Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1805
(1805)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijVerhandeling over de Aardamandelen, derzelver nut, voortreflijkheid en menigvuldig gebruik, inzonderheid tot eene uitnemend gezonde en goedkoope Koffij, als mede tot Olij, Brood, Brandewijn, Orsade, Vanille, Dessert, Voeder voor het Vee, e.z.v. Door J.L. Christ. Uit het Hoogduitsch. Opgedragen aan de Maatschappij van Landbouw te Amst. door P.G. Witsen Geijsbeek. Te Amsteldam, bij J.G. Rohloff. In gr. 8vo. 48 bl.De Indische Producten, door verschillende oorzaken, en bijzonder door den aanhoudenden Oorlog, zoo aanmerkelijk in prijs gestegen, en voor het algemeen minder verkrijgbaar geworden zijnde, is men inzonderheid in Duitschland bedacht geweest, om de schaarsheid en het gemis derzelven, zoo wel omtrent het huishoudelijk als geneeskundig gebruik, door andere minkostbare gewassen, en die ook binnenlands kunnen voortgeteeld worden, te vergoeden. - De algemeen geliefkoosde en thans zoo dure Koffij natuurlijk ook in aan- | |||||||||||||||||||||
[pagina 397]
| |||||||||||||||||||||
merking gekomen zijnde, heeft men zich toegelegd, om surrogatien voor dezelve uit te denken en aan te kweken. Daaromtrent zoude men echter in den eersten opslag te recht kunnen vragen, of wij menschen niet zeer inconsequent handelen; terwijl, toen de Koffij, door haren matigen prijs, algemeen-verkrijgbaar was, men van alle zijden het nadelige en gevaarlijke voor de gezondheid, van dien warmen drank, uitschreeuwde, en een groot getal kwalen daarvan wilde afleiden; en dat men thans, daar zich de gelegenheid opdoet, dat men dezelve, wegens haren zoo geweldig verhoogden prijs, moet laten varen, wederom even ijverig is, om middelen aan de hand te geven, waardoor men zich op eene goedkopere wijze van warme dranken zon kunnen voorzien! Dan, behalven het abusus non tollit usum, dient hier ook in aanmerking genomen te worden, dat de nadere ontwikkelde denkbeelden, omtrent de uitwerkingen van warmte en koude op ons ligchaam, ons geleerd hebben, dat het niet overdreven gebruik van matig-warme dranken op verre na dat nadeel voor de gezondheid niet te wege brengt, 't welk men daaraan heeft willen toeschrijven; en dat de kwade gevolgen, die men op het misbruik der Koffij heeft zien ontstaan, veel eerder door die plant zelve, uit hoofde van hare bestanddelen, kunnen veroorzaakt worden; welke echter op verre na niet zoo menigvuldig zijn, als men volgens hahneman zoude moeten veronderstellen, die onlangs de Koffij als een der ergste langzaam werkende vergiften (in den algemenen zin) afgeschilderd heeft; terwijl toch de goede oprechte Koffij ook hare goede zijde heeft. In dier voege zijn dan de evengemelde pogingen, omtrent het thans bijna onmisbaar geworden gebruik der warme dranken, niet alleen als een middel van bezuiniging, maar ook geneeskundig beschouwd, van een wezenlijk belang voor de Maatschappij; waaromtrent men echter dient in het oog te houden, dat die gewassen, welke als surrogatien der Koffij zullen dienen, behalven dat ze den smaak eenigzins behoren te voldoen, ook door derzelver hoedanigheden niet schadelijk kunnen worden; en dat het dus geenszins onverschillig is, welke middelen daartoe worden voorgeslagen. - De Aardamandel nu, van welke in vroeger tijd scheuchzer, lamark, villars, desfontaine uitvoerige beschrijvingen geleverd hebben, schijnt onder de veelvuldige surrogatien der Koffij, | |||||||||||||||||||||
[pagina 398]
| |||||||||||||||||||||
die aangeprezen en in gebruik geraakt zijn, volgens de nadere onderzoekingen omtrent dezelve door juch, bucking en preuschen, zoo wel door derzelver smaak als bestanddelen, best aan het oogmerk te zullen voldoen, het welk dan ook de Schrijver van dit Werkje op eene beknopte en echter duidelijke wijze tracht te betogen; ten welken einde hij, na vooraf eene botanische beschrijving van dezelve gegeven en die met twee Plaatjes opgehelderd te hebben, al het noodwendige omtrent de planting, en verder al het gene deze vrucht en derzelver bereiding ten drank betreft, verhandelt; waarop hij nog eenige bijzondere aanmerkingen laat volgen omtrent het oeconomisch nut, welk die Amandelen, behalven als surrogaat der Koffij, konden hebben, het geen door twee verschillende getuigschriften, die het gezegde bevestigen, besloten wordt; van welk alles wij het nogtans overtollig achten eenig uittreksel te geven, dewijl wij met grond veronderstellen, dat dit boekje, waarvan de vertaling in goede handen gevallen is, algemeen zal gelezen worden. Een enkele misslag kunnen wij nogtans niet onaangemerkt voorbijgaan, die wij, het origineel niet bij de hand hebbende, onkundig zijn, of aan den Schrijver, of wel alleen aan den Vertaler, zij toe te Schrijven; en deze is, dat, volgens het op bladz. 20 en 21 opgegeven chemisch onderzoek, de bestanddelen van 100 delen, 106 delen uitmakenGa naar voetnoot(*); terwijl deze opgave bovendien ook niet strookt met het gene de gemelde Hoogl. juch aangemerkt heeftGa naar voetnoot(†). Zoude hier ook eenige | |||||||||||||||||||||
[pagina 399]
| |||||||||||||||||||||
verwarring plaats gehad hebben, met die 0,47 bestanddelen vezelige stoffe en de 0,06 delen harst, die door het roosten daar uit getrokken worden? De Zaai-amandelen zijn bij den Uitgever van dit Werkje te bekomen, tegen 24 stuivers het 100, enz. |
|