stel aangewend: dat alles toont de moeilykheid dier taake. Intusschen is behoefte het deel van veelen, in welke, zullen niet dezelven van elende en ontydig sterven ten prooi vallen, moet voorzien worden. Dit was ook het geval te Hamburg. De noodzaaklykheid der voorzieninge deedt op redmiddelen bedagt zyn. Onder opzigt der Regeeringe ging men penningen by de Burgery inzamelen, om uit dezelve eene kas te formeeren, dienende om noodlydenden, wien het daartoe aan lichaamskragten niet ontbrak, aan werk en brood te helpen, en de geheel onmagtigen tot eenig bedryf gepaste handreiking toe te dienen. Eene Vlasspinnery was het middel, waarvan men zich ten eersten oogmerke bediende om redenen, onder andere, dat de werkstoffen niet veel kosten, het te lyden verlies ligt is te berekenen, geene groote kunst daartoe wordt vereischt, het leeren gemaklyk valt, zwakken en sterken, oude lieden en kinderen daartoe kunnen gebruikt worden. By dit middel ter verzorginge voegde zich het liefderyk toezigt op verlaatene of vaderlooze Kinderen; alsmede het brengen van de Ouderen onder de verpligting, om hunne kinderen van zes tot zestien jaaren in de schoolen te zenden, alwaar twee derden van den tyd handwerk verrigt, en het overige derde tot leezen, schryven, cyfferen, godsdienstig onderwys en kerkmuziek besteed wordt. Om zich aangaande den staat der Armen te vergewissen, doen drie Leden van het Instituut onderzoek in hunne buurt, neemen het getal der Kinderen op, en ontvangen de berigten der Artzen wegens den staat der Zieken, en derzelver onderscheidene behoeften. Eenige
weinige trekken zyn deeze van de inrichtinge der Hamburgschen Instituuts, waar van ons plan verbiedt, zoo veel als wy zouden verlangen, over te neemen. Van den goeden uitslag willen wy, met de woorden der Rapporteurs, dit volgende mededeelen. ‘In 1792 en 93 hadden wy 't geluk 260 jonge Lieden van beiderlei Kunne te plaatsen, die eenige jaaren te vooren met vodden en ongedierte overdekt waren, een zwak gestel hadden, en in de ondeugd en ledigheid vergingen. De meesten hunner hebben zich zeer wel gedraagen; de Jongens zyn in verscheide Handwerken of ter Zee voortgekomen. Het getal der Kinderen in die Schoolen opgenomen tot 1793 was 2046.’ Eene heilzaame inrichting ten behoeve van deeze, naadat hunne opvoeding was voltooid, was het openen van Zondagschoolen voor Kinderen, die de geheele week werkten. Meisjes, die reeds als Meiden dienen, worden ook aldaar toegelaaten. Verscheiden andere inrichtingen van dit Instituut kunnen wy niet vermelden, van wegen gebrek aan noodige ruimte in ons Maandwerk. Alleenlyk willen wy nog met een woord de bronnen der penningen melden, die tot het draagen van de kosten deezer Inrichtinge vereischt worden: zy zyn, onder andere, eene vrywillige Inschryving; inzame-