geroosterd slaapbollen-zaad, dat oudtyds, by wyze van dessert, met honing gegeeten werd; terwyl de andere uit een Varkens hielstuk bestond, gebakken in honing. 'Er werden nog andere gerechten opgedischt: ‘Dat, het welk daar in het midden staat te rooken, is de maag van een Zeug, opgevuld met een mengsel van gehakt spek, varkens-herssens, eijeren, peper, kruidnagels, knoflook, anys-zaad, wynruit, gengber, oly, wyn, en pekel. Daar, aan den regterkant, hebt gy de uijers en de pens van een' Zeug, die pas gebigd heeft, opgefruit met zoete wyn, oly, meel, lavas, en peper. Aan den linkerkant is een fricassée van slakken, gevoed of liever gezuiverd met melk. Aan dat eind, by den Heer pallet, staan flensjes, of dunne pannekoekjes, van kaauwoerde, lavas, wilde marjolyn, en oly. En hier is een paar kuikens, gestoofd en gebraaden op de wyze van Apicius.’
De Heer pallet zou de Kuikens voordienen, ‘knoopte het tafellaken onder zyn kin, en zwaaide het mes en de vork met eene byzondere behendigheid; maar, naauwlyks waren de diertjes voor hem gezet, of de traanen rolden hem over de wangen, en hy riep, met eene blykbaare misselykheid, luidkeels uit: - “Goddorie! dat is de quintessencie van een gansch rabat knoflook.” Om al evenwel den Gastheer niet te leur te stellen, of misnoegd te maaken, pakte hy met zyn voorsny-tuig een der vogels aan; dan zo als hy de holligheid geöpend had, werd hy door zulk eene uitbarsting van ondraagelyke reuken besprongen, dat hy, zig den tyd niet gunnende om het tafellaken van onder zyne kin los te maaken, wegsprong, onder eene benaauwde uitroeping, en den geheelen disch in verwarring, omstorting en verwoesting door malkander haalde.’
‘Eer pickle tyd had om zyn lyf te redden, werd hy besausd met de syroop van de Mormeldier-pastey, die, in deeze algemeene schipbreuk, tot flenters geslagen werd; en, wat den Italiaanschen Graaf betreft, hy werd overstelpt door de Zeugemaag, die, in haaren val barstende, haar kookenden inhoud over zyne beenen en dyen uitstortte, en hem zo ellendig brandde, dat hy van pyn gilde, en, met een allernaarst en akeligst gezigt, grynsde en op de tanden beet.’ Intusschen verklaarde de Dokter, dat 'er niets in de vogels was geweest, 't welk eenen gevoeligen neus kon hinderen, als bestaande het opvulsel uit een mengsel van peper, lavas en assa-foetida, en de saus uit enkele wyn en haringpekel, genomen in plaats van het vermaarde garum der Romeinen.
Op het dessert verscheen eene sjeley, zynde een mengsel van azyn, pekel en honing, tot eene behoorlyke dikte gekookt, en gecandeliseerde assa foetida; voords, tot hartlyke blydschap der Heren, zuivere olyven, in zout en water, waar by de Champagne-wyn zich recht smaaklyk drinken liet, zo dat de gasten ryklyk hun compliment maakten aan de fles; en hiermede liep dit overheerlyk gastmaal, in den smaak der Ouden, ten einde.