Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1805

Lektuur bij het Ontbijt en de Thetafel. Uitgegeven door Paulus van Hemert. IV en Vde Stuk. Te Amsterdam, bij M. Schalekamp, 1805. In gr. 8vo.

Eenmaal dit Werk bij deszelfs aanvang breed aangekondigd hebbende^(*), het geen uit deszelfs aard niet geschikt is voor gedurige Recensiën, nam de Recensent de pen andermaal alleen op, om, na zijne betuigde verwachtingen van des Schrijvers oordeel, smaak, geleerdheid en vernuft ten dienste der verlichting en beschaving, zijne verontwaardiging te uiten over de wijze, op welke van hemert zich meende te moeten wreeken over ongunstige aanmerkingen op zijn geschrijf door eenen anderen Recensent^(†). Thans doet hij het eeniglijk, om zijne verwachtingen van dit Werk, welke hem zoo aangenaam waren, te leur gesteld te noemen, daar hij deze Lektuur met minachting en wrevel van de ontbijt- en thee-tafel verworpen vindt in huisgezinnen, wien het te voren een aangenaam onderhoud was, maar wier eerbaarheid het duldeloos is, zich door eene lektuur, van welke men dit nooit verwachten kon, en zonder eenig waarschuwend opschrift, onder den algemeenen naam van allerlei, overvallen te zien met bedenkingen over het werk der voortteling; met bijzonderheden over de maagdelijke kuischheid bij zommige volkeren, en met eene vertelling wegens vrouwelijke oneerbaarheid, die gezamenlijk het dartel onderhoud van bordeel-confraters mogen uitmaken, maar door de eerbaarheid niet gelezen willen worden, ten zij de beoefening der natuurlijke geschiedenis van den Mensch dit noodzaaklijk maakt, en derzelver geregelde beschrijving den kieschen Schrijver, zijnes ondanks, tot zulke bedenkingen en verhalen dringt, beneden welke de vertelling van den Jesuiten prediker nog altijd zoo laag ligt, dat zij nooit meer dan eene onbeschofte aardigheid mag heten, wanneer zij bij vrouwen wordt uitgekraamd.

(*) Voor 1804. N^o. VI. bl. 248.

(†) Voor 1805. N^o. I. bl. 45.