geeven Stukken, van lodewijk den XVI volledig zijn. Bij het laatste Stuk zal het noodig Voorberigt gevoegd worden.’
Dat noodig Voorberigt, hier agtergebleeven, vergezelde het oorspronglijke. Een en ander onzer Medeboekbeoordeelaaren in Engeland lieten 'er zich over uit. Deez geloofde, schoon met eenige huivering, aan de Echtheid der Brieven; geene lochende dezelve voluit.
Wij stelden de berigtgeeving deezes Werks uit, tot dat het laatste Stuk met de beloofde Voorreden zou verscheenen zijn. Dan wij moeten bekennen, dat de Voorreden, schoon breed genoeg, niet bevat die bewijzen, welke men voor de Echtheid van Brieven, met regt, vordert. Stoute verzekeringen doen hier niets af.
Mejuffrouw williams, de in 't lichtbrengster, en die deeze Brieven met eenige Aanmerkingen vergezeld heeft, is, door veele haarer vertaalde Schriften, onzen Landgenooten genoegzaam bekend, en door veelen hooger gesteld, dan bij de Engelschen, die haare Revolutionaire denkbeelden niet kunnen dulden. Schoon zij eenigzins bekomen is van de heftigheid, die voorheen haare pen gloeijende woorden deedt schrijven, heeft zij niet weinig van de oude geestdrift behouden, dan weet dien veelal in te binden; en heeft zij, schoon eene voorstandster der Revolutie over 't algemeen, de voeglijkheid zeer in acht genomen. Zij geeft alzins blijken, met den voortgang der Fransche Omwentelinge door en door bekend te zijn. Door dien loop te vergelijken met de dagtekeningen dier bijzondere Brieven, tragt zij aan te toonen, hoe verre 's Konings hart met zijne openbaare daaden overeenstemde; hoe verre lodewijk de XVI ter goeder trouwe handelde, in de door hem gedaane toezeggingen en beloften. Uit dit onderzoek wordt het hoogst twijfelagtig, of de Koning van Frankrijk ooit, in goeden ernst, besloot, om de Constitutie des Jaars 1791 tot stand te brengen; ten minsten is het openbaar, dat, indien hij immer tot de nieuwe orde van zaaken neigde, zulks korten tijd duurde, en hij tot de voorige denkbeelden welhaast wederkeerde.
Heeft haare schrijfwijze in de Aantekeningen, ten opzigte van den geweezen Koning, zo veel gemaatigdheids, zij laat dezelve geheel vaaren, en schrijft in eenen anderen toon, zo dikwijls de naam van M. bertrand de moleville voorkomt.