Regtmaatige betaaldzetting.
(Uit wittman's Travels in Turkey.)
Een geval van Woekerwinst werd voor den Groot-Vizier gebragt. Een Turk hadt eenen anderen eene som, ten beloope van elfduizend gulden, opgeschooten, tegen eene rente, die onmaatig hoog mogt heeten, zelfs in dit Land, waar de wettige rente zomtyds tot twintig ten honderd in 't jaar beloopt. De Geldleener hadt dit geld tien jaaren lang gebruikt, wanneer hy het den Opschieter wedergaf, doch weigerde de rente te betaalen, ter oorzaake van de overmaatige hoogte, op welke dezelve bepaald was. De Groot-Vizier erkende de regtmaatigheid van zyne weigering; doch beval met groote schranderheid, de zonderlingheid des gevals in opmerking neemende, dat de geweezene Schuldenaar eene gelyke som, voor een gelyk getal jaaren, aan zyn geweezen Schuldeischer, zonder Rente te trekken, zou ter hand stellen.