Het ontwerp des Ierschen Volksopstands, ofte het geheim van de maatschappy der vereenigde Ierlanders ontdekt. Met drie uitslaande in 't koper gegraveerde Schetzen. Te Rotterdam, by J. Hofhout en Zoon. In gr. 8vo. 32 bl.
Zo lang, zo veel hebben de Nieuwspapieren ons van der Ieren Volksopstanden gesprooken, en zwygen zy deswegen nog niet, dat elk veronderstellen moet, dat de wortel diens Opstands diep schuile en deszelfs takken wyd en zyd heeft uitgebreid. Opgemelde Werkje is ingeicht om ons tot de verborgenheden deezer Opstandelingen in te leiden. Naa eene, over 't algemeen ongunstige, Characterschets der Ieren, volgt de Beschryving der Iersche Opstands-Vereeniging, welke voor de Ieren zelven een allerdiepst geheim is. - Om hetzelve te openbaaren, dient dit kleine Stukje, met drie uitslaande Plaaten, strekkende om het Geheim der geenen, die ter spreuke voeren: Eenheid, Getrouwheid, Dapperheid, Volharding en Onafhangelykheid, aan den dag te brengen.
De gewigtigste eigenschap van dit Ontwerp is, naar des Schryvers betuiging, ‘voornaamlyk hier in gelegen, dat de ziel van deszelfs werking byna nimmer zal kunnen worden ontdekt, wyl dezelve, voor verre de meeste Leden van de Maatschappy der Vereenigde Ieren zelfs, altoos een diep geheim is, en, alzo, daar uit volgende, dat dezelve Maatschappyelyke Verbintenis nooit recht zal kunnen worden vernietigd, zo vloeit wederom daar uit voort, dat zy zeer eigenaartig is gelyk te stellen met eenen duizendkoppigen Hydra, die nimmer, geheelenal, is te onder te brengen.’
Zonder de Plaaten is het onmogelyk eenig begrip te geeven van dit Ontwerp, en met dezelve is ons die verborgenheid nog niet ten vollen ontdekt. De Schryver zelve geeft te kennen, dat 'er nog veele duisterheden overblyven, en zegt ten slot: ‘Indien men nu reden mogt hebben, om zich ten uitersten te verwonderen, dat, met een zodanig Plan, het groot oogmerk nog zo dikwerf mislukt is geweest; dan zullen 'er misschien nog vry wat meer redenen van verwondering voor handen weezen, dat met een Volk zóó losbandig, zóó onkundig, zóó eigenzinnig, als het meerendeel der Ieren is, de zaak nog zóó verre gebragt heeft kunnen worden, dat men den Throon van Engeland heeft kunnen doen daveren, en - zelfs vier maanden lang de sterkste poogingen van 200,000, zo Soldaaten als gewapende Burgers, heeft kunnen tegenworstelen, zoodanig zelfs, dat men, eindelyk, nog niet zoo zeer door de Magt der Overwinnaars, als wel door Gebrek aan getrouwe Aanvoerders en behoorlyke onderwerping, is ten ondergebragt geworden.’