bekeering van Joden en Heidenen; de derde zal plaats hebben bij de voleindiging der wereld. 'Er zijn, meent hij, vele voorzeggingen, zoo wel van de tweede, als van de eerste toekomst van Jesus Christus, voorhanden. De tweede toekomst van den Messias zal in alle navolgende plaatzen (!) voorspeld zijn: 2 Sam. VII:16. Ps. II:6-9. XXII:24-32. LXVIII:22-36. LXIX:36, 37. LXXII geheel. LXXXIX:28-30, 36-38. CX geheel. CXXXII:10, 11, 13-18. Jes. II:2-5. IV geheel. IX:5, 6. XI:10-12. XXV:6. XXXII:1-5. XXXV geheel. XLIX geheel. LII:6. LV geheel. LIX:16. LXI:4. LXII:10-12. LXV geheel. LXVI:5. Jerem. XXIII:5-8. XXX:3-11. XXXIII:14-16, 20-26. Ezech. XXXIV:23, 24. XXVII:21-24. Dan. II:44. VII:27. Hos. III:4, 5. Amos IX:11. Mich. IV:1-8. Hagg. II:8. Zach. III:10. VI:12. XIV geheel. En nu beschouwt hij de gebeurtenisen, die in de laatste tien jaren der vorige, en in de eerste jaren van deze pas begonnen Eeuw, zijn voorgevallen, op grond der aanduidingen van Jesus, bij Matth. XXIV:2, 4, 6, 7, 32, 33, als voorboden van den grooten dag der bekeering van Joden en Heidenen, en der tweede toekomste van Jesus Christus. Oorlogen en geruchten van oorlogen in allerlei werelddeelen, binnenlandsche beroerten, en opstanden van het eene volk tegen het andere, en van het eene komingrijk tegen het andere, hongersnooden, pestilentien en aardbevingen, op verscheidene plaatzen; dit alles, en dat wel terzelver tijd, moet ons doen denken aan de teekenen van de tweede toekomste van Jesus Christus, door Hemzelven naauwkeurig opgegeven. Een aantal nieuwstijdingen, uit eenige Schiedamsche Couranten overgenomen, strekken tot Bijlagen, om ons zeer vele ginds en elders gebeurde zaken, waarin de Schrijver de volkomenste overeenkomst vindt met de aanwijzing van Jesus, te erinneren. Hier wordt van eenige oorlogsbedrijven in Indien, van oproerige bewegingen en opstanden in het Turksche Keizerrijk, van onlusten tusschen de Amerikanen en den Dei van
Tripoli in Afrika, van den hervatten oorlog tusschen Frankrijk en Grootbrittannien, met de gevolgen voor geheel Europa, van hongersnooden in Kastilien, te Belgrado en elders, van de pest in Turkijen, en andere besmettelijke ziekten te Mallaga, Livorno, Kadix