Coup-d'oeil rapide sur M. Schimmelpenninck, Grand-Pensionnaire de la Republique Batave. a Harlem, chez A. Loosjes Pz. 1805. Gr. 8ve. 36 pages.
De buitenlandsche Schrijver van deezen vlugtigen Oogslag op den Heere schimmelpenninck houdt het voor eene dwaaling, te gelooven, dat groote Mannen niet, dan naa hunnen dood, moeten gepreezen worden. De Ouden, de Grieken en de Romeinen, gingen anders te werk. Hij volgt deezer voetstappen, en wijdt de weinige bladzijden aan den Lof van schimmelpenninck, met wederkaatzenden glans op Keizer napoleon. Om deezen te meer te doen afsteeken, dienen de schaduwen, van eene zeer donkere en afzigtige kleur, op den Koning van Engeland en diens Ministerie geworpen. ‘Hij biedt,’ dus luidt de aanvang, waaruit men den inhoud kan opmaaken, ‘der bewonderinge en erkentenisse van het Publiek een getrouw, schoon vlugtig opgemaakt Tafereel aan van eenen Man, groot door zijn Vernuft, veel grooter nog door zijne Deugden, door de Natuur bestemd om zijn Vaderland te behouden, 't welk tot deszelfs staatkundige ontbinding scheen voort te snellen, en om in deszelfs vroegeren roem en ouden voorspoed een Volk te herstellen, uitgeput door beroerenissen