onderscheiden graad van koude en warmte, als van de zwaarte, zuiverheid, en meerdere of mindere vochtigheid, en de winden; (2) de gelegenheid van den bewoonden grond, die inwooners van verschillende geäartheid geeft, in de nabijheid van zeeën en rivieren, en op een merkelijken afstand van beiden, in bergachtige streken en op eenen effenen grond, in vruchtbaare en onvruchtbaare oorden; (3) het gewoone voedzel, waarvan men zich bedient. Tot het tweede, de zedelijke oorzaken, (1) de levenswijze, die zoo merkelijk verschilt, bij wilde en min of meer beschaafde volken, bij zwervende horden, en bij hun, die het meeste werk maken van den landbouw of koophandel; (2) de beoefening van kunsten en wetenschappen; (3) de regeringsvorm; (4) de wetten; (5) de Godsdienstbegrippen en Godsdienstoefeningen, (6) en wijze van opvoeding. - Men is, naar het oordeel van den Schrijver, hieromtrent tot twee uitersten vervallen, terwijl sommigen te veel aan physieke, anderen aan zedelijke oorzaken bijna alles toegeschreven hebben. Hij wil liever, met de meesten, den middelweg verkozen hebben, en stelt dus, met allen grond, vast, dat onderscheidene oorzaken, van beide hoofdsoorten, doorgaans samengaan en samenwerken, om 't karacter van verschillende volken te vormen. Dit had, naar evenredigheid van het overige meer bekende en algemeen toegestemde, uitvoeriger en naauwkeuriger moeten aangetoond worden; waarbij wij dan eene wijsgeerige vergelijking van de verschillende geäartheid, zeden, gewoonten en geheele levenswijze van onderscheidene volken zouden verlangd hebben. De Schrijver heeft goedgevonden, van zijne algemeene grondstellingen alleen de toepassing op een enkeld volk, dat zeer verre van ons af gelegen is, de bewooners van Hindostan in Oost-Indiën, te maken; waarover ook nog wel iets zou aan te merken vallen. Ondertusschen verdient de naarstigheid en goede aanleg van den Heer van oosterzee lof
en aanmoediging. In de Latiniteit zal hij zich, in gevalle hij in de taal der Geleerden meer schrijven wil, nog wat moeten oefenen.