Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1805
(1805)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijHet Leven van George Washington, uit deszelfs oorspronglijke Papieren, onder toezigt van Bushrod Washington, zamengesteld, door John Marshall, Opperrichter in de Vereenigde Staaten, enz. Uit het Engelsch, door J. Werninck, Theol. Dr. enz. te Londen. Met Kaarten en Plaaten. Iste Deel. Te Haarlem, bij A. Loosjes Pz., 1805. In gr. 8vo. 344 bl.Washington, den grooten, den éénigen washington, heeft het, bij diens leeven, aan geen Leevensbeschrijvers ontbrooken, van dien tijd af, dat hij zich, als den Voorstander, den Verdeediger, den Vrijvegter zijner Landgenooten, in volle grootte vertoonde. Men herhaalde 's Mans bedrijven, toen hij, met het eindigen der jongstverloopene Eeuwe, zijn roemrijk leeven, in het vol bezit van den verworven roem, besloot. Traanen van eerbied, traanen van dankerkentenis en liefde besproeiden zijn graf. Onze aantekening aan den voet deezer bladzijde, eene optelling behelzende van 't geen hem betreffende geschreeven en vertaald is, zou eene lange lijst vertoonen, en ons Mengelwerk deelde, van tijd tot tijd, mede in het gedenken, waardeeren en roemen | |
[pagina 535]
| |
van dien nimmer te vergeeten, nimmer hoog genoeg geschatten, nimmer volpreezen Man. - Kundschaps genoeg, lof in overvloed hem gegeeven, zou men misschien zeggen, en die stoffe veelerwijze uitgeput rekenen; te meer, daar hij, zelfs van de Engelschen, wien hij de Noord-Americaansche Staaten ontwrong, nu veelal eenigzins op zijne waarde geschat wordt. Met dit alles verheugden wij ons, toen wij, in de Engelsche Maandwerken, de nadere Leevensbeschrijving, niet alleen aangekondigd, maar als een meesterstuk gepreezen zagen. 't Leedt niet lang, of de Nederduitsche Vertaaling deezes in 1804 uitgekomen Werks werd aangekondigd. Het Eerste Deel daarvan ligt thans voor ons, uit welks Voorberigt, met meesterlijke trekken door den Schrijver van het oorspronglijk Werk ontworpen en hier vertaald, wij de weinige woorden van den Uitgeever der Nederduitsche Vertaaling noodig agten hier plaats in te ruimen, als strekkende om zijnen Landgenooten reden te geeven van eene verschikking, die hij, met goedvinden van den Vertaaler, zich veroorlofd heeft. ‘Het Eerste Deel, naamlijk, van het oorspronglijke behelst een belangrijk verhaal van de voornaamste gebeurtenissen, den Americaanschen Oorlog, welke de vestiging van dien Staat veroorzaakte, voorafgegaan, door welks uitvoerigheid veroorzaakt wordt, dat het Leeven van george washington eerst met het Tweede Deel eenen aanvang neemt. Dit heeft, zo niet de Americaansche, althans zeker zelfs de Engelsche Leezers onaangenaam te leurgesteld, en ik meende goede reden te hebben om van mijne Landgenooten het zelfde te verwachten. Derhalven oordeelde ik het best, om het Tweede Deel van het oorspronglijke het eerste der Vertaaling te doen zijn, en om liever de Geschiedenis der Americaansche Volkplantingen, tot op den voor dezelve zoo beslissenden Oorlog, als een bijvoegzel op het Leeven van den grooten washington te doen strekken, achtende, dat, hoe belangrijk en noodzaaklijk die Geschiedenis zij, en met het Leeven van den Held en Staatsman in betrekking moge staan, hij zelve egter op den voorgrond verdient geplaatst te worden. - De Schrijvers van the Monthly Review, sederd zoo veele jaaren voor uitmuntende Boekbeoordeelaars gehouden, deeden mij, door hunne beoordeeling van het Eerste Deel des oorspronglijken, te vrijmoediger de bovengemelde verschikking | |
[pagina 536]
| |
maaken.’ - Dit verschikking maaken is blijkbaar geheel iets anders dan het neemen eener dikwijls niet aangeduide vrijheid om uit het oorspronglijke stukken weg te laaten. Juist ligt voor ons het Stukje van the Monthly Review, waarin die beoordeeling voorkomt. Wij neemen, daar het tot staaving dient van eene even aangevoerde bedenking, en ons de waardeering dier strenge Boekbeoordeelaaren van dit Werk doet kennen, den aanhef over: ‘De nieuwsgierigheid, welke doorgaans opgewekt wordt door nieuwe uitgaven van Leevensbeschrijvingen, is doorgaans geëvenredigd aan het belang, 't geen men stelt in den Persoon, wiens Leeven verhaald wordt. Nogthans is de weetgraagte der menschen zodanig, dat men dikwijls veel aandagts besteedt aan breedspraakige vermeldingen van vrij beuzelagtige bedrijven, in de gedagtenis van weinig beduidende persoonen. - Verre in de daad van zodanige bijwoorden te verdienen, was het Character en waren de Daaden van george washington, in vergelijking met welken Man weinigen onder het Menschdom, ten minsten in laateren tijde, zo uitsteekend de eere eener Leevensbeschrijving verdienden, en die op eene zo uitsteekende wijze het zijne toebragt om het Geschiedblad te vullen en een eerwaardig voorkomen bij te zetten. Indien, in dit geval, de aandagt, welke het Publiek daaraan verleent, geëvenredigd is aan het weezenlijk belang en de aangelegenheid des onderwerps, dan zeker moet de Leevensbeschrijving van washington met geestdrift ontvangen worden en een zeer uitgebreiden loop neemen.’ De Nederduitsche Vertaaler van dit Werk heeft zijne taak zeer wel volvoerd, en, ten dienste zijner Leezeren, hier en daar eene ophelderende Aanmerking aan den voet der bladzijden geplaatst. De Druk is des Werks waardig, de Afbeelding van den Held schoon, en de Kaart van de Noordlijke Provincien der Vereenigde Staaten, in dit Deel voorkomende, is wel uitgevoerd. Dan dat wij het Werk, waarvan wij reeds zo veel gezegd hebben, nader inzien. Te breedspraakig zou het weezen, den Inhoud der Hoofdstukken, hoe zeer hoofdzaaklijk opgegeeven, plaats te verleenen. Het algemeen beloop, met eene hier en daar ten voorbeelde uitgekoozene plaats, zal onze Leezers moeten vergenoegen, of liever dienen om de greetigheid na het Werk zelve op te | |
[pagina 537]
| |
wekken. Althans de taal van Menschenregt, de taal der welbegreepene Vrijheid, die wij hier hooren voeren, tegen geweld en onderdrukking; de daaden, welke wij hier zien volvoeren, om deeze te verdeedigen, geene te bestrijden, - zal elke Menschen- en Vrijheidsvriend met opbeuring leezen. Hij viert het Feest van Menschenregt en Vrijheid! - Het is, opdat wij 'er dit bijvoegen, altoos eene wenschlijke en groote zaak in de Geschiedenissen, de voornaamste Persoonen zelven te hooren spreeken, hunne eigene vertoogen te leezen. Dit moge eene uitvoerigheid aan dezelve geeven, welke, van des onkundigen, veelligt met den naam van langwijligheid bestempeld wordt; dan elke beminnaar van geschiedkundige waarheid zal aan die schrijfwijze het zegel zijner goedkeuringe hangen. - - Ongevoelig vinden wij ons weder tot prijzen opgewekt, daar wij het Werk zelve nader zouden doen kennen. - Dit Eerste Deel is in drie Hoofdstukken onderscheiden. Het Eerste houdt ons niet lang op bij de afkomst van den jongen washington, gebooren in Virginie den 22 van Sprokkelmaand 1732, die, zijnen Vader op zijn tiende jaar verlooren hebbende, eene zogenaamde Engelsche opvoeding van zijne Moeder ontving, welke de uitsluiting van het aanleeren van andere taalen behalven onze eigene in zich bevat; als landmeeter besteedde hij zijnen jeugdigen tijd; dan teffens begon de neiging van zijnen geest zich vroeg te ontwikkelen. De oorlog, waarin zijn Vaderland met Frankrijk en Spanje was ingewikkeld, stak het eerst die verborgen vonken aan, welke naderhand, met gelijken glans en voordeel, een zo helder vuur werden. Vijftien jaaren oud zijnde, verzogt hij zo dringend om in den Engelschen Zeedienst te mogen treeden, dat men eene Cadetsplaats voor hem verkreeg. Dan de tusschenkomst van eene vreesagtige en liefderijke Moeder verhinderde den aanvang van zijne krijgskundige loopbaan. Negentien jaaren bereikt hebbende, werd hij tot den krijgsdienst zijns Vaderlands opgeroepen, en tot Adjudant-Generaal van Virginie, met den rang van Majoor, aangesteld. Wat hij als Gezant tot de Franschen op de Ohio bedreef, en zijne eerste krijgsverrigtingen, wordt omstandig beschreeven. Washington, wiens oorspronglijke gehegtheid aan het krijgsleeven, door de toejuichingen zijner eerste poogingen en krijgsbedrijven, eer toegenomen dan verminderd was, kon, bij het eindigen | |
[pagina 538]
| |
van den Veldtocht, door het moedig en fijn gevoel van een' krijgsman, niet verdraagen, zich aan de laage vernedering, om in rangschikking voor de krijgslieden uit Engeland gezonden onder te doen, te onderwerpen. Hij verliet den krijgsdienst, en, zijn oudste Broeder gestorvan zijnde, werd hij bezitter van het landgoed Mount Vernon. In deezen standwissel stondt het geschaapen, dat hij het Krijgs- voor het Landleeven zou verwisselen. Dan hij nam, op zeer loflijke voorwaarden, den krijgsdienst weder aan. Veragteloozing van zijnen raad had een deerlijke nederlaage ten gevolge, waarin hij de éénige Officier bleef, die in leeven en niet gewond was. ‘De Colonel washington,’ om hier de woorden zijns Leevensbeschrijvers te bezigen, ‘werd beschouwd als de roem en het cieraad van het krijgsweezen, en zijne achting groeide bij elke gelegenheid, waarin hij zijne poogingen kon aanwenden. Zijn gedrag in deezen strijd werd algemeen geroemd; en het openbaar gevoelen zijner Landgenooten was, dat, wanneer men zijnen raad gevolgd had, de verwoesting op den dag der nederlaage vermijd zou geworden zijn.’ - Hij werd vervolgens in Virginie aangesteld tot Opperbevelhebber over de aangeworven krijgsmagt, met het buitengewoon voorregt, om zijne eigene Stafofficieren te benoemen. Zonder oneere den dienst kunnende aanvaarden, nam hij met blijdschap de aanstelling aan, hem door zijn Vaderland aangeboden. Nieuwe onaangenaamheden bejegenden hem van wegen de Engelschen. De Luitenant-Gouverneur, aan wiens bevel hij tot in de geringste bijzonderheid onderworpen was, wierp, door onkunde of stijfzinnigheid, washington's ontwerpen menigmaal omver, en gaf bevelen, die niet dan met zeer veel gewaagdheid en moeite konden uitgevoerd worden. Manlijk klonken zijne verdeedigingen, - trouwhartig zijne raadgeevingen. De vrijmoedigheid, met welke hij de genomene maatregelen berispte, gaf den Engelschen Gouverneur aanstoot, die de berispingen voor een bewijs van gebrek aan agting voor hem opnam. Met dit alles zag hij geene waarschijnlijkheid om op den duur in den dienst geplaatst te worden: het nederleggen van zijne aanstelling kwam bij hem in ernstige overweeging; doch het vooruitzigt van eenen meer werkzaamen dienst bepaalde hem om zijnen post nog éénen veldtocht aan te houden. | |
[pagina 539]
| |
Het welslaagen van dien veldtocht, het verdrijven der Franschen van de Ohio, veroorzaakte, in eene groote maate, een einde aan de vijandlijkheid der Indiaanen. Zijn Vaderland was nu verlost van het gevaar, waarmede het gedreigd was geworden. Het groot oogmerk, waartoe hij in den dienst gebleeven was, zag hij bereikt. Veel had zijne gezondheid geleden, en zijne huislijke zaaken vorderden zijne aandagt. Hij deedt afstand van zijnen post, tot groot leedweezen der Officieren, die onder hem gediend hadden. Dit gevoelen bepaalde zich niet alleen tot de Officieren van zijn Regiment - het was algemeen in Virginie, en werd ook gevonden bij de Britsche Officieren, die met hem gediend hadden. - Zijne bedrijven moeten in het Werk zelve geleezen worden. Niet lang naa dat washington van zijnen krijgspost afstand gedaan hadt, tradt hij in 't huwelijk met de Weduwe van den Heer curtis; eene Dame, aan welke hij, zedert eenigen tijd, ten sterksten verknogt was, en die, bij een aanzienlijk vermogen en schoone gestalte, die beminnelijke hoedanigheden bezat, welke huislijk geluk te wege brengen, en met stil doch vermeerderend geluk de vreedzaame tooneelen van het huislijk leeven vervullen. Op die tooneelen wenschen wij onzen Held te zien; en wat hem dezelve weder voor de woelingen des krijgsleevens deedt verwisselen, verlangen wij na te gaan: doch wij moeten daarmede verwijlen. Het Tweede Hoofdstuk deezes Deels, alsmede het Derde, bestemde de Leevensbeschrijver tot iets anders. Het voorschrift van toussaint heeft hij zich mogelijk herinnerd, die wil, dat men in de Geschiedenis de Gebeurtenissen met de Characters vereenige, om licht over beiden te verspreidenGa naar voetnoot(*). De Heer marshall, bij den aanvang van het IIde Hoofdst., merktop, hoe de Volkplantingen nimmer sterker en algemeener aan het Moederland gehegt waren, dan naa den nu geëindigden Oorlog. Dan nooit was de trap van gezag, welk het Moederland van regtswegen over deszelfs Volkplantingen mogt uitoefenen, naauwkeurig bepaald. Zints lang was men 'er aan Belastingen gewoon. Tegenspraak ontmoette eene Belasting op het Zegel, en bragt handelingen voort, die | |
[pagina 540]
| |
Dwang ademden. - Deeze Belasting werd van eene op de Thee gevolgd, die de eigenlijke bron geworden is van den Oorlog tusschen Engeland en de Noord-Americaanen. Wat des betreffende voorviel, wordt in het Tweede Hoofdstuk voorgesteld, en in het Derde vervolgd. - Hoe veel, ten dien tijde, geschreeven is over dien Volkstwist, zal men hier de worstelingen der Vrijheid tegen Dwinglandij en Overheersching met genoegen leezen, en alzins ontwaaren, dat die twist een twist was omtrent het grondbeginzel, en ook volkomen op grondbeginzel werd aan den gang gehouden. De Americaanen bedoelden, blijkens alle de hier voorkomende stukken, geene afscheuring van het Moederland; zij werden tot wederstandbieding en het handhaaven hunner Regten genoodzaakt. Dan wij moeten onze Leezers niet langer ophouden, maar tot die uitgewerkte Hoofdstukken verzenden. |
|