Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1804

Anecdote uit de historie van het dierenryk.

Professor henon^(*) verzelde zyne Leerlingen in de Geneeskunde der Dieren, op eene party om kruiden te zoeken, na Mont-Cindre, omtrent drie mylen van Lyon. Toevallig viel zyne aandacht op een vogelnest in eenen boom van aanzienlyke hoogte. By het nest zag hy eene Lyster in eenen staat van ongewoone ontroering. Naauwelyks had hy zyn jong gezelschap verzocht zich rondom den boom te schaaren, of zy zagen aan deszelfs voet eene Adder, welke trachtte te ontkomen. De Professor gelastte, dezelve niet te dooden, maar greep ze by den kop met een gevorkten stok, sneed ze open, en vond in het lichaam eene jonge Lyster, nog leevende, maar besmeerd met een witachtig schuim, hetgeen, buiten twyffel, spoedig een einde aan derzelver bestaan zoude gemaakt hebben. Het kleine schepseltje was niet eerder uit zynen kerker verlost, dan de stuipachtige beweegingen der moeder ophielden, en zy zich gerustlyk op de takken nederzettede. De Professor deed de jonge Lyster weder in het nest plaatzen by haaren medevoedsterling, welke de vraatzucht der Adder ontkomen was. - Begeerig om

(*) Voorheen Professor van het College Veterinaire te Parys, mede-Directeur, en Professor van dat te Lyon, en nevens den Heer mouton-fontenille, Lid van het Athenaeum te Lyon, Schryver van een Werkjen, getiteld: Waarneemingen en Proeven over de Kunst van Vogels op te zetten en te bewaaren; waarin deeze Anecdote voorkomt.

[p. 382]

te weeten, hoe dit geval zoude afloopen, merkte hy de plaats, en zond den volgenden dag derwaards twee zyner Leerlingen, welken hem berichtten, dat zy, in den boom geklommen zynde, de beide jonge vogels leevende hadden gevonden.