Beschryving van de stad Parys.
(Uit karamsin's Travels.)
Parys vertoont zich ten voordeeligste, wanneer men die Stad van Versailles nadert; groote gebouwen met toorens en koepeldaken doen zich op. Aan de rechter hand stroomt de Seine, geboord met tuinen en lusthuizen, die een allerschilderagtigst gezigt opleveren. Aan de slinker hand verheft zich een zeer wyduitgestrekte groene vlakte, de Mont Martre, bedekt met wind-molens, een leger van gevleugelde reuzen vertoonende. De weg is breed, vlak, zo effen als een tafel, en 's avonds door lantaarnen verlicht. De Barrière is een huis van middelbaare grootte, doch in 't oog loopende van wegen den bouwtrant. Over een breed, schoon veld loopt de weg na de Elizeesche Velden, die niet te vergeefs dien bekoorelyken naam draagen. Zy bestaan uit een schoon bosch, hier en daar afgewisseld door kleine grasvelden, waar nette kleine huizen staan, dienende tot Koffy-huizen of Winkels. Hier wandelt het volk op Zondag; men hoort 'er van alle kanten muzyk, en ziet de jeugd vrolyk dansen. - Kan iemand ontkennen, dat Parys de voornaamste Stad in de Wereld is, het middelpunt van grootschheid, als men het groot Terras opklimt, en, allerwegen heen ziende, voor en agterwaards, te rechter en te slinker hand, de grootste en fraaiste Gebouwen, Paleizen en Kerken ontdekt - de schoone oevers van de Seine - de bruggen van Granit, over welken duizenden van menschen en rydtuigen heen en weder gaan. - -
Doch hier moet men staan blyven, indien men niet van het gevormde gevoelen over deeze Stad zal te rug komen. Verder gaande, ontmoet men naauwe straaten en het on-