Voorbeeld van een', op eene zonderlinge wyze, te recht gebragten krankzinnigen.
(Uit ph. pinels Traité Medico-Philosophique sur l' Alienation Mentale.)
Een beroemd Horlogiemaaker te Parys hadt langen tyd zwanger gegaan met het harssenschimmig denkbeeld om de eeuwigduurende beweeging uit te vinden. Hy werd door den schrik, welken de veelvuldige bloedstortingen in de dagen des Schrikbewinds veroorzaakten, volkomen krankzinnig. Zyne bysterzinnigheid was van een zeer zeldzaamen aart, en verknogt aan de denkbeelden, door de veelvuldige moorden veroorzaakt. Hy hieldt zich verzekerd, dat hy zyn hoofd op de strafplaats verlooren hadt, en 't zelve op een hoop met de hoofden van andere slachtoffers geworpen was; maar dat de Regters, by eene te laat komende herroeping van hun wreed besluit, bevel hadden gegeeven, dat de hoofden zouden wedergezogt, en elk hoofd weder op 't eigen lichaam zou gezet worden. Hy viel in het begrip, dat, door een zonderlingen misslag, het hoofd van een zyner medegestraften op zyne schouderen geplaatst was. - Hy werd in het Verbeterhuis gebragt. Hier beklaagde hy zich, by aanhoudenheid, over het ongeluk, hem wedervaaren, dat hy zyne schoone tanden en frissen adem voor elendige brokken en een onaangenaamen adem verwisseld vondt. - Het leedt niet lang, of de hoop, om de eeuwigduurende beweeging te zullen uitvinden, keerde by hem weder; men moedigde hem aan om dit werk voort te zetten. Toen hy begreep het voltooid te hebben, en deswegen in verrukkende vreugde was opgetoogen, deedt een schielyk opkomend denkbeeld van mislukking geheel en al zynen lust, om het weder te hervatten, verdwynen. - Hy was nog steeds met het denkbeeld ingenomen, dat zyn hoofd zyn eigen niet was; doch van dit begrip werd hy teruggebragt, door een woord, hem toegevoegd, op een tyd, dat hy bezig was met de mogelykheid te verdeedigen van het Mirakel van st. denys, van wien verhaald wordt, dat hy gewoon was, met zyn hoofd in zyne handen te wandelen, en, in dien stand, het bestendig te kusschen. Men voerde hem, onder een luidrugtig geschaater, te gemoet: ‘Zyt gy zo gek van zulk eene
Historie te gelooven? Hoe kon st. denys zyn hoofd kusschen? deedt hy het met zyne hielen?’ Dit onbeantwoordelyk en onverwagt zeggen trof den Krankzinnigen dermaate, dat hy afliet, verder iets, betreffende de verwisseling van zyn hoofd, te zeggen: hy begaf zich weder aan zynen arbeid, en herkreeg volkomen het gebruik zyns verstands.