wy zien volbrengen in de stookplaatzen onzer Scheikundigen.
Volgens anderen, vonden de Wateren der Zee, door den vloed opgezet, hunnen weg in de aarde, door eene menigte van spleeten en openingen, waarin zy eene soort van doorzyging ondergingen, die dezelve van de zoutdeelen ontlastte. Kanaalen van deezen aart, welker takken zich aan alle kanten uitbreidden, voerden de wateren na de plaatzen, waar dezelve springbronnen vormden, by derzelver vereeniging.
Wanneer men deeze bespiegelingen toetste aan de beginzels van gezonde Wysbegeerte, ontdekte het zich duidelyk, dat het gebruik van scheid- en doorzygkunde aan de Natuur te leenen, niets anders was, dan haar de middelen onzer Kunst te verschaffen, en haar te dwingen dezelve aan te neemen, - haar, die, zo vaak, het tegenbeeld is onzer kunstwerkingen.
Eindelyk vormde men gissingen, dat geene andere oorzaak aan de Fonteinen moest worden toegekend, dan die alleen uit den Regen ontstondt. - Dan het zyn Rede en Waarneeming, welke ons tot de volgende besluiten opleiden.
Het Water ryst uit elk gedeelte onzes Aardbols in den Dampkring op, door middel van Uitdamping. Het Zeewater verliest deszelfs zoutdeelen, naar gelange het blootgesteld wordt aan de aantrekking der lugt; en een gedeelte der dampen en regens, welke door deeze wateren worden veroorzaakt, valt op de toppen der bergen. Deeze verhevenheden schynen op de wolken te werken, en dezelve in die hooge gewesten te verdikken. Men heeft waargenomen, dat een wolk, den top eens bergs, in het voorbytrekken, ontmoetende, verdween, naar gelange de onderscheide deelen den berg aanraakten. Het water, waarmede de wolken vervuld zyn, vindt dan den weg in den omliggenden grond, tot dat het eene ondoorganglyke bedding aantreft; van daar stroomt het ter schuinte af, en aan den voet des bergs, waar het eindelyk ontvangen wordt, vertoont het zich zonder eenigen verderen hinderpaal. - Op de bergen van den eersten of oudsten rang stort het water op de rotzen, waaruit die verbaazende klompen zyn zamengesteld. De bergen van den tweeden rang, van een zagter en sponsagtiger aart zynde, laaten het water tot eene meerdere diepte doorzakken, waar het gestuit wordt