Nuttigheid van het galvanismus tegen den dollehondsbeet.
Te Turin heeft men etlyke proeven genomen, de nuttigheid van het Galvanismus aanwyzende in de behandeling van de Watervreeze.
Op 30 Prairial, het 10 Jaar, wierdt een Man, oud 45 jaaren, in den duim van zyne rechterhand door zynen eigen Hond gebeeten, die dol was. Den 2 Fructidor daar aan volgende ging hy den Hoogleeraar rossi raadpleegen, omdat hy op het zien van het water in de graft geschrikt, en vervolgens stuiptrekkende beweegingen in de spieren van de benedenkaak gevoeld hadt. De gekwetste verhaalde aan den Heere rossi, dat hy, geduurende de eerste vyf-en-twintig dagen, geen ander letzel dan in het gebeetene lichaamsdeel hadt gevoeld; dat hy vervolgens, zonder vreemden raad, zeven dagen lang en by herhaaling, het gewonde deel hadt geschroeid, nu eens met kookende oly, en dan wederom met een gloeiend yzer, met oogmerk om eene langduurige ettering te veroorzaaken; dat hy, op 15 Messidor, eene zeer scherpe pyn aan den hals gevoeld hebbende, hy daar van was verlost, door behulp van inwendige pynstillende middelen, welke een man van de kunst hem hadt aangeraaden; dat hy, eenige dagen laater, zwaare duizelingen gevoeld hebbende, zoodat hy zich naauwlyks op de been kon houden, men hem een braakmiddel hadt voorgeschreeven, 't welk aanmerkelyke verligting hadt gegeeven; dat hy, kort daarnaa, pyn gevoeld hadt in de meeste gewrigten, en vooral in de gewrigten van het hoofd met de wervelbeenderen; dat hem eindelyk verscheiden middelen, zoo uit- als inwendige, zonder eenig nut te doen, waren aangeraaden, tot op den dag toen de Watervreeze hem hadt doen besluiten, den Hoogleeraar te raadpleegen.
De Heer rossi, meenende te mogen vaststellen, dat de dolheid zich by den Man zou openbaaren, om dat hy de voorboden daar van reeds bespeurde, nam straks het besluit om het Galvanismus te werk te stellen. Hy vervaardigde eene kolom van vystig paaren, met schyven van bordpapier, nat gemaakt in gesmolten Muriat van Ammoniak. Hy plaatste den Middelcirkel tusschen den top des gebeetenen duims en het begin des ruggemergs, en vervolgens tusschen de tong en het einde des ruggemergs; doch de Lyder kon de bewerking aan de tong niet verdraagen, zonder aandrang tot byten te gevoelen. Vervolgens plaatste men hem blootvoets op den grond, alvoorens met water ryklyk nat gemaakt; den indruk, welken dit vogt op hem maakte, konde hy insgelyks niet wederstaan. Men deedt hem van plaats veranderen, en,