Gij denkt dat drie maanden geenen langen proeftijd uitmaaken. Maar welke waarschijnlijkheid is 'er voor verandering, daar de bronnen van standvastigheid staag meerder worden? Ik kan u verklaaren, dat ik de waarde van deze bekoorlijke vrouw niet half gekend heb, toen ik eerst op haar verliefd wierd. Ik ontdekte zeker schoonheid, vrolijkheid, en eene gevoelige ziel, uit elken trek van haar gelaat afstraalende; ik ontdekte beschaafdheid zonder gedwongenheid, vrolijkheid zonder moedwil in alle haare manieren; ik hoorde waarneemingen van een gezond verstand, en aanmerkingen, die eenen fijnen smaak aanduidden, van haare lippen vloeijen; maar ik kon toen nog niet weeten, hoe uitgebreid zij is in goedwilligheid, hoe standvastig en vuurig in haare vriendschap.’ enz.
Zodat dan nu deze Roman naar gewoonte eindigt, met een gelukkig, ja met meer dan één gelukkig Huwlijk. Dit zij genoeg over de Geschiedenis in dit versierd Verhaal, hetwelk wij nogmaals, als een uitmuntend Leesboek, en als een der beste. Geschriften van dezen tijd, met alle gerustheid aanprijzen.
De Geschiedenis of Fabel van dezen Mordaunt ‘moet,’ zo wel als die van de andere soortgelijke Schriften van Doct. moore, ‘alleen aangemerkt worden als het doek, waarop deze kundige waarnemer van het Leven en de Zeden, met eenen keurigen smaak en sterke kleuren, zodanige zedelijke schilderstukken maalt, als tevens geschikt zijn, om de aandacht van zijn tijd en landgenoten op te wekken. - Men moet hem eer als een Zedekundig, dan als een Romanschrijver beschouwen - als een schrander moralist heeft hij de zwakheden zo gemeen in de waereld afgeschilderd en in een beiachlijk daglicht gesteld: de gemaakte gevoeligheid van de fatsoenlijke waereld; de afstootende ijdelheid van getitelde zotten; en de koude gevoelloosheid der grootheid; - als een weldaadig moralist heeft hij welspreekend en vuurig de zaak der lijdende menschheid bepleit, en zich een vijand der slavernij verklaard, die in onze volkplantingen plaats heeft; maar geheel anders dan die verblinde geestdrijvers, die, in een nabuurig land, zich de vrienden der zwarten genoemd hebben, heeft hij alleen beschermende wetten voor hun afgesmeekt en wijzelijk geraaden niet tot eene plotslinge maar trapswijze bevrijdinge; - als een verlicht moralist had hij altijd ten oogmerk in zijne onderscheidene voortbrengsels, de inscherping van deze zedeleer, dat oprechtheid, braafheid, ja een eenigzins onafhangiijkheid begeerende geest zelfs met grooter zekerheid tot aardschen voorspoed leidt, dan veinzerij, bedrog en een slaafsche geest; dat, afgezonderd derhalven van het geen zeer zeker in een' toekomenden staat zal plaats