‘Eene voorstelling van het gebouw, de stalling, schuuren en verdere verdeelingen, afzonderingen, noodwendige vertrekken, ter beoeffening der Vee-Artzeny.’ - 3o. Overweegt de Schryver, ‘hoedanig het bestuur en de uitoeffening der Vee-Artzeny behoorde geregeld te worden, mitsgaders de vermogens, pligten en diensten, die 'er in de verschillende Leeraaren, Handlangers, Stal- en Boeren-Knegten, elk in zyne taak, vereischt worden, en wyders wat een iegelyk hunner te doen staa.’ Laatende hy voorts ‘alle huishoudelyk Bestuur, als buiten zyn bestek liggende, geheel en al berusten;’ waarby hy egter verklaart, ‘des gevergd, wel eenig Ontwerp daaromtrent in zyn denkbeeld te hebben,’ hetgeen, om verschillende redenen, naar zyn gevoelen, zeer aanneemelyk zoude weezen; op welk alles dan nog volgt een zoogenoemd byplan, of voorstel tot eene Fundatie-stichting, om jonge lieden tot de Veterinaire op te leiden; alsmede een soort van Naschrift, ons berichtende, dat de vermelde Maatschappy den Schryver het Honorair Lidmaatschap heeft aangeboden, enz.
Dat de bewerking van de gemelde pointen, hoewel 'er verscheide weetenswaardige en belangryke aanmerkingen in voorkomen, echter op eene langdraadige wyze is geschied, - dat men hier een aantal zaaken moet leezen, die met het behandelde onderwerp niets gemeen hebben, en op zommige van welke vry wat te zeggen zoude vallen, - en dat de Heer berkhey, eindelyk, niet vergeeten heeft, byna om de andere bladzyde, aan zyne talenten, aan zyne bemoeijingen, ja zelfs aan zyne styfhoofdigheid, veele complimenten te maaken; dit zal niemand bevreemden, die met den schryftrant van dien Heer eenigzins van naby bekend is, en welke hem indedaad ook zoo zeer eigen geworden is, dat hy daaromtrent niet meer vatbaar voor verbetering schynt te zyn; waarom wy dan ook alle aanmerkingen van dien aart liefst met stilzwygen voorby gaan, en alleen by het weezenlyke der zaake een weinig zullen blyven stilstaan. Hieromtrent moeten wy dan met een woord zeggen, dat de Heer berkhey geenzins tot den waaren geest van dit gewigtig onderwerp is doorgedrongen. - Datgeene immers, 't welk in het algemeen onder de Vee-artzenykunde begreepen wordt, moet uit twee verschillende oogpunten beschouwd worden; in de eerste plaats als een Tak van Oeconomie, van Landbouw;