Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1805
(1805)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijBelangryke bedenkingen over de volksverhuizing na Noord-Amerika.(Vervolg en Slot van bl. 710. des voorigen Jaars.)
Het ontwerp van Landbouwkunde in Amerika is niet berekend naar den smaak van zulke lieden, die groot en spoedig ryk willen worden in de waereld. Kans is 'er, dat iemant uitgebreiden landeigendom bekoome, en dien verbetere; doch zoo goed als onmogelyk zal hy het vinden, zyne geldkist met klinkende munt te vullen, of zyne landeryen daar voor te verkoopen, in gevalle hy mogt verlangen, het land te verlaaten. Gereed geld is zelfs in de handeldryvende Steden der Vereenigde Staaten niet zeer overvloedig, en buiten dezelve zeer schaarsch. Het meerendeel van den binnenlandschen handel wordt by wyze van ruilinge gedreeven, en 'er is zeer weinig geld in omloop. Indien 'er eenige overtolligheden uit de binnenlanden na de Zeesteden worden gezonden, om aldaar aan pakhuishouders verkogt te worden, zal het bezwaarlyk vallen, aldaar eenen kooper om gereed geld te vinden, en dit voor den verkooper zeer nadeelig zyn, welke drievoudige winst zal doen door het terugneemen van zulke goederen, als in de nabuurschap van de plaats zyner wooninge meest gezogt worden. Een landbouwer kan zyn landgoed verbeteren en uitbreiden, en zyn kapitaal vergrooten; doch wat rykdommen aangaat (ik bedoel goud en zilver, oneigenlyk zoo genoemd) naauwlyks zelfs zal hy die te zien krygen. De Amerikaansche Landbouw is, derhalven, alleen voor | |
[pagina 26]
| |
dat onbekrompen en bedaard slag van menschen berekend, die zich kunnen vergenoegen om altyd op de zelfde plek gronds te leeven, en wier geluk bestaat in dezelve dagelyks onder hunne handen te zien beter worden. De uitgebreidheid der Vereenigde Staaten en de overvloedige voortbrengzels trotzeeren de opkoopers van landeryen, die (nog verderflyker dan de Hessische vliegen) de weldaaden der Voorzienigheid onderscheppen, ten einde om hunnen wyduitgebreiden landeigendom, aan de menschelyke elende ontrukt, nog wyder te doen uitdyen. Gelyk een Amerikaansche landbouwer weinig ontvangt, zoo heeft hy ook slegts weinig te betaalen. Zyne werklieden worden door hem gekleed, en zyn by hem in den kost. Dit is ook het geval der handwerkslieden, als schoenmaakers, kleermaakers, timmerlieden, molenmaakers, enz. welke hy, van tyd tot tyd, in het werk heeft. Indien zy een huisgezin hebben, verzorgt hy hen van meel, cyder en andere noodwendigheden. Naadat het werk verrigt is, wordt de rekening opgemaakt, en 't geen zy dan nog te vorderen hebben, 't welk gemeenlyk slegts eene kleinigheid is, in voortbrengzelen betaald. Door dit middel wordt het gebrek aan gereed geld in de agterlanden weinig gevoeld; en terwyl de landbouwer binnenslands zonder hetzelve zich verrykt door de uitbreiding van zyne bezittingen, doet de handelaar op de grenzen met hetzelve nieuwen voorraad op, en breidt den handel van zyn land uit. Zodanig is de toestand des Amerikaanschen landbouwers, die te meer benydenswaardig is, omdat zyn landgoed zyn eigen is, en geen gierige landheer hem uitzuigen, noch hem van daar kan verdryven. Aan zyn landgoed is hy verknogt, omdat zyne eigen naarstigheid hetzelve van een somber woud in lachende weiden of vrugtbaare bouwlanden heeft herschapen. Met vermaak ziet hy zyn huisgezin toeneemen, omdat zyne kudden met hetzelve aangroeien, en het voor gebrek zuilen bewaren. Zulk een toestand is gelukzaligheids genoeg voor eenen ieder, behalven voor eenen onverzadelyken opkooper; en deeze, gelyk ik boven heb gezegd, wordt in zynen wensch verydeld. Gave de Hemel, dat het aldus overal ging!
Thans gaan wy over tot den Boer, die geenen eigendom heeft. Op den man van deeze klasse kunnen alle de voorgaande aanmerkingen en redenen, om geen land te koopen, eer hy ter plaatze zelve zy gekoomen, met even goed regt worden toegepast: vooreerst, omdat hy kan verzekerd zyn, meer dan twintigmaalen den marktprys in de Vereenigde Staaten te moeten betaalen; en vervolgens, omdat hy, indien hy, by zyne aankomst aldaar, rouwkoop hebbe, gelyk een | |
[pagina 27]
| |
beer aan een staak aan hetzelve wordt gebonden. Thomas paine schreef, in zynen brief aan den Abt raynal, aldus: ‘Ik moet aanmerken, dat ik tot nog toe in Europa geene beschryving van Amerika heb gezien, op wier getrouwheid men zich kan verlaaten.’ Dat zelfde zeg ik ook. Dit was het geval ook nog, naadat hy zelf hadt geschreeven; en niet lang geleeden heeft zeker iemant, die een Franschman is, een Wysgeer, en indien niet een beter, immers een eerlyker Schryver dan paine, een berigt gegeeven, van dat zyner voorgangeren merkelyk verschillende, op persoonlyke waarneeming op de plaats zelve gegrond, zynde het onpartydigste en echtste, 't welk tot nog toe het licht zag. Ik heb het oog op des Heeren volney's Beschouwing van Amerika. Aldus vertoont hy de dwaasheid van het koopen van Amerikaansche landen in Europa, in eene schildery van Gallipolis, of de Fransche Volkplanting aan den Ohio. ‘Tot nog toe kan men te Parys eene zekere Maatschappy, de Scioto genaamd, niet vergeeten, die, in den Jaare 1790, met veel ophess, eene verkooping van landeryen, in het schoonste gewest der Vereenigde Staaten, aankondigde, tegen vyf schellingen de aker. De voorwaarden daar van, die met eene kwistige hand verspreid wierden, beloofden alles, 't geen de menschen gewoon zyn in zulke gevallen te belooven: een gezond en aangenaam klimaat; in den winter naauwlyks iets, dat naar vorst gelykt; eene rivier, by uitsteekendheid de Schoone Rivier genaamd, overvloeiende van voortreffelyke visch van ontzettende grootte; staatelyke bosschen van boomen, uit welke suiker vloeit (de suiker-mastboom) en een heesterplant, die kaarzen levert (myrica cerifera); overvloed van wildbraad; geene wolven, vossen, leeuwen of tygers; driehonderd biggen het kroost van éénen beer en zeuge, in het tydverloop van drie jaaren, zonder dat dezelve eenige oppassing noodig hebben. In zulk een land heeft men geene belastingen op te brengen, kent men geene krygsopschryvingen, geene inkwartieringen van soldaaten, enz.Ga naar voetnoot(*).’ - ‘'t Is zoo,’ vervolgt de Heer volney, ‘de aanbieders van zoo veele voordeelen zeiden niet, dat deeze fraaie bosschen een hinderpaal waren, die vóór allerlei beplanting moet weggeruimd worden; dat de boomen, één voor één, moeten omverre gehouwen, verbrand, en het land met aanmerkelyke moeite en kosten gezuiverd worden; dat 'er, voor | |
[pagina 28]
| |
den tyd van ten minsten twaalf maanden, allerlei leevensmiddelen, van een verasgelegenen oord, moeten worden opgedaan; dat jaagen en visschen, die, naa een goed ontbyt, uitspanningen zyn, in een wild en woest gewest zeer vermoeiende werkzaamheden zyn. En bovenal zeiden zy niet, dat deeze voortreffelyke landeryen in de nabuurschap van eene soort van wilde dieren lagen, erger dan wolven of tygers, de menschen, Wilden genaamd. In 't kort, volgens den marktprys in Amerika waren deeze landen weezenlyk niet meer waard dan drie stuivers of vierdehalve stuiver de aker, en geen kooper in het land zelf zoude 'er meer voor gebooden hebben.’ En evenwel met dit alles ging de Scioto-maatschappy bankroet, als geene betaaling kunnende doen aan de Ohio-maatschappy, den oorspronklyken eigenaar en verkooper, die door de verrigtingen van haaren schuldenaar zich niet als verbonden beschouwde, en weigerde aan de Franschen het land te leveren, 't welk zy reeds betaald hadden. Hieruit ontstondt een zwaar pleidooi, 't welk de volkplanters te heviger drukte, naardien zy hun geld reeds hadden uitgegeeven.’ Indien deeze daadzaaken den Emigranten niet de oogen openen, en hun de dwaasheid van het koopen van Amerikaansche landeryen in Europa niet doen zien, kan ik alleenlyk zeggen: Qui vult decipi, decipiatur. De Heer volney berigt ons, dat, in den Jaare 1795, deeze Volkplanting te Philadelphia naauwlyks bekend was, en dat hy, om dezelve te bereiken, eenen weg van meer dan tweehonderd mylen, door een bergagtig en bykans woest gewest, moest asleggenGa naar voetnoot(*), en dat hy vervolgens, met een schuit zestig mylen de rivier Groot Kanhaway, door een nog woester land, zynde afgezakt, vier mylen van Gallipolis voet aan land zette. Tot eene beschryving van den elendigen staat deezer ongezonde Vastigheid beroep ik my op het Werk zelf, als hebbende, tot bewys van myne stellinge, meen ik, genoeg gezegd; tot myne eigen waarneemingen zal ik nu terugkeeren. Hoewel een hoefpagter geen gelds genoeg hebbe om een landgoed te koopen, kan hy, evenwel, penningen genoeg byeenbrengen, om zynen overtogt te betaalen (slegts twaalf guinies voor vragt by de stuurplegt en gezond voedzelGa naar voetnoot(†);) en dan | |
[pagina 29]
| |
zal hy in de gelegenheid zich bevinden, om landeryen naar welgevallen uit te kiezen, en dezelve op een vasten voet en tegen Amerikaanschen marktprys te bekoomen. Indien hy niet in staat zy, zynen overtogt te betaalen, moet hy zich by den eenen of anderen Agent vervoegen, die overal door deeze Eilanden (van Groot-Britannie) zyn verspreid, Emigranten opspoorende, en, zoo goed als hy kan, met hun een akkoord aangaan. 't Geen ik voorheen heb gezegd, zal ik hier slegts herhaalen, dat, hoe gemaatigd dit akkoord ook moge schynen te weezen, het indedaad buitenspoorig is; en indien een eigenaar van Amerikaansch land negen tiende deelen van hetzelve aan gevestigde landbouwers om niet gaf, het overige een tiende deel eene voordeelige kans zoude geevenGa naar voetnoot(*). Deeze aanmerkingen kunnen hem derhalven van dienst zyn, naardien hy zyne eigen aangelegenheid kennen, en diensvolgens maatregelen zal neemen.
Thans hebben wy te spreeken van de Handwerkslieden. Om van de bespiegelende beginzelen van franklin, den Abt mably, brissot, price en menigvuldige andere Schryvers niet te gewaagen, volgens welke handwerkslieden in de Vereenigde Staaten, althans voor een langen tyd in het toekoomende, geenen opgang kunnen maaken, zal ik myne aanmerkingen op deezen grondslag bouwen. Naauwlyks gelukken aldaar eenige handwerken, dan dezulke, die nuttig genoemd worden, dat is, de zodanige, die stukken vervaardigen, welke, door langduurige gewoonte, als weezenlyk noodzaakelyk geöordeeld worden: by voorbeeld, een timmerman en een smid, en dat wel alleenlyk in grof werk. Wat fynwerkers, of die tot sieraad dienen, aangaat, nimmer zullen deeze hun oogmerk bereiken, om reden dat de Amerikaanen op Engelsche waaren gesteld zyn, van welken 'er telkens nieuwe patroonen, en die fraaier bewerkt zyn, worden ingevoerd, en die, in weerwil der inkoomende regten, laager in prys zyn dan de waaren, die in Amerika zyn gewerkt, uit hoofde der buitenspoorig hooge arbeidsloonen. Een Engelsche handwerksman zal, by zyne komst in de Vereenigde Staaten, spoedig werk bekoomen en goed loon verdienen; doch allen klaagen, dat de Amerikaanen inboorlingen naast hen plaatzen, om hun de tanden uit het hoofd te kloppen, (dat is, om hunne wyze van doen af te zien) en wanneer zy hun oogmerk bereikt hebben, of indien zy hetzelve niet kunnen bereiken, doordien de handwerksman, gelyk veelal gebeurt, eene afzonderlyke werkplaats ver- | |
[pagina 30]
| |
zoekt, bieden zy hem een daghuur aan, welken hy niet wil aanneemen, of zeggen hem aan, dat zy geen werk meer voor hem hebben. Van hier, indien hy een weinig gelds heeft, dat hy bykans altyd zyn bedryf laat vaaren, en een herberg of winkel begint, als een zekerer middel om zyn brood te winnen. In de geheele uitgestrektheid der Vereenigde Staaten, Noord- en Zuidwaarts, is my slegts één voorbeeld van een Engelschen handwerksman bekend, die met zyn beroep een stuiver gelds overwon; doch meer dan honderd voorbeelden zyn my bekend, die zich genoodzaakt vonden, iet anders te beginnen, of, zoo als het met de meesten gaat, zich zoo goed als zy konden te behelpen. Indien een handwerksman na de Vereenigde Staaten oversteeke, zyn ambagt volmaakt verstaande, is het natuurlyk en in 't oog loopende, dat hy dagelyks agteruitteert. Zyne baazen bezitten geen kapitaal; zy kunnen derhalven niet by voorraad laaten werken, of iet anders dan 't geen hun besteld is; van hier, dat, indien de knegt een grooten daghuur verdiene, geduurende den tyd dat hy werkt, de tyd, in welken hy geen werk heeft, meer dan zyn verdienst verslindt. Hy bedenkt niets nieuws, omdat de patroonen uit Engeland koomen; hy moet derhalven slegts een naamaaker worden, maar doorgaans slegts een lapper van Engelsche goederen. Dus verleert hy zyne kunst, en hy is 'er van overtuigd. Indien hy zyne eigen zaaken beginne, moet hy zelve werken; en de hand van éénen ambagtsman, hoewel zy, door aanhoudend werken, hem iets meer dan het noodig onderhoud zal geeven, zal hem egter niet ryk maaken. De Amerikaansche jongelingen, die mannen zyn zoo dra zy jongens zyn geworden, worden zelden, en ik mag wel zeggen, geloof ik, nooit, opgeleid om een geregelden leerdienst door te staan; zy zyn, misschien ingevolge van het klimaat, niet arbeidzaam. In alle opzigten zyn zy zeer slegte werklieden, drie uitgezonderd: het scheepstimmeren, ruw yzerwerk, en metzelen. En eindelyk vraagen zy van anderhalve tot drie dollars dagloon voor het weinige en slegte werk, welk zy vervaardigen; terwyl men dan nog geen vasten staat kan maaken, dat zy het tegen den bestemden tyd zullen gereed hebben. Eene andere, en misschien de kragtigste reden tegen het maaken van opgang der ambagtslieden in de Vereenigde Staaten, is het volstrekt gebrek aan nayver. In Engeland doet een leerling zyn best om een goed werkman te worden, tegen den tyd dat zyne leerjaaren eindigen; de werkman legt 'er zich op toe om meesterknegt op den winkel te worden; en de meesterknegt is vlytig, in de hoop van aandeel in de zaak te zullen krygen, of in staat te zyn om zyne eigen zaaken te beginnen. Deeze nayver kan zich tot de hoogste rangen in den Staat uitbreiden. De man, die slegts kleine zaaken omhanden heeft, wenscht dezelve uit te breiden; hy benaar- | |
[pagina 31]
| |
stigt zich om een zeker vast kapitaal te bezitten. Indien hy hierin slaage, streeft hy na een aanzienlyken post, en misschien om lid van het Parlement te worden. Niets van dien nayver bespeurt men in de Vereenigde Staaten; aan geene andere oorzaak, voor zoo veel ik heb kunnen opspooren, kan dit worden toegeschreeven, dan aan de natuur van den republikeinschen regeeringsvorm, welke gelykheid ademt en nayver verdooft. Indien een baas verpligt is, groote dagloonen te betaalen, aan zyne winsten onëvenredig, kan hy zelf nooit ryk worden, en de knegts zyn 'er gemeenlyk beter aan dan hy; en gelyk, volgens de wetten der gelykheid, de mensch een mensch is, bezit de knegt zoo veel fatsoen als de meester, en, minder moeite en zorg hebbende, bekommert hy zich weinig om hooger te klimmen. Ik zal deeze afdeeling besluiten met de aanmerking, dat, indien een Engelsche ambagtsman zyn beroep blyft voortzetten tot op zynen dood, hy nooit daarin eenen opvolger heeft, zelfs wanneer hy kinderen nalaat; het versterft met hem.
En nu van den Arbeidsman! - Zoo in 't oog loopende is de onregtvaardigheid des Afrikaanschen Slaavenhandels, dat dezelve, uit de Sterkte der Waarheid verdreeven, by de Drogredenen eene schuilplaats heeft gezogt. De voorstanders van dien handel houden zich, alsof zy de Afrikaanen als weezens van een ander geslagt, als eene soort van vee, beschouwden. Gelukkig voor hun, indien zy met deeze drogreden voor den Oppersten Regtbank zich konden zuiveren! Thans gaa ik een ander slag van Slaavenhandel beschryven, 't welk zelfs dat zwak bewys ter zyner verdeediginge niet op zyne zyde heeft: ik heb het oog op den invoer van arme landverlaaters in de Vereenigde Staaten. Een Philadelphisch ontwerpmaaker van groot vermogen en crediet hadt den eersten inval van dit winstmiddel, en, gelyk het aan zyne oogmerken vry wel beantwoordde, hadt hy welhaast naavolgers. De wyze, op welke die handel, gelyk voorheen, zoo ook nog tegenwoordig wordt gedreeven, is de volgende. Agenten houdt men door het geheele Vereenigde Kouinkryk van Engeland (alsmede in Holland, Zweden, Deenemarken, Zwitzerland, Duitschland, enz.) byzonderlyk in het Noorden van Schotland en Ierland. Hun werk is, de openbaare huizen te bezoeken, en aldaar in gesprek te treeden met de zodanigen, die eenige blyken van misnoegen betoonen, 't zy ter zaake van het Staatsbestuur, den Godsdienst, of hunne eigen byzondere omstandigheden. Breed geeven deeze Agenten op van de beschryving, van welke de Heer volney eene proeve heeft gegeeven, en kleuren dezelve zoo veel te hooger, naar gelange hunne toehoorders ligtgeloovig of onkundig zyn. Paart zich daar nevens aan hunne | |
[pagina 32]
| |
zyde een blinde godsdienstyver, dan verzekeren hun de Agenten, dat in de Vereenigde Staaten alle Godsdiensten (vry overeenkomstig met de waarheid!) de zelfde zyn, en dat een Roomsch-Katholyke even verkiesbaar is tot President, als iemant, die een anderen, of in 't geheel geenen Godsdienst belydt, indien hy slegts de keuze op zich kan doen vallen!! ‘Maar,’ vraagen de toehoorders, ‘hoe zullen wy zonder geld aldaar koomen?’ - ‘Niets is gemaklyker,’ antwoordt de Agent; ‘op zulk of zulk eenen tyd zal 'er in zulk of zulk eene haven een Amerikaansch schip liggen; en indien gy de kosten van den overtogt niet kunt betaalen, hebt gy slegts met den Kapitein een verdrag voor vier of vyf jaaren aan te gaan. Wanneer gy in de Vereenigde Staaten zyt aangekoomen, kunt gy u naar goedvinden eenen meester kiezen; gy zult als een lid van zyn gezin behandeld worden: want aldaar is geen onderscheid tusschen meester en knegt; en wanneer de jaaren van het verdrag zyn verstreeken, kunt gy een brok van een vry leengoed voor u zelven bekoomen, enz.’ Het schip verschynt; de Agent heeft zyne slagtoffers by de hand, of verzamelt dezelve welhaast, naardien de eene, naadat hy zelve is overgehaald, zich bevlytigt om eenen anderen over te haalen; en alzoo worden 'er drie- of vierhonderd in een schip van tweehonderdvyftig of driehonderd tonnen gepakt, 't welk voorshands met ouden scheepskost (dat is, zulk een, als de Amerikaansche matroozen niet willen aanroeren) is voorzien; en zy vertrekken. Naa een, ik behoef niet te zeggen schriklyken overtogt, worden zy aan land gezonden, om van huis tot huis te gaan, en te vraagen, wie hun verdrag wil koopen. Eenigen willen alleen den man, en met de vrouw en kinderen niets te doen hebben; anderen alleen de vrouw: zoodat het dikmaals gebeure, dat zy van een gescheiden worden. Deeze misleide elendelingen, dus veragtelyk langs de straaten van Philadelphia loopende, heb ik de Philadelphiërs Blanke Slaaven hooren noemen; en die benaaming is zeer gepast. De zulken, die in de stad geenen meester kunnen vinden, worden na het land gezonden. Ondersteld zynde nu, dat zy allen meesters hebben gekreegen, zyn zy even zeer in de magt dier meesteren als de Afrikaansche slaaven, uitgezonderd leeven en dood. Zy worden geslagen en na de gevangenis gezonden, naar goeddunken. Onnoemelyk zyn de voorbeelden, dat de meesters, wanneer de verdragsjaaren op het einde liepen, hunne knegten voorbedagtelyk wreed behandelden, met oogmerk om hen te doen wegloopen; en, die behandeling niet kunnende verdraagen, zyn ze met 'er daad gevlugt. Zy zyn verzekerd dat zy zullen gevat worden; en de zagtheid der Amerikaansche regeeringe veröordeelt hen, om den geheelen tyd nog eens uit te dienen, | |
[pagina 33]
| |
hoewel 'er, ten tyde als zy zich te zoek maakten, slegts ééne week aan het voleindigen van hunne dienstjaaren ontbrak. Deeze wreedheid der meesteren wordt niet als eene verontschuldiging aangenomen. Zommige meesters beleggen het zodanig, dat zy eenige geringe beuzelingen verschieten, of geeven voor, die verschoten te hebben, aan hunne knegten, die voorbedagtelyk zeer kort worden gehouden, en niet een stuiver ten hunnen eigen voordeele, geduurende hunne slaaverny, kunnen overwinnen; en wanneer deeze geëindigd is, zyn zy even zeer in schulden als toen zy 't eerst zich verkogten, en worden door bedreigingen, of door gevangenis, gedwongen, hun dienst-akkoord te vernieuwenGa naar voetnoot(*). Zommigen, zoo als men my berigt heeft, hebben op deeze wyze al hun leeven gediend; en ik hoorde eens van iemant zeggen, dat hy zelf werkelyk twintig jaaren voor vyf guinies hadt gediend, zynde de kosten van zynen overtogt. De voordeelen, uit den Blanken Slaavenhandel voortvloeiende, zullen eenen ieder in 't oog vallen, die weet, dat een dollar 's daags de kleinste daghuur is voor eenen arbeider, die niets anders doet dan steenen klooven, ter verbeteringe van de openbaare wegen. Zoodat een dier arme misleide elendelingen, ondersteld zynde dat hy voor vyf jaaren zich verbonden heeft, om zes dagen in eene week te werken, tegen het allerlaagste dagloon, voor zynen overtogt zal betaald hebben, ten naasten by, de schroomlyke somme van 350 ponden sterling, met aftrekking alleen van kost en klederenGa naar voetnoot(†). De gewoone daghuuren eener vrouwe, en van een jongsken van 10 of 12 jaaren, zyn de zelfde, een dollar in de week, behalven den kost voor rekening van den meester: zoodat elk van deeze iets meer dan 58 ponden sterling zal betaald hebben, naa aftrek alleen van de klederenGa naar voetnoot(§). Uit deeze daadzaaken en berekening, die geenen twyfel overlaatenGa naar voetnoot(**), blykt duidelyk, dat indien een werkman, in plaats van zyn doodcedel (ik bedoel zyn dienstverdrag) te teekenen, zyn handschrift voor de vyf guinies aan den Kapitein geeve, hy hetzelve zal kunnen afdoen en zeer wel bestaan (want deeze klasse van menschen zal in de Vereenigde Staaten zeer wel kunnen bestaan, indien het hun vrystaa te werken, voor wien zy willen) in het tydverloop van drie inaanden. Terwyl ik te Philadelphia was, wierdt een dier | |
[pagina 34]
| |
Agenten door een Huis in die Stad na het Noorden van Ierland gezonden, en kwam met eene volle laading Slaaven terug. De arme lieden, eenige weinige dagen aan land geweest zynde, en de dingen geheel anders vindende, dan dezelve door den Agent aan hun waren afgebeeld, wierden woedende, liepen met groot gedruis langs de straaten, en gingen in de meeste herbergen, met oogmerk om hem te zoeken, zweerende, indien zy hem in handen kreegen, hem te zullen vermoorden, om hem het van nieuws opligten van menschen te verleeren! Maar hy hadt de Stad verlaaten, en zich ten huize zynes meesters op het land verschoolen. Gelyk ik dit narigt beschouw, als aan de verongelykte menschelykheid regt doende wedervaaren, zal het tevens voegen, geen onregt te doen aan de Amerikaanen in 't algemeen, alle welken, uitgezonderd de zulken, die deezen onregtvaardigen Blanken Slaavenhandel dryven, denzelven even zeer veragten, als de zulken onder ons, die geene Guineesche handelaars zyn, den onmenschelyken handel in Zwarte Slaaven versoeien. Ik ben, Mynheer, enz. beacon. Londen, 2 Oct. 1804. |
|