herhaald, tot dat de tand volkomen scherp is, waarin men de grootste schoonheid stelt. Zy klaagen niet, dat deeze bewerking veel pyns veroorzaakt; en zyn zy naderhand niet onderhevig aan eenige pynlyke aandoeningen in die tanden, by het drinken van heeten of kouden drank. De gewoonte, om het vel van het voorhoofd en de slaapen des hoofds met figuuren op te cieren, is vry algemeen by de Mannen in Africa. De Vrouwen doen zulks ook zomwylen: doch 'er heeft by de laatstgemelden eene soort van Tattowing of Beprikking plaats, | |
[pagina 69]
| |
Sora of Soccala geheeten. Men stelt die te werk op den rug, de borst, de onderbuik en armen, maakende eene verscheidenheid van figuuren op de huid, welke zich als hoog opgewerkt vertoont. De figuuren, die men voorheeft daar op te brengen, worden eerst op de huid getekend met een klein houtje, gedoopt in houtassche, waarop het afgetekende overgehaald wordt met een scherp gepunt mesje. De wond wordt zo spoedig mogelyk geneezen, door dezelve te wasschen met vogt van Bullanta. Deeze kunstbewerking wordt niet volvoerd door Persoonen van eenen byzonderen rang; maar ieder, die genoegzaame kunde en bedreevenheid daartoe bezit, vangt het werk aan. Die gewoonte, om de huid in zulker voege te bemaalen met onderscheidene figuuren, heeft in 't algemeen stand gegreepen onder ruwe Volken, en klimt tot eene hooge oudheid op: het strekte by zommige om hunne droefenis en leedweezen over eenen afgestorvenen uit te drukken; het diende ook om aan te wyzen, dat zy zich gewyd hadden tot den dienst van deezen of geenen Afgod, wiens beeldtenis zy op hunne lichaamen omdroegen. Te deezer oorzaake vinden wy zulks in de Mozaische Wet verboden. - Schoon de Volken, die van deeze beprikkingen gebruik maaken, daaraan geene bygeloovige denkbeelden hegten, maar enkel cieraadshalven die kunstbewerking aan zich laaten verrigten, is het nogthans waarschynlyk, dat de Natien, die de Mahometaansche Godsdienstleere volgen, de gemelde Verboden in acht neemen, zeggende dat hunne Boeken zulks verbieden. Dusdanige insnydingen geschieden doorgaans in de kindschheid, en zyn zeer algemeen aan de Goudkust, waar elke Natie eene byzondere wyze heeft om zich dus op te cieren; zo dat men uit de schikking dier figuuren gemaklyk kan ontdekken, tot welk eene Natie een persoon behoort: voor 't meerendeel hebben de Vrouwen het grootste aantal van deeze pynlyke cieradien. Zeer sterk zyn de Africaanen op Muzyk en Dansen gesteld; dan de eerstgemelde is, gelyk men veelligt zal vermoeden, niet van de welluidendste soort. Onze tambourine en driehoek schynen egter van hun ontleend.
(Het slot hiernaa.) |
|