Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1804
(1804)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijHet leeven van den Portugeeschen dichter Luis de Camoens.Ga naar voetnoot(*)Wanneer de roem der wapenen van Portugal zyne middaglyn bereikt had, verwekte de Natuur, als of zy zich ontfermde over de onbeschaafdheid dier Natie in het letterkundige, éénen grooten Dichter, om de ontelbaare bedryven van kloekmoedigheid, door zyne landgenooten verricht, te boek te brengen. Osorius uitgezonderd, zyn de Geschiedenisschryvers van Portugal weinig meer dan opstellers van drooge dagverhaalen. Maar het was niet hun gebrek aan keurlykheid van schryven, hetgeen den Dichter noodzaaklyk maakte. Het is de byzondere natuur der Dichtkunde, eenen luister by te zetten aan heldhaftige daaden, en verontwaardiging tegen laagheden aan den dag te leggen, op eene wyze, welke in eens het hart van den gevoeligen man inneemt, en eene oogenblikkelyke overtuiging met zich voert. De schitterende daaden der Portugeezen openden de deur voor de gewichtigste verandering in de burgerlyke geschiedenis des menschdoms; en luis de camoens, de Dichter van Portugal, werd geboren om die daaden te plaatzen in het licht, en voor te draagen met de geestdrift der Dichtkunde, die geestdrift, welke inzonderheid den jeugdigen boezem in haare vlammen doet ontbranden. Verscheiden Steden betwistten elkander de eer zyner geboorte. Maar volgens n. antonio en manuel correa gebeurde zy te Lissabon in het Jaar 1517. Zyn Geslacht was aanzienlyk en van Spaansche afkomst. Vasco perez de caamans, onaangenaamheden ondergaan hebbende aan het Hof van Castilie, nam, in het Jaar 1370, zyne toevlucht tot dat van Lissabon, alwaar Koning ferdinand hem onmiddellyk tot zyden raad toeliet, en hem de heerlykheden van Sardoal, Punnete, Marano, Amendo en andere aanzienlyke goederen vereerde; een zeker bewys, dat hy een man was van hoogen | |
[pagina 219]
| |
rang en groote bekwaamheden. In den oorlog over de opvolging, welke na den dood van ferdinand uitbrak, koos caamans de zyde des Konings van Castilie, en sneuvelde in den veldslag van Aljabarotta. Maar, schoon de overwinnaar, joannes de I, een groot gedeelte van deszelfs landgoederen verbeurd verklaarde, werd de Weduw van caamans, de Dochter van gonsalo tereyro, Grootmeester der Orde van christus, en Veldoversten van het Portugeesche leger, daardoor niet genoodzaakt beneden haaren rang te leeven. Zy had drie Zoonen, welken den naam van camöens aannamen. Het geslacht des oudsten vermaagschapte zich door huwelyken met den eersten Adel van Portugal, en zelfs, volgens castera, met het Koninglyke bloed. Maar het geslacht van den tweeden Broeder, wiens vermogen gering was, had de grootere eer van den Schryver der LusiadeGa naar voetnoot(*) voort te brengen. De ongelukken van onzen Dichter begonnen reeds vroeg. In zyne kindschheid leed zyn Vader, simon vaz de camoens, Kapitein van een Schip, by Goa schipbrenk, en verloor, met zyn leeven, het grootste gedeelte van zyn vermogen. Zyne Weduw, anna de macedo van Santarene, bezorgde, evenwel, de opvoeding van haaren Zoon aan de Hooge - School van Coimbra. Zyne Werken toonen, welke gaaven hy daar verkreeg; eene grondige kennis der oude Puikschryveren, die van eene scaliger evenaarende, maar bestuurd door den smaak van eenen milton, of van eenen pope. Na het verlaaten der Hooge - School verscheen hy aan het Hof. Hy was schoon, had, zegt men, spreekende oogen, en eene fraaie kleur. Zeker is het, dat hy een beschaafd Geleerde was, het geen, gevoegd by het natuurlyke vuur en de vrolyke leevendigheid zyner gesteltenisse, hem eenen uitmuntenden Edelman maakte. Vorstelyke Hoven zyn de tooneelen van minnelisten, en de minnehandel was te Lissabon in de mode. Maar de byzonderheden der liefdesgevallen van camoens zyn onbekend. Dit alleen blykt: hy had hooger aangelegd dan zynen rang betaamde; want hy werd van het Hof gebannen, en in verscheiden zyner Klinkdichten wyt hy zyne ongelukken aan de Liefde. Hy begaf zich nu na de bloedverwanten zyner Moeder te | |
[pagina 220]
| |
Santarene. Hier vernieuwde hy zyne letteroefeningen, en begon zyn Dichtstuk over de Ontdekking van Indiën. Joannes de III wapende zich ten dien tyde tegen Africa. Camoens, zyn werkeloos onbekend leeven moede, ging op deezen tocht mede na Ceuta, en muntte, in verscheiden gevechten, grootlyks uit door zyne dapperheid. In eenen scheepstryd tegen de Mooren, in het naauw van Gibraltar, was hy, by het enteren, onder de voorsten, en verloor zyn rechter oog. Maar noch de drukte van werkelyken dienst, noch de verstroojing der legerplaats, kon zynen dichterlyken geest verdooven. Hy vervolgde zyne Lusiade, en verscheiden van zyne schoonste Klinkdichten werden geschreven in Africa, terwyl, gelyk hy het uitdrukt,
Deez' hand de pen, en die den degen hield.
De roem zyner dapperheid had nu het Hof bereikt, en hy kreeg verlof om weder te Lissabon te komen. Maar terwyl hy verzocht om eenigen post, welken hy in de gevaaren des stryds verdiend had, werd de kwaadaartigheid van booze tongen, zo als hy het noemt in eenen zyner Brieven, onrechtvaardiglyk over hem uitgegoten. Schoon de bloem zyner vroege jeugd door een verblyf van verscheiden jaaren onder de schroeiende luchtstreek van Africa verslensd was, en hy zelve grootlyks veranderd door het verlies van zyn oog, veroorzaakte zyne tegenwoordigheid ongerustheid by de Heeren van sommige Geslachten van den eersten rang, welken hy voormaals bezocht had. Minyver is de charactertrek van Spanjaarden en Portugeezen; deszelfs gevoeligheid kent geene paalen, en camoens vond het nu voorzichtig, zelve zich te bannen uit zyn geboorteland. Ingevolge hiervan begaf hy zich, in 1553, te scheep om na Indiën te vertrekken, met een besluit om nimmer weder te komen. Zo als het schip den Taag verliet, riep hy uit, met de woorden van het grafschrift van scipio africanus: Ingrata patria, non possidebis ossa mea! ‘Ondankbaar Vaderland, gy zult myn gebeente niet bezitten!’ Maar hy wist niet, welke rampen in het Oosten de gedachtenis van het land zyner geboorte zouden doen ontwaaken. Toen camoens in Indiën kwam, had men zich daar toegerust tot eenen zeetocht, om den Koning van Cochin wraak te bezorgen van de verongelykingen hem aangedaan door den Koning van Pimenta. Zonder na zyne lange reize eenige rust aan land te neemen, voegde hy zich by deeze vloot, en toonde zyne gewoone dapperheid by de verovering der Eilanden van Alagada. Maar zyn grootste roem is, misschien, zyne zedigheid. In een Klinkdicht gewaagt hy van deezen tocht: ‘Wy trokken uit,’ zegt hy, ‘om den Koning van | |
[pagina 221]
| |
Pimenta te straffen, en het gelukte ons.’ Wanneer men in aanmerking neemt, dat de Dichter geen gering aandeel had in de overwinning, kan geen Lierzang fraaier en gelukkiger dan deeze eindigen. In het volgende Jaar verzelde hy manuel de vasconcellos op eenen tocht na de Roode Zee. Hier, zegt faria, hield camoens zich bezig met zyne pen, terwyl zyn degen niet te pas kwam. En zyne werkzaamheid bepaalde zich niet tot de vloot of de legerplaats. Hy bezocht het gebergte Mont Felix genoemd, en de naastgelegen onherbergzaame streeken van Africa, welke hy zo krachtig afschildert in zyne Lusiade, en in een zyner kleine Dichtstukjens, waarin hy de afweezigheid zyner minnaares betreurt. Te Goa terug gekomen, genoot hy daar eene rust, welke hem toeliet zyne aandacht te besteeden aan zyn Heldendicht. Maar deeze heldere dagen werden afgebroken, misschien door zyne eigene onvoorzichtigheid. Hy schreef eenige Hekeldichten, welke aanstoot gaven, en werd, op last van den Onderkoning, francisco barreto, na China gebannen. Domme en onverstandige menschen hebben meer bewustheid van hunne verwarringen en misslagen dan men zich gemeenlyk verbeeldt. Als lieden van deeze soort macht in handen hebben, behandelen zy alles met groote plechtigheid; en elke uitdrukking, welke slechts van verre eenigzins strekt tot vermindering hunner waardigheid, wordt beschouwd als de grootste misdaad. Daar zy ook weeten, hoe geweldig de man van vernuft hunne belangen kan benadeelen, hebben zy van hem eenen natuurlyken afkeer, zyn zelfs ongemaklyk in zyn gezelschap, en rekenen zich gelukkig, indien zy het geringste voorwendsel kunnen vinden om hem van zich te verwyderen. In dien toestand was camoens te Goa: nooit was 'er eene schoonere gelegenheid tot Hekelschriften, dan de Bestuurders van [het Portugeesche] Indiën ten deezen tyde verschaften. Maar wat ook de voorzichtigheid van camoens in onze achting moge verliezen, zal de edelheid zyner geestgesteltenis dubbel herwinnen. Zo zeker was hy van zyne oprechtheid en onschuld, dat hy, in een zyner Klinkdichten, geene andere wraak van barreto wenscht, dan dat de wreedheid zyner ballingschap altoos in gedachtenis moge blyvenGa naar voetnoot(*). De uitmuntende gaaven en zeden van camoens bezorgden hem schielyk vrienden, schoon onder de ongenade eener bal- | |
[pagina 222]
| |
lingschap. Hy verkreeg eene bedieningGa naar voetnoot(*) op het Eiland MacaoGa naar voetnoot(†), eene Portugeesche bezitting in de baai van Canton. Hier vervolgde hy zyne Lusiade, en hier verzamelde hy, geduurende een vyfjaarig verblyf, een vermogen, wel niet groot, maar voldoende aan zyne wenschen. Don constantyn de braganza was nu Onderkoning van Indiën; en camoens, begeerig om na Goa terug te keeren, ontdeed zich van zyne bediening. Met een schip, door hemzelven bevracht, ging hy onder zeil, maar leed schipbreuk in de golf naby den mond der rivier Mehon op de kust van China. Alles, wat hy had overgewonnen, verloor hy in de golven; zyne Gedichten, welke hy in de ééne hand hield, terwyl hy zwom met de andere, waren alles, wat hy nog in zyne bezitting vond, terwyl hy, zonder eenigen vriend, stond op den onbekenden oever. Maar de inboorlingen ontvingen hem met de grootste menschlievendheid; en hy heeft, in eenen propheetischen zang, in het tiende Boek der Lusiade, hun gedrag der onsterflykheid gewyd; terwyl hy in het zevende verhaalt, dat hy den rykdom, die zyne wenschen voldeed, hier verloor. Aan de oevers der Mehon vervaardigde hy zyne schoone uitbreiding van den PsalmGa naar voetnoot(§), waarin de Jooden, met de fraaiste dichterlyke trekken, verbeeld worden als hangende hunne harpen aan de wilgen by de rivieren van Babel, en hunne ballingschap uit hun Vaderland beweenende. Hier vertoefde camoens eenigen tyd, tot dat eene gelegenheid voorkwam om hem na Goa te brengen. Daar gekomen zynde, werd hy door den Onderkoning, Don constantyn de braganza, wiens charactertrek beschaafdheid was, toegelaten tot zyne innige vriendschap, en camoens leefde gelukkig, tot dat de Graaf redondo het bewind in handen kreeg. Die te vooren de verbanning van den Hekeldichter bewerkt hadden, hielden zich stil, zolang constantyn aan het roer zat: maar nu stelden zy alle hunne konstenaaryen tegen hem te werk. Redondo geliet zich, toen hy zynen post aanvaardde, de vriend van camoens te zyn; en duldde nogthans, dat de onschuldige man in de gemeene gevangenis wierd geworpen, met de zelfde gevoellooze onverschilligheid, waarmede hy zyne afgrysselyke geestigheid tegen den Zamorim botvierde.Ga naar voetnoot(§§) Na | |
[pagina 223]
| |
alle vertraaging, door het oproepen van getuigen veroorzaakt, wederleide camoens, by een openlyk rechtgeding, ten vollen alle beschuldigingen tegen zyn gedrag, als Commissaris te Macao, en zyne vyanden werden met smaad en schande overladen. Maar camoens had eenige schuldeischers, en deezen hielden hem langen tyd in de gevangenis, tot dat de fatsoenlyke lieden te Goa zich schaamden, dat een man, van zo zonderlinge verdienste, onder hun eene zulke behandeling moest ondervinden. Hy werd in vryheid gesteld, nam het beroep der wapenen weder ter hand, en ontving de besolding van eenen vrywilliger, een character ten dien tyde gemeen in Portugeesch Indiën. Kort daarna lokte pedro barreto, tot Gouverneur van de vesting te Sofala aangesteld zynde, door groote beloften den Dichter om hem derwaards te verzellen. De Gouverneur eener afgelegene vesting, in een barbaarsch land, ondergaat eenigermaate het lot van eenen balling. En evenwel, schoon de eenige beweegreden van barreto was, in deezen onaangenaamen toestand, het gezelschap van camoens aan zyne tafel te hebben, gaf hy zich de geringste moeite niet om zynen gast het leeven aangenaam te maaken. Verdrietig over deeze behandeling, en reeds eenen geruimen tyd verlopen ziende in vruchtlooze afhangelykheid van barreto, besloot camoens na zyn Vaderland terug te keeren. Een schip, dat op zyne terugreis was, deed omtrent deezen tyd Sofala aan; en verscheiden Heeren, welken daar aan boord waren, verlangden, dat camoens met hun zoude reizen. Maar de Gouverneur poogde, onedelmoediglyk, dit te beletten, door eene schuld wegens kostgeld tot deszelfs last in te brengen. Antonio de cabral en hector de sylveyra voldeeden nogthans den eisch, en camoens, zegt faria, en de eer van barreto, werden te gelyk verkoft. Na eene afweezigheid van zestien jaaren, kwam camoens, in 1569, weder te Lissabon, reeds by zyne aankomst ongelukkig, want de pest woedde toen in die Stad, en verhinderde hem, drie jaaren lang, zyn Werk in het licht te geeven. Eindelyk deed hy, in 1572, zyne Lusiade drukken, welke hy, in het begin van het eerste boek, met eene allerschoonst inge- | |
[pagina 224]
| |
richte begroeting, opdroeg aan zynen Vorst, Koning sebastiaan, toen oud in zyn achttiende jaar. De Koning, zegt de Fransche Vertaaler, was over zyne verdienste zo voldaan, dat hy den Schryver beschonk met een Jaargeld van vierduizend Realen, onder voorwaarde, dat hy aan het Hof zyn verblyf zoude houden. Maar deeze Wedde, zegt dezelfde Schryver, werd ingetrokken door den Kardinaal hendrik, die opvolgde in de bezitting der Kroon van Portugal, welke sebastiaan verloor in den veldslag van AlcazarGa naar voetnoot(*). Deeze geschiedenis van het Jaargeld is zeer twyffelachtig. Correa en andere gelyktydige Schryvers spreeken 'er niet van, schoon sommige laateren ze geloofd hebben. Indien, evenwel, camoens een Jaargeld gehad heeft, is het hoogstwaarschynelyk, dat hendrik 'er hem van beroofde. Terwyl sebastiaan aan de Jacht was overgegeven, zat zyn Oudoom, de Kardinaal, voor in de vergadering van den Raad; en camoens raadt den Koning, in zyne aanspraak aan denzelven, waarmede hy zyne Lusiade eindigt, de Geestlykheid uit te sluiten van staatzaaken. Het was gemaklyk te zien, dat hiermede de Kardinaal bedoeld wierd. Daarby was hendrik een van die Staatsmannen, die niet kunnen begrypen, dat fraaie letterkunde der maatschappye eenig voordeel aanbrenge. En tot voltoojing van zyn character moet men 'er byvoegen, dat, onder de bekrompen inzichten, en in de zwakke handen van deezen hendrik, het Koningryk van Portugal geheel tot eenen puinhoop verviel; en by deszelfs dood, welke eene korte roemlooze regeering eindigde, werd de Kroon van Lissabon, na eene flaauwe tegenworsteling, aan die van Madrid gehechtGa naar voetnoot(†). Zodanig was de verbastering der Portugeezen; eene verbastering, welke camoens te vergeefs betreurde, en welke opgemerkt te hebben hem tot eene misdaad werd gerekend. Schoon hendrik de groote patroon was van eene soort van geleerdheidGa naar voetnoot(§), maar eene soort, welke juist het tegen- | |
[pagina 225]
| |
gestelde was van die van camoens; zeker is het, dat de Schryver der Lusiade door hem te eenemaal verwaarloosd wierd, en onder de roemlooze regeering van deezen Vorst stierf in al de ellende der armoede. Sommigen zeggen, dat hy in een Armenhuis zyne dagen eindigde. Het blykt, onderstusschen, dat hy zelfs die zekerheid niet had voor zyne nooddruft, welke deeze huizen geeven. Hy had een' zwarten knecht, die met hem was oud geworden, en langen tyd ondervinding had gehad van zyns meesters menschlievendheid. Deeze dankbaare Indiaan, een inbooreling van Java, die, volgens sommige Schryvers, zyns meesters leeven had bewaard by de ongelukkige schipbreuk, waarin deeze zyne goederen verloor, bedelde langs de straaten van Lissabon voor den eenigen man in Portugal, aan welken God de gaaven had geschonken, die strekken om den moed van een zinkend geslacht te doen ryzen. In het oog van eenen naauwkeurigen waarneemer verspreidt het lot van camoens een groot licht over dat van zyn Vaderland, en blykt daaraan naauw verbonden te zyn. De zelfde onkunde, de zelfde geest van verbastering, welke duldde, dat het leeven van camoens afhing van deszelfs aandeel in de aalmoessen, welke zyn oude gryze knecht met bedelen langs de straaten verzamelde, deed het Koningryk van Portugal verzinken tot de laagste dienstbaarheid, welke eene veroverde Natie immer onderging. Terwyl de Grooten van Portugal blind waren voor den val, welke hun dreigde, zag camoens denzelven te gemoet met eene knaagende smart, welke zynen dood verhaastte. In eenen zyner brieven heeft hy deeze aanmerkelyke woorden: ‘Het einde van mynen leevensloop nadert; de waereld zal zien hoe zeer ik myn Vaderland bemind hebbe. Ik ben teruggekomen, niet alleen om in deszelfs schoot, maar om met hetzelve te sterven.’ In eenen anderen brief, kort voor zynen dood geschreven, klaagt hy, schoon met deftigheid, in deezer voege: ‘Wie heeft ooit, op een zo klein tooneel, als myn arm bed, zulk eene vertooning van de teleurstellingen des geluks aanschouwd! En ik, als of het ongeval alleen my niet konde onderbrengen, hebbe my overgegeven en deszelfs zyde gekozen. Want het zoude wilde roekeloosheid zyn, te hoopen, dat men zo opeengestapelde rampen konde te boven komen.’ In dien ongelukkigen toestand stierf luis de camoens, het grootste letterkundige vernuft, dat Portugal ooit heeft voortgebragt, en in krygshaftige dapperheid en edelen moed niet beneden deszelfs grootste helden, in het Jaar 1579, het tweeënzestigste van zynen ouderdom, het jaar na de noodlottige nederlaag van Don sebastiaan. De wyze zyner begraafnis kwam overeen met de armoede, waarin ny was gestorven. Kort daarna vereerden nogthans veele Grafdichten zyne ge- | |
[pagina 226]
| |
dachtenis, en zyne Lusiade werd in verscheiden taalen overgezet. En hier behoort niet te worden overgeslagen, dat philippus, Koning van Spanje, wanneer hy de Kroon van Lissabon aan zich trok, ernstig deed verneemen naar den man, welken de zwakke Koning hendrik zo deerlyk had verwaarloosd. Hoorende, dat camoens overleden was, toonden beide zyn gelaat en woorden zyne teleurstelling en droefheid. Uit het geheele beloop zyns leevens, en uit den geest, welke de geheele Lusiade bezielt, blykt duidelyk, dat de moed en manieren van camoens voortkwamen uit waare grootheid en waardigheid van ziele. Schoon zyne beschaafde verkeering dikwyls door de Grooten gezocht wierd, was hy zo verre van alle slaafsheid, dat zyne onvoorzichtigheid in dit opzicht door sommigen ten hoogsten gelaakt wordt. Maar de voorbeelden daarvan verdienen geenzins de gestrenge berisping, waarmede zy door sommige Schryvers veroordeeld worden. Onbekend met het tedere gevoel van eenen camoens, wisten zy niet, dat eene zorgeloosheid omtrent de gunsten des geluks en de openhartige rondborstigheid der verontwaardiginge genoegzaam onafscheidelyk zyn van de geestdrift eener schoone verbeeldingskracht. De waarheid is, dat de man, die echten genie bezit, zyne grootste gelukzaligheid vindt in de bejaagingen en uitweidingen van den geest, en daardoor eene geheel andere wyze heeft van de zaaken te schatten, dan hy, wiens oplettendheid onophoudelyk is toegewyd aan zyn uiterlyk belang. Men heeft ook de verkwisting van camoens berispt. Had hy het vermogen verspild, dat hy te Macao verzameld had, zyne verkwisting ware inderdaad misdaadig geweest; maar [dat vermogen verloor hy door louter ongeluk, enGa naar voetnoot(*)] het blykt niet, dat hy ooit eenige andere gelegenheid had om tot eenen staat van onafhangelykheid te geraaken. Maar camoens was ongelukkig, en de ongelukkige wordt maar al te dikwyls in een ongunstig licht beschouwd. En echter, wanneer alles by elkander wordt genomen, zal het strengste onderzoek doen zien, dat de rampen van camoens de schuld en schande waren van zynen leeftyd en vaderland, niet van den man zelven. Zyne gaaven zouden in het paleis van augustus hem een aanzienlyk verblyf bezorgd hebben; maar zulke gaaven zyn, onder een ongeletterd volk, een vloek voor haaren bezitter. En met dit alles, indien hy onvoorzichtig was by zyne eerste verschyning aan het Hof van joannes den III, indien de eerlykheid zyner verontwaardiginge hem tot groote | |
[pagina 227]
| |
onvoorzichtigheid vervoerde, zo als zy zekerlyk deed, toen hy te Goa Hekeldichten schreef tegen den Onderkoning en de voornaamste daar in aanzien zynde Gothen, moet men zich ook herinneren, dat de gaaven der verbeeldingskracht der waakzaamheid van de Reden eene zeer zwaare taak opleggen. Deeze gaaven altoos te bestuuren met nimmer dwaalende rechtheid en onveranderde gevoegelykheid, eischt eene maat van standvastigheid en koele oplettendheid, welke niet altoos de verhevener talenten der ziele verzelt. |
|