lyk, geldt ook omtrent het stuk, van 't welk de tytel deezes Werkjes gewaagt. Voor lang trok het Armenweezen in ons Vaderland, en met regt, de bezorgde en bekommerende aandagt van veelen. Hoe zeer is dezelve opgewekt geworden door het hoogstpryslyk voorstel van den Heere meerman, en het daar op beslootene! Regttydig verschynt derhalven deeze arbeid van den Heere van leyden van westbarendrecht, en wy haasten ons om denzelven aan onze Landgenooten bekend te maaken.
Wie eenigzins gemeenzaam is met de, in de laatste jaaren, uitgekomene geleerde en boekbeoordeelende Tydschriften, in Engeland, weet, hoe groot een aantal den Armenstaat ten onderwerpe hebben, en hoe veel daar uit voor den opmerkzaamen en oordeelkundigen, met de noodige veranderingen, voor dien Staat in ons Vaderland, welke zo zeer om verbetering roept, te leeren en te ontleenen valt. Van deeze waarheid kan het voorhanden zynde Stukje ons een volledig bewys opleveren.
De vaderlandlievende Schryver opent hetzelve met Algemeene Aanmerkingen over den Armenstaat in de Bataafsche Republiek, welke eere doen aan zyn verstand en hart; stelt zyne opgeklaarde gedagten voor, over Commissien tot derzelver herstel en verbetering, en geeft ze ter nadere overweeging en beoordeeling over aan de zodanigen, die in eenige betrekking voor de Armen moeten zorgen. Dezelve zyn kort, bondig, en verdienen aller aandagt. Hy merkt voorts op, dat, het zy dergelyke Commissien worden ingevoerd, of niet, het ten minsten nuttig is voor de zodanigen, die de zorg over de Armen hebben, bekend te zyn met het geen in andere Landen plaats heeft. In Frankryk oordeelde men zulks noodig. Onder de Werken, in het Fransch overgezet, behoort dat van den Heer tho. rüggles, Lid van de Maatschappy voor de Oudheden, en Vrederechter voor de Graafschappen van Essex en Suffolk, onder den tytel: Geschiedenis der Armen, derzelver Rechten, Pligten, en de Wetten daaromtrent gemaakt.
De Brieven van rüggles, ten getale van zes - en - vyftig, gaan van het Jaar 1791 tot het Jaar 1797. Derzelver Vertaaling, in het Hollandsch, gelooft de Schryver, dat met genoegen zou ontvangen worden, door hun, die zich gaarne met dergelyke onderwerpen bezig houden; maar teffens, dat een Uittrekzel van een uitgebreider nut zal zyn. Hier mede hadt hy zich in vroegeren tyde bezig gehouden, en deelt, het geen hy daaraan arbeidde, thans mede.
Dit Werk viel in de rechte handen; daar de Uittrekzels vervaardigd werden door een Heer, die gelegenheid gehad heeft, veel te verneemen, betrekkelyk het Armenweezen en Armenbestuur in ons Vaderland, - die zyn onderzoek deswegen blyft