Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1804

Krygskundig Vertoog van de Toebereidzelen en Uitvoering van een Aanval op een Vyandlyk Land, door middel eener Landing, uit een of- en defensiv oogpunt beschouwd. Verzameld uit Krygskundige Schryvers en zaamgesteld door een Ossicier der Bataafsche Armée. Te Arnhem, by J. Moeleman, Jun. 1804. In gr. 8vo. 79 bl.

Het kan geen verwondering baaren, dat het Verslag der Landingen op de Britsche Eilanden, onlangs in 't Fransch uitgegeeven en in het Nederduitsch vertaald, by een Krygsman geene voldoening schonk, maar teleurstelling in zyne verwagting. Onder deezen behoort de Officier der Bataafsche Armée, die ons dit Stukje schenkt. ‘Hy heeft,’ zo hy schryft, ‘het gewaagd, alles, wat hier toe eenige betrekking konde hebben, byeen te verzamelen, om, zo veel mogelyk, beknopt denkbeeld te geeven van deeze zo groote als allergewigtigste Militaire Expeditie.’

In twee Hoofddeelen is dit Werkje gescheiden. Het eerste leert de middelen kennen, die 'er gebezigd moeten worden, om, met een gunstig vooruitzigt, door Landingen eenen Inval in 's Vyands Land te waagen. Dit is verreweg het breedvoerigste, en in XI onderdeelen begreepen.

Het tweede Hoofddeel dient om aan te toonen, welke middelen van Defensie, onder het bestier eener beredeneerde Krygskunde, in staat zullen zyn, de poogingen des Vyands te verydelen.

In de opgave van het een en ander kan het niet uit-

[p. 672]

blyven, of 'er komen veele algemeenheden, elk bekend, voor; doch ze zyn vry goed uit elkander gezet. Dan, ontbreekt, in 't Verslag der Landingen, het vermelden van de omstandigheden, onder welke en hoe dit geschiedde; het zou, in een Werkje als het tegenwoordige, niet onvoegzaam geweest zyn, om, niet by alle kleine byzonderheden, maar by gewigtige, met een en ander voorbeeld de gepastheid, nuttigheid of noodzaaklykheid van het voorgedraagene aan te wyzen en spreekend te staaven.

De verzogte verschooning van den Duitschen Schryver voor het gebrekkige van den styl willen wy hem gaarne geeven. By het leezen der zeer korte Inleiding hadden wy meer duisters, en een vloed van krygstermen verwagt, die ons, aan de Pen gewoon, en geheel onbedreeven in den Kryg, niet altoos even klaar zyn, en, om wel verstaan te worden, voor ons nazoeken vereischen.