Oordeel van mev. M.W. Montagu over de romans.
Eene betere soort van Romans, dan doorgaans ten tyde van Mev. montagu het licht zagen, treedt thans nu en dan te voorschyn: dan hoe veele nog blyven onderhevig aan de wel strenge, dan gepaste beöordeeling dier schrandere Vrouwe! ‘Alle deeze soort van Boeken hinken aan 't zelfde gebrek, 't welk ik niet wel kan verschoonen, daar het zulk eene nadeelige strekking heeft. Zy stellen verdiensten in wyd buiten het spoor hollende driften; zy moedigen de jeugdige Leezers en Leezeressen aan, om op onmogelyke uitkomsten te hoopen, die hun zullen redden uit de ongelegenheden, waarin zy verkoozen zichzelven te werpen; verwagtende Erfmaakingen van onbekende Bloedverwanten, en hulpe van edelmoedige Bystanders van deugd, die zich in ongelegenheid bevindt: doch welk alles zo min plaats heeft in de natuur, als de schatten in eene Toververtelling.’