Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1804
(1804)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijBrieven over Godsdienstige Onderwerpen en belangryke Waarheden. Te Amsterdam, by W. Brave, 1804. In gr. 8vo. 117 bl.Op zyne Overdenkingen over Godsdienstige en belangryke Onderwerpen, waar van wy, t'eenigen tyde, aankondiging deedenGa naar voetnoot(*), laat de Heer d. pigeaud Thz., door de niet ongunstige ontvangst van zyn vroeger schryven bemoedigd, deeze Brieven volgen. Behalven de Inleiding (over het belang, om over weezenlyke dingen te schryven, handelende) veertien in getal, voeren zy de volgende opschriften: Over de Menschenkennis. De aangenaamheid van eenen Hof. Over | |
[pagina 623]
| |
de Tegenspoeden. De liefde der Christenen. Over den Inhoud des Euangeliums. Jesus de opperste Koning. Jesus in de waereld gekomen, om Zondaaren zalig te maaken. Over het Gebed. Over Psalm 23. Over den staat der afgescheidenheid en der toekomste. Deugd en Godvrucht kunnen met betamelyk genot der waereld bestaan. Alles heeft zynen bestemden tyd, en het toekomende voor ons verborgen. Iets over den lydenden en verhoogden Middelaar. Iets over de werkzaamheid der ziele na den dood. Pro captu lectoris habent sua fata libelli. Dat 'er lieden gevonden worden, welke in deeze soort van geschryf smaak vinden, dunkt ons niet vreemd; even gelyk zommigen yverige volgers van Leeraaren zyn, die door anderen geschuwd worden. Wat ons aangaat, hoewel wy des Heeren pigeaud's gemoedelykheid en stigtelyk oogmerk pryzen, het zy ons vergund, ronduit te belyden, dat wy, om waare en bestendige stigting te ontvangen, meer bondigheids, meer, gelyk het de Engelschen noemen, close reasoning, voet by het stuk houden, begeeren, en ook noodig hebben; een desideratum, 't welk trouwens in meest alle schriften van deezen leiddraad ontbreekt. 't Geen wy, in den agtsten Brief, over het zalig worden der Zondaaren door jezus aantreffen, zou den Leezer, die lust hadt om het naa te slaan, tot eene proeve van dit mangel aan bondigheid kunnen dienen. De Heer pigeaud, aldaar van den toekoomenden staat der gelukzaligheid gewaagende, valt in den smaak van den vroomen Amsterdamschen Kerkleeraar Vader de haas, die in zyn bekend Boek: Nieuwe Hemel, enz. zulke zonderlinge dingen, met zyn godgeleerd vernuft, heeft voortgebragt. Aangaande het verblyf der rampzaligen in den volgenden staat, is hy van oordeel, dat men, met jacobi, de Comeeten, of, met Professor nahuys, de Planeet Mercurius, uit hoofde zyner nabyheid by de Zon, daar voor zou kunnen houden. Beter dan dit en elders ander geschryf, beviel ons, 't geen de Heer pigeaud vermeldt, aangaande de inrigting van een Bidvertrek, alwaar een Christen, die het met den Godsdienst ernstig meent, en het Gebed als een weezenlyk deel der Christelyke Godsvrugt aanmerkt, van tyd tot tyd zich in stille eenzaamheid zou kunnen afzonderen. ‘Eene stille, eenzaame afgezonderde plaats,’ zoo schryft | |
[pagina 624]
| |
de Heer pigeaud, ‘achter, boven in myne wooning zoude ik daar toe uitkiezen, en zulk een vertrek, was 't mogelyk, zoude ik daar plaatsen, waar een eenigzins ruim uitzigt was; en vertoonde(n) zich daar de velden der Natuur, was zulks des te beter. - Dit vertrek zoude ik niet zeer groot verkiezen, en zeer eenvoudig gemeubeld; - 't spreekt van zelve, dat de alles waardige Bybel 'er eene plaats in zoude hebben, ja ik zoude die op een marmeren voetstuk plaatsen, en daar tegen over een ander desgelyks steenen pedestal, met een toepasselyk zinnebeeld op het zelve, geschikt, om my de verganglykheid myner Natuur, of de behoudenis derzelver, door den Heiland, te herinneren; ik zoude de wanden versieren met toepasselyke tafereelen en opschriften; en wat was eigenaardiger, dan tegen Adams val in den Hof, de kruissiging van Jesus overgesteld? - Ook zoude de afmaaling van eenen biddenden Propheet in Babel, of van eenen ootmoedigen en berouw hebbenden Petrus, ook aldaar niet ongeschikt zyn. - De opschriften zoude ik uit 's Heeren woord kiezen. By voorbeeld: De Heer is naby allen die Hem aanroepen. - Biddet t' aller tyd. - Dankt God in alles, en, Jesus Christus is in de waereld gekomen, om Zondaaren zalig te maaken, enz. - Op de binnenzyde der deur zoude ik plaatsen de les van Jesus, Matth. VI:6. ook zoude een tafel met eenige voornaame boeken dit vertrek moeten versieren, ten einde daar van ook, in uuren van aszondering, gebruik te maaken.’ |
|