Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1804

De onheilen van het Vrouwlyk geslagt, in derzelver oorzaken en gevolgen geschetst, voor hun die aan eigen geluk en dat der Maatschappy willen werkzaam zyn. Te Sneek, by C. van Gorcum, 1804. In 8vo. 58 bl.

Ene eerste proeve in enen nog jeugdigen leeftyd. Veel, zeer veel, is 'er in dit Opstel, dat behagen moet, en ons alles goeds voor het vervolg van den Schryver doet hopen. Met dat al moest de Uitgever zynen jongen Vriend de uitgave ontraden hebben: zo zeer wy toch vroege oefening goedkeuren, even zeer keuren wy het te vroeg optreden voor het Publiek af; daar de ondervinding ons leert, dat de verdienstykste Schryvers zelden zeer vroeg voor de pers gewerkt hebben. Hoezeer wy nu zelve den goeden aanleg van dezen jongen Schryver erkennen, en zyn hart hoogachten, zo menen wy, dat zyn Werkje toch on-

[p. 681]

gedrukt had kunnen blyven. Eer hebbe het hart van den Jougeling! hy gevoele geheel zyn leven even diep het lage der wellust en der verleiding! Maar waarom of menig Meisje dit zyn Boekje met een spottend lachje ter zyde legt? - God geve, dat hy, by zyne zo goede gedachten van de Sexe, gelukkig de strikken ontkome van iedere gevaarlyke en minder deugdzame verleidster! Het zy verre van ons, dat wy te streng zouden zyn by den misstap ener ongelukkig verleide; dan, als de Jongeling nog een weinig in de wereld zal hebben omgezien, vrezen wy, dat hy by de meeste bedorvene Meisjes maar al te zeer bewaarheid zal vinden het bekende van ovidius:

Viribus illa quidem victa est, ita credere oportet;

Sed voluit vinci viribus illa tamen.

De Vrouwen zyn ook Menschen; deze eer willen wy haar niet betwisten; maar zy delen dan ook in de baten en schaden, aan dezen eertytel verknocht. Onze Jongelingen maken het dikwils boos genoeg; maar wy ontmoeten toch ook nu en dan enen joseph en ene potiphera!