Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1804
(1804)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijAnekdote van Milady Montague en den heere Pope.Terwyl Milady montague, ten tyde als haar Echtgenoot, van wegen den Koning van Groot- Britannie, Ambassadeur was aan het Hof van den Grooten Heer, te Constantinopole vertoefde, beving haar, verhaalt men, de nieuwsgierigheid, om het Serail van binnen te bezien. Men wil dat de Groote Heer in eigen persoon haare Ladyschap aldaar ontving, en dat zy de eere van den Zakdoek genootGa naar voetnoot(*). Het gerugt daar van waaide na Londen over, en vondt aldaar geloof. Pope wierdt beschuldigd, dit verhaal te hebben verzonnen; en die aantyging was niet van grond ontbloot. Een van 's Gezanten vrienden beklaagde zich deswegen by pope zelven, die hem tot antwoord gaf: ‘De Hemel bewaare my, ooit gedagt te hebben, dat Milady montague by den Grooten Heer zou geslaapen hebben; op zyn best zal het hy deezen en geenen van zyne Janitsaaren geweest zyn!’ Deeze wreede en onbeschofte aartigheid wierdt aan haare Ladyschap verhaald, die, van dit oogenblik af, niets dan haat en wraak tegen hem ademde. Uit Florence schreef zy aan eene haarer Vriendinnen: ‘Het woord kwaadaartigheid doet my denken aan de booze Wesp van TwickenhamGa naar voetnoot(†). Aan zyne leugens kreun ik my niet meer; men behoeft ze slegts te veragten als de vertellingen van het Serail en den Zakdoek, waar van ik verzekerd ben, dat hy alleen de uitstrooier is. Die man bezit een slegt en laag hart; hy is snood genoeg om het masker van Zedenmeester aan te neemen, ten einde om op zyn gemak de menschelyke natuur te hoonen, en met een welvoegelyk vloers den haat te bedekken, welken hy den Mannen zoo wel als der Vrouwen toedraagt.’ |
|