Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1804
(1804)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijTreffende voorbeelden van tafel-overdaad en pracht, in de laatste dagen van Rome.(Uit het Engelsch van den Heere maurice.)
De Romeinen overtroffen, in de laatste tyden, in pragtige onthaalen en kostbaare leevenswyze, de Asiatische Vorsten zelfs. Zy sliepen op bedden, met goud en yvoir opgecierd; zy dronken de ryke wynen van Chios en Falernus uit gouden en zilveren beekers; zy reeden op wagens, aan alle zyden blinkende met de cieraaden, van deeze kostbaare metaalen vervaardigd. Om aan deeze onbegrensde buitenspoorigheid te voldoen, pleegden de Landvoogden der Gewesten, van waar die weelde-voedende stoffen voornaamlyk | |
[pagina 614]
| |
kwamen, de ongehoordste knevelaaryen. Het uitvaaren van cicero tegen verres kan hier van ten bewyze strekken; terwyl de schaamtlooste omkoopingen in elk deel des Staatsbestuurs plaats greepen, en de snoodste misdryven het geheele Lichaam der Burgeren bezoedelden. In de daad, hoe was het mogelyk, dat de stroom zuiver bleef, daar de bron zelve zo zeer beroerd was? Wanneer wy opgetekend vinden, dat een vitellius tusschen de zeven en agt millioenen 's jaarlyks aan verlustigingen besteedde, en een caligula meer dan tachtig duizend Ponden St. op één avondmaaltyd verkwistte, kunnen wy ons niet verwonderen, dat de Treurspeeler clodius aesopus aan een kwistigen maaltyd 4,843 Ponden St. te koste lagGa naar voetnoot(*), of dat de jonge Spilpenning, zyn Zoon, elk zyner gasten, naa den maaltyd, eene maagversterking gaf, waarin een zeer kostlyke paarel ontbonden wasGa naar voetnoot(†). De Rykdom van crassus was groot en tot een spreekwoord geworden, en beliep 1.614,583 P. St.; doch dezelve werd verre overtroffen door dien van pallas, Vrygemaakte van claudius; men berekende diens schatten op 2,421,875 P. St. Beiden, egter, ging lentulus, de Wichelaar, te boven; diens bezittingen werden begroot op 3,229,166 P. St. Dichters en Wysgeeren verzamelden in die dagen ontzettende schatten. Seneca hoopte, in vier jaaren tyds, 2,421,875 P. St. opeen; en, volgens servius, in het Leeven van virgilius, werd die Dichter gezegd 80,729 P. St. te bezitten. Deeze som, hoe groot voor een Dichter, werd niet geoordeeld groot genoeg te zyn om het leeven te onderhouden van een verdartelden Romeinschen Raadsheer; naardemaal de berugte apicius, naa in tafelweelde 807,291 P. St. verspild, en daarenboven, in giften en jaargelden, ontzettende sommen besteed te hebben, als hy het oog op zyne rekeningen en staat sloeg, en bevindende dat de gemelde som overschoot, zich door vergif van kant hielp, opdat hy niet van honger mogt sterven! In Kleeding en Huiscieraad waren de Romeinen even verspillend: want lollia paulina, de uitsteekendste Schoonheid te Rome, ten tyde van caligula, en te dier oorzaake gedwongen zyne Egtgenoote te worden, droeg, als zy in vollen tooi was, aan Juweelen de waarde van 322,916 P. St. De prys van de ryke Babylonische triclinaria, of overtrekzels der tafelbedden, was 6,458 P. St. De Huizen bedroegen veel, zo van opbouw als van opschik: dat van crassus schatte men op 48,437 P. St.; terwyl dat van clodius 119,479 P. St. beliepGa naar voetnoot(‡). - Deeze | |
[pagina 615]
| |
huizen waren van buiten met marmer opgehaald; marmeren pylaaren ondersteunden de hooge daken: van binnen waren die Huizen met zeer kostbaare tapyten behangen, en gordynen van Tyrisch purper, met Urnen en Beelden van het schoonste beeldhouwwerk, met Schilderstukken van de hand der eerste meesteren. Marmeren Fonteinen van allerlei uitgezogte schoone kleuren sprongen in de eetzaalen, verkoelden de lugt, en verfristen de gasten, die onthaald werden uit gouden schootelen, gezet op tafels, overlaaden van zilver; aanliggende op tafelbedden, onderschraagd door pooten van yvoir, van zilver, en zomtyds van goud. De lampen, ter verlichting der avondmaaltyden, waren veeltyds van de kostbaarste stoffen, en men brandde in dezelve welriekende olien van hoogen prys. |
|