Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1804
(1804)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 456]
| |
Leevensbeschryving van Joseph Priestley, L.L.D.F.R.S. &c. &c.(Uit het Engelsch.)
‘Ons Mengelwerk is, uit eigen aart, geschikt, om de Gedagtenis van groote en verdienstlyke Mannen in waarde te houden; inzonderheid zyn daartoe zodanige Buitenlanders geregtigd, die, door hunne in onze Landtaale vertolkte Werken en Geschriften, als 't ware Inboorelingen geworden zyn, en althans, in het Gemeenebest der Letteren, hun Burgerschap verkreegen hebben. Dit een en ander kan den Eerw. priestley niet ontzegd worden; waarom wy niet twyfelden, aan de volgende Leevensbeschryving eene plaats in te ruimen.’
De Geleerden worden eigenaartig, even als andere uitsteekende Mannen, voorwerpen van algemeene opmerking en waarneeming; en, ‘indien de zon des roems,’ gelyk iemand het niet oneigen uitdrukt, ‘zelden schynt dan by de grafsteden van groote Mannen,’ zyn de vrienden en bewonderaars van zulk een Persoon verpligt te spreeken van der zulken bekwaamheden en deugden, zo wel om regt te doen aan der zodanigen gedagtenisse, wanneer zy overleden zyn, als om hun ten voorbeelde te stellen voor de Naakomelingschap. Doctor priestley werd gebooren te Field Head, in de Parochie van Birstall en West-Riding, in Yorkshire, den dertienden van Lentemaand des Jaars 1733. In zyne zeer vroege jeugd werd hy opgenomen in het huisgezin eener Moeije, de Vrouw van den Heer joseph keighley, die niet verre van het huis zyner Ouderen woonde. Priestley's Vader en Moeder stonden bekend voor zeer deugdzaame en godvrugtige lieden; doch dewyl zy in geene ruime omstandigheden leefden, zagen zy met genoegen, dat hun Zoon joseph, als 't ware, op- en aangenomen werd, door Bloedverwanten, die geen eigen kinderen hadden. Priestley werd na eene Taalschool gezonden te Batley, twee mylen van zyne Geboorteplaats, en zeven | |
[pagina 457]
| |
mylen van Leeds. Hier leerde hy de gronden van de Latynsche, Grieksche en Hebreeuwsche taalen; en daar hy een vroegtydigen Godsdienstigen indruk hadt, bevlytigde hy zich byzonder op de laatstgemelde spraake. Reeds vroeg gaf hy blyken van vordering in het leeren, en trok bovenal de aandagt van allen, die hem omringden, door den ernst en de bondigheid zyner gesprekken. Men zegt, dat hy, nog een kind zynde, veel genoegen schiep in het leezen van het welbekende Werk van john bunjan; dat men een diep stilzwygen by zyne Schoolmakkers waarnam, als hy de Pelgrims Reize diens Schryvers ter voorleezinge in de hand hadt. Vroegtydig zoog hy de Calvintstische Leerbegrippen in; zich ten vollen verzekerd houdende, dat deeze alle de waarheden van den Christlyken Godsdienst in zich begreepen. Het was met zyne toestemming, dat zyne vrienden hem als Lid der Independente Kerk voordroegen, tot welke zy behoorden: diensvolgens werden 'er Diakens, naar het gebruik, gelast hem te ondervraagen, om de geschiktheid zyner toelaatinge tot het Lidmaatschap te verneemen. - Een der vraagen, hem te dier gelegenheid voorgesteld, was, ‘of hy geloofde, dat hy zo schuldig was aan de zonde van adam, als adam zelve?’ Dit voorstel verbaasde hem; en hy haaperde zo zeer in zyne antwoorden op deeze en andere soortgelyke vraagstukken, die hem even nieuw en vreemd voorkwamen, en waaraan hy nooit voorheen gedagt had, dat men zulks voor eenen genoegzaamen grond hieldt, om hem, op dien tyd, tot de Kerkgemeenschap niet toe te laaten. Onderrigt, dat deeze de weezenlyke grondleerstellingen waren van de Calvinistische Geloofsbelydenisse, begon hy 'er een wederzin tegen op te vatten, en een afkeer van de zodanigen, die het geloof in zulke ongerymdheden voor een noodzaaklyk vereischte hielden om in hunne Kerkgemeenschap te worden toegelaaten. Hy hadt nu een zeer moeilyke taak te volvoeren; zich van de gevoelens en vooroordeelen, vroegtydig ingezoogen, te ontdoen. Zyn gelukkig slaagen hierin erkende hy verschuldigd te weezen aan het gezond oordeel en de opregte vriendschap van Dr. ashworth, den Eerw. Heer graham, en anderen, met welken hy het geluk hadt vroegtydig en gemeenzaam bekend te worden. Aan den Eerw. graham droeg hy zyn veel opziens baarend Werk op, ge- | |
[pagina 458]
| |
titeld: Disquisitions relating to Matter and Spirit, (Naspeuringen over Stoffe en Geest). Hy erkende in die Opdragt, hoe veel hy verschuldigd was aan diens voorbeeld en aanmoediging, ten opzigte van zyn slaagen in onderzoek en zyne onafhanglyke wyze van denken. Korten tyd naa dat hy Dr. ashworth's Academie te Daventry verlaaten hadt, waar hy, negentien jaaren oud zynde, zich op de Godgeleerdheid begon toe te leggen, werd hy noodhulp-Leeraar te Needham Market, in Suffolk. Zyne gevoelens, met groote vrymoedigheid voorgedraagen, behaagden niet aan de Gemeente te dier plaatze, en hy verliet dezelve, ontdekkende dat zyne Toehoorders van tyd tot tyd minder talryk wierden. - Men hebbe hier, egter, aan te merken, dat het niet alleen zyne begrippen, en de stoffen, door hem ter behandelinge uitgekoozen, waren, welke niet aan zyne Toehoorderen behaagden; want van zyne kindsche jaaren af hadt hy eene hebbelykheid van stameren; en, niet lettende op het onaangenaame van dat gebrek, of slegte aanwenst, deedt hy weinig poogingen om het te verbeteren: zo ras hy, nogthans, zulks ontwaarde, en bemerkte hoe zeer het hem in den weg stondt, om, als Leeraar, opgang te maaken, deedt hy zyn best om het te verbeteren. Hy slaagde hierin zo gelukkig niet als demosthenes: want nimmer verkreeg hy die bevallige wyze van voordragt, welke men weet dat aan de meerderheid der Toehoorderen zo zeer behaagt. Van Needham vertrok priestley na Namptwich, in Cheshire, waar hy tot Leeraar geroepen werd in eene kleine Gemeente, zo schraal by kas, dat dezelve niet meer dan dertig Ponden St. aan den Leeraar, ter jaarwedde, kon geeven: hierom besloot hy eene School op te richten tot een ruimer bestaan. In dit laatstgemelde vak trok hy meer de aandagt, en lag een beter grondslag tot de bevordering, welke hy naderhand verkreeg van persoonen, in staat om 's Mans verdiensten op den rechten prys te schatten. Priestley betoonde veel oordeels in het plan, door hem ontworpen ten onderwys zyner kweekelingen; hy klaarde hunne kundigheden op door veele wysgeerige proefneemingen. Zyn roem verspreidde zich in zulk eene maate in den kring zyner Broederen, dat veelen zich bevlytigden, om, wat zy konden, tot zyne bevordering, in 't werk te stellen. | |
[pagina 459]
| |
Naa dat Dr. taylor, door den dood, ten Jaare 1761, der Academie te Warrington ontvallen, en Dr. aikin, in diens plaats, tot Onderwyzer in de Godgeleerdheid bevorderd was, werd priestley geroepen om deezen laatstgemelden in het vak der Fraaije Letteren op te volgen. Deeze Warringtonsche Academie was onlangs opgericht ten dienste van de Zoonen onder de Dissenters, en byzonder voor Jongelingen, die ten oogmerke hadden, Leeraars by die Kerkgemeenschap te worden. Hy ving met grooten yver dit nieuw beroep aan, en ondervond alle de voordeelen van de verkeering met Mannen, uitsteekende in letterbegaafdheden. Hy bragt verscheide belangryke verbeteringen te wege in het stelzel der opvoeding van de Kweekelingen op de Warringtonsche Schoole. Zich te deezer standplaatze welhaast in vry ruime omstandigheden bevindende, zag hy uit na eene deelgenoote in zyn leevenslot; deeze vondt hy in Juffrouw mary wilkinson, Dogter van den Heer wilkinson, uit de Gietery te Bersham, naby Wrexham, eene Juffrouw van kloek verstand en bevallige zeden. De Heer priestley kon, in zyn' toenmaaligen stand, zich vry toegeeven in het voortzetten zyner letteroefeningen en wysgeerige naspeuringen. De Werken, welke hy welhaast in de wereld zondt, strekten tot bewyzen van de uitgestrektheid zyner naspeuringen en het oorspronglyke van zyn vernuft. Een van de eerste en niet van de minste deezer Werken, welke den aart zyner letterkundige naspeuringen aanduidden, was een Chart of Biography, (Biographische Kaart) waarin hy, op eene aartig uitgedagte wyze, aan het oog blootlegt den tyd en den duur des leevens van de grootste Mannen in alle Eeuwen en in alle Landen, die zich in Weetenschappen, in Kunsten, of door groote Daaden, beroemd gemaakt hadden. Deeze Kaart stelt ons, als met eenen opslag van het oog, eene Synchronismatische Geschiedenis voor. - De Proefondervindelyke Wysbegeerte begon desgelyks een groot gedeelte zyns tyds te Warrington weg te neemen. Daar stelde hy op zyne History and present State of Electricity (Geschiedenis en tegenwoordige Staat der Electriciteit); een Werk, van 't welk herhaalde Uitgaven elkander volgden en by de Buitenlanders in verscheide taalen het licht zag. 's Mans roem, hierdoor verbreid, deedt hem de onderscheiding verwerven, dat veele Geleerde Genootschappen hem | |
[pagina 460]
| |
tot Lid van Eere aannamen. Het was ook omtrent deezen tyd, dat de Edinburgsche Hoogeschool hem, op eene zeer vereerende wyze, tot Doctor in de Regten bevorderde. Naa een omtrent zevenjaarig verblyf te Warrington, kreeg Dr. priestley een allerdringendst aanzoek van eene vermogende Gemeente te Leeds, om in dezelve het Leeraarampt te bekleeden. Hy nam dit beroep aan, niet alleen dewyl hy wenschte nuttig te zyn in den stand, waartoe hy oorspronglyk opgeleid was, maar ook om dat hy sterk tot de waarneeming daarvan overhelde. Van zyne vroegste jeugd af had hy een diepen indruk gehad van Godsdienstige gevoelens; en, schoon hy, in meer dan één geval, verre was afgeweeken van de voorheen ingezoogene leerbegrippen, bleef egter zyn godsdienstyver by hem, ten allen tyde, onverminderd. Het kon niet uitblyven of zyne Schriften droegen de kenmerken van zyne byzondere denkwyze, en vertoonden in volle kragt de beginzels eens Dissenters. Zyne Institutes of Natural and Revealed Religion (Leerstellingen van den Natuurlyken en Geopenbaarden Godsdienst) gaven, in een gemeenzaam en kort begrip, zyn stelzel van Godgeleerdheid met de bewyzen op. Zyn View of the Principles and Conduct of the Protestant Dissenters (Beschouwing van de Beginzels en het Gedrag der Protestantsche Dissenters) lag zyne begrippen bloot van de gronden der afwyking, en het eigenaartig character en de inrichtingen eens Godsdienstigen Aanhangs; en deeze, benevens een groot aantal van Godgeleerde Geschilschriften, gaven der wereld een volkomen vertoon van zyne begrippen over de Christlyke Bedeeling. Niettegenstaande hy hierin zeer arbeidde, wist hy tyd te vinden om zyne Proefneemende Naspeuringen voort te zetten. Deeze gingen met zulk een spoed en gelukkig slaagen voort, dat men, hem in deeze loopbaane beschouwende, niet kan nalaaten voor de geheugenis op te roepen zynen grooten voorganger, den door zyne proefneemingen en schriften wydvermaarden hersteller der Wysbegeerte, bacon. Zyne naspeuringen op de Lugt zyn zo talryk en gewigtig, dat zy, als 't ware, een nieuw tydvak maaken in de Natuurkunde. De lugt, zo noodzaaklyk voor het bestaan der groeiende en dierlyke wereld, was weinig bekend by de verstandigsten, tot dat Dr. priestley's ontdekkingen en gemeenzaame | |
[pagina 461]
| |
proeven het licht zagen, waardoor de aandagt der Wysgeeren van andere Landen opgewekt werd, en dergelyke naspeuringen vreemdelingen kennis deeden krygen van de verdiensten huns voorgangers in de Lugtleere. De Weetenschap der Electriciteit was, in zeker voege, nieuw, en gevolglyk konden de proeven daarin, en de bespiegelingen daarover, niet veelvuldig of verre verspreid weezen; zo dat een niet uitgebreide kring van beleezenheid alles, ten dien opzigte, omvatte. Priestley vermeldt ons, egter, in de Voorreden van zyne History of Electricity, (Geschiedenis der Electriciteit) dat, terwyl hy bezig was met het vervaardigen daarvan, hy het voordeel hadt van de hulp eeniger uitsteekende Wysgeeren, als Dr. watson, Dr. franklin en den Heer canton. Priestley's Schriften, zo die hy als Godgeleerde, als die hy als Wysgeer heeft uitgegeeven, toonen, dat hy volyverig was in zyne naspeuringen der waarheid; vuurig in zyne verwagtingen van die te ontdekken, en stout in zyne stellingen en beoordeelingen, wanneer hy zich nederzette om die aan het menschdom bloot te leggen. Gelyk een ander Hervormer, wiens naam bekender dan tegenwoordig beroemd is, schynt Dr. priestley gedagt te hebben, dat de waarheid op ééns ten vollen aan den dag moest gelegd worden, welke ook de gevolgen van die ontvouwing mogten weezen. Bedenkingen van menschlyke voorzigtigheid waren van zo weinig betekenis by hem, in het stuk van Godsdienst, als redenen van Staat waren voor thomas paine, ten opzigte van hervormingen in het Staatsbestuur. - Hy bekreunde zich weinig of niets, wat bevooroordeelde gemoederen mogten gewaar worden by de voordragt van een nieuw gevoelen: volgens dit beginzel zogt hy geene gunstige aandagt te verwerven, door dat nieuwe gevoelen by trappen bekend te maaken: want, daar zuivere Godsdienst te bevorderen het groot einde was van zyne werkzaamheden, beweerde hy, dat volkomen vryheid van onderzoek het zekerst middel was om daartoe te geraaken. Geen wonder, derhalven, dat hy zich geen vriend betoonde van het stelzel, waar op nayverige Godsdienstige Vaststellingen haare heerschappy staande houden, door het Kerklyke met het Staatkundige te mengen en te vereenigen. | |
[pagina 462]
| |
Deeze manlyke en onafhanglyke wyze van denken veroorzaakte een verschil tusschen Dr. priestley en verscheide zyner Broederen onder de Dissenters, die hem zomtyds zo heftig bestreeden, als zyne meer rechtstreeksche tegenstanders. Een pennestryd hadt, nogthans, voor priestley niets schriklyks; nimmer ontweek hy denzelven; ja deeze scheen van eene zo heilzaame uitwerking op zyne geestgesteltenisse, als het schermen voor het lichaam van anderen; en de strydigheid der begrippen met de nieuwe gezigtpunten, waarin dezelve voorkwamen, veroorzaakte lichtende vonken, die, zyns oordeels, voordeelig waren, zo voor de eene als voor de andere party. Men heeft in Dr. priestley afgekeurd den blaakenden yver, welken hy aan den dag lei, die, men kan het niet lochenen, zomtyds tot bitterheid oversloeg. Indien hy, egter, zomtyds zyne tegenstanders eene taal heeft te gemoete gevoerd, die na trots zweemt, en aan onbescheidenheid grenst, moet men niet nalaaten zich te herinneren, dat zy hem tergden door hunne onbeschoftheid en dien trots, welke natuurlyk opwelt by zelfzoekende geesten, ter begunstiging hunner geliefde vaststellingen - vaststellingen, die de eerbetooningen, de voordeelen, en wat des meer is, beperken binnen den kring van hunne eigene Gezindheid. Een Schryver van de Hoofdkerk in Engeland stelde de beginzels van priestley voor, als zo vol van opbruisching, als de scheikundige retorten van zyn stookhuis. Indien verwyten en aanvallen van dien aart niet genoegzaam gerekend worden om eene strengheid en scherpheid van wederspraak te verwagten, kan men zich naauwlyks verbeelden, waarop zulks te gemoet behoort gezien te worden. - Dr. priestley hadt de opkweeking tot een Leeraar onder de Dissenters ontvangen; deeze, gepaard met de oefenbaane, welke hy intradt, den loop zyner Letteroefeningen, zyne gemeenzaame verkeering en den kring zyner Vrienden, vereenigden zich om eene gesteltenis te vormen, afkeerig van alle die Godsdienstige en Staatkundige bepaalingen, in het Ryk aangenomen ter begunstiging van de daar gemaakte inrichtingen. De geest lydt, naar gelange van deszelfs bevatting van de belediging, denzelven aangedaan, uit hoofde van deeze partydigheid en daaruit voortvloeijende bepaalingen. De Rede komt ook op tegen allen bedryf, 't welk de vryheid van gevoelens aan den band zoekt | |
[pagina 463]
| |
te leggen en te verdrukken. De verstandigste en braafste Mannen, door alle Eeuwen heen, hebben beweerd, dat, indien alle begrippen in den Godsdienst vryuit werden voorgedraagen, geen deezer beledigend zou gevonden worden. Milton beweert die zelfde stelling ten opzigte van Staatszaaken. Dr. priestley's begaafdheden en vermogens werden door allen erkend van den eersten rang te weezen; zyn yver om voor te staan en te bevorderen wat hy oordeelde te kunnen strekken tot heil des Menschdoms, deedt hem de bewondering van veelen verwerven; en, indien hy zomwylen de kwaadspreekenheid zyner Vyanden zich op den halze laadde, was dit een gevolg van onbestuurde geestdrift: want weinigen zyn de zodanigen, en naauwlyks noemenswaardig, die, in hun uitvaaren, hem beschuldigden van verkeerdheid en bedorvenheid in beginzelen. Twisten en Geschillen over Godsdienstige onderwerpen worden zeldzaam gevoerd met die gemaatigdheid en bescheidenheid, welke de aart der zaake vordert, en die de Geschilvoerders zich gaarne toeschryven. Terwyl in deezen twist, hoe ook gevoerd, de een het bestaan van alle stoffe ontkent, en de ander beweert dat 'er niets dan stoffe kan bestaan, kunnen wy ons gereedlyk verbeelden, dat het geschil met geen voordeeligen uitslag kan eindigen. Ten aanziene van de zuiverheid van Dr. priestley's verklaaringen en bedryven, in zaaken van den Godsdienst, kunnen allen, die hem gekend hebben, getuigenis geeven. Indien zyn geheele leeven niet genoegzaam geoordeeld werd om die zuiverheid te bewyzen, zal zyn afsterven, waarvan het ons smert geen volkomener berigt te kunnen geeven, des getuigenGa naar voetnoot(*). | |
[pagina 464]
| |
Van Dr. priestley's wysgeerige naspeuringen en werkzaamheden hebben wy zo veel gezegd, als de perken eener korte Leevensbeschryving gehengen. Wy hebben waargenomen, dat hy, in de Lugtkunde, de Grondvester van een nieuw Stelzel mag heeten. Zyn Eudiometer heeft men beter gekeurd dan eenige andere in Europa. Deeze stelde hem in staat om eenige zyner Proeven tot een punt van volmaaktheid op te voeren, welke de bekwaamste Proefondervindelyke Natuurkundigen verbaasde. Zyne toepassing van de electrische vloeistoffe, om den aart der vaste lugt na te spooren, gaf | |
[pagina 465]
| |
gelegenheid tot eene verscheidenheid van aangenaame en nuttige werkzaamheden; maar zyne toepassing van de ontdekkingen in de Scheikunde op de verbetering der Kunsten dient, aan den eenen kant, tot eere van 's Mans nagedagtenisse, en, aan den anderen kant, tot altoosduurende schande van de Stad, die het eerst genot trok van de voordeelen, ontstaande uit zyne veelvuldigo werkzaamheden in dat vak.
(Het Vervolg en Slot hiernaa.) |
|