Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1804
(1804)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 657]
| |
ene Barbarysche Princesse, maar werden 'er noch wyzer, noch beter door, en de lezing gaf ons zelfs geen enkel aangenaam ogenblik. Wy kennen nu toch Idalie; zodanige meisjes moest men opsluiten, indien namentlyk hare deugd niet beter bevestigd is, dan die van dit coquette, manzieke meisje; niemand toch kon haar aanzien, of hy werd ogenbliklyk op haar verliefd, en vergat ook aanstonds alle zyne verbintenissen en betrekkingen. Wy zien haar hier, in mannen en vrouwen gewaad, te water en te land, mal verliefd, voorbeeldloos onvoorzichtig, verkracht, verleid, en in velerleije verdrietlykheden ingewikkeld. Het verhaal is smaakloos, en styl en taal zyn, in deze overzetting althands, ellendig genoeg. Eindelyk steekt zy zich zelve dood, en, hoezeer wy den zelfmoord wraken, was ons dit nu toch aangenaam, omdat wy nu niets meer van haar horen zullen. De Voorredenaar meent, dat, daar het Leezen van Romanicke geschriften thands zo zeer als ooit, in den smaak der jonge lieden valt, men niet genoegzaam kan zorgen dat zy dezen hunnen smaak aan zulke geschriften kunnen voldoen, waarin niets schadelyks voor de goede zeden is aan te treffen; en daarom heeft hy dan voor de vertaling uit het Fransch van deze oorspronglyk Engelsche Roman gezorgd. Wie kan berekenen, welk een aantal soortgelyke Geschriften deze zyne zorgvuldigheid ons in het vervolg nog ter beöordeling bezorgen zal? Dit de man zich toch minder met onnodige zorgen mogt pynigen! |
|