komen) volstrekt den post van opvoeder, en de zaligheid van een kind te hebben, niet verdiende; en dat hy in het geheel den slag niet had, om enigzins het hart te openen en het vertrouwen te winnen van een beminnelyk, leerzaam kind, zich daartoe ook geheel gene moeite gaf, maar den armen jongen het onschuldigst vermaak ontzegde, en zich nimmer jegens hem als vader, maar altyd als een beul, gedroeg.
Voords is 'er waarheid in het voorstel, waarmede hier de Schryver begint: ‘Openhartige bekentenis van ene begane fout is gehele verbetering, neemt alle straf weg, en wekt ter beloning, vergeving en vergetelheid van het misdrevene op.’ Maar wy zullen ons wel wachten, om, by de opvoeding onzer Kinderen, zonder enige uitzondering, ons zo te gedragen, als ons hier geraden wordt: ‘elke fout, ze mogt ook nog zo groot, nog zo gewigtig zyn, zou door my niet berispt, niet gestraft, maar geheel vergeten worden, wanneer of voor of by de ontdekking 'er ene rondborstige bekentenis en een getrouw verhaal der omstandigheden plaats had.’ Zeer zeker is voor den Vader of Opvoeder niets wenschlyker dan de openhartigheid van zynen Kweekling; maar 'er zyn toch zeer vele andere misdaden en gebreken, die het Kind moet afleren; hoe groot ene ondeugd het liegen zy, is het toch de énige niet. By sommige Kinderen (wy weten het by ondervinding) zou zodanig ene volkomene strasloosheid in 't geheel geen nadeel doen; maar wy kennen ook Kinderen, die door dezelve, even zeker, voor de galg zouden opgroeijen, als wanneer men hun de leugen leerde kennen als ene bevryding van straf. - De Opvoeding is een zeer moeilyk werk; 'er zyn zo weinige zetregels voor allen en op allen toepaslyk. De grote kunst is voorzeker, dat het Kind den Vader nimmer miskent, maar hem, ook wanneer hy straffen moet, bemint en eert. By het ene Kind heeft men nimmer, by het andere maar al te dikwils straffen, strenge straffen somtyds, nodig, zonder dat het laatste daarom juist inwendig slegter is. 'Er zyn Kinderen, die, wanneer het openhartig belyden van hunne, in den beginne nog maar zeer kinderlyke en geringe misstappen, hen van alle straffen bevrydt, al zeer spoedig ons door openlyke en onbeschaamde ondeugd zullen doen verbaasd staan. Men is met zyne lessen doorgaans mild; en op het papier gaat de Opvoeding zeer gemaklyk!
Een leugen uit trotsheid zwaar geboet, is de inhoud van het twede verhaal. Ene zeer merkwaardige geschiedenis: ‘De ongelukkige L. arbeidde in den beginne rusteloos, maar ook by uitstek gelukkig. Ene klene, onbeduidende, door trotsheid ingegeven lengen wierd de oorzaak en eerste aanleiding van zyn ongeluk, en bragt hem eindelyk