Raadgeving over de beste middelen om gelukkig te worden in de Liefde en in het Huwelijk. Naar het Hoogduitsch. In den Hage, bij J. Immerzeel, Jun. 1804. In kl. 12mo. 109 bl.
De liefde en de trek tot het huwlijk komt zo van zelve; de paartjes komen bijeen, men weet zelve niet hoe; en het trouwen geschiedt al dikwils, in spijt van alle boekjes, onberaden genoeg. Dit laatste prijzen wij niet; maar dat het zo van zelve komt, en zonder dat men daar veel over lezen moet, vinden wij goed. Als men vooruit zo alles berekenen moest, wat 'er zo al gebeuren en op lopen kon, wie zou het dan wagen? en te trouwen is toch beter dan te branden; wanneer men het ook al te lang uitstelt, dan krijgt men oogen in den nek (zo als het spreekwoord zegt) en als men 'er zo heel veel over gelezen en berekend heeft, dan komt 'er zelden iets van, en nog zeldzamer iets goeds. Wanneer men elkanderen wederzijds behaagt, en men heeft wederzijds goede zedelijke beginselen, en uitzicht op eerlijk brood, in zijnen stand, dan trouwe men maar frisch weg! Men brengt zijne gebreken mede ten huwlijk .... de liefde zal ze bedekken, en - God dank! het huwlijk is onverbreekbaar - de liefde zal ze verbeteren; men leert zich schikken naar elkanderen.
De raadgeving, die wij thands voor ons hebben, is alleen - bijna alleen althands - voor onze Meisjes en Vrouwtjes, en is zo, dat men gerust het boekje lezen kan. Eerst dachten wij dat het eigentlijk voor den minderen burgerstand geschreven was; doch de Schrijver (denklijk een schoon en welgemaakt Jongeling) verliest deze zijne bedoeling al spoedig uit het oog. Hij is 'er geheel niet tegen, dat ook een meisje, bij het doen harer keuze, allereerst naar schoonheid ziet, wanneer dit maar het éénige niet is, 't welk hare keuze bepaalt, - wanneer zij maar den alleen schonen jongeling niet aan den goeden, edelen, geschikten voortrekt; en voegt zich iedere andere goede hoedanigheid bij schoonheid des lichaams in haren echtgenoot, dan zweeft de zachte bekoorlijkheid der lente altijd om haar hutjen, enz.
Achter dit Werkje hebben wij ene prozaische vertaling van het schoon Gedicht van zachariä: De vier trappen van den vrouwlijken ouderdom.
Het boekje behoeft onze aanprijzing niet; het zal wel vele Lezers vinden; de Titel lokt uit. Trouwens, wie ware niet gaarne gehuwd, gelukkig gehuwd! Zeer sterk, echter, zouden wij hetzelve niet kunnen aanprijzen; het is tamelijk wel; men kan het eens lezen, - en, het bevordere de gelukkige huwlijken!