digheden willende verryken, heeft het spoor betreeden, door den Maagdeburgschen Kerkleeraar j.f. koch hem aangeweezen, met weglaating van het plaatslyke van het oorspronklyke, en toepassing ten gebruike des Nederlanders. Het plan van dit Werkje, zoo als de Heer oling in zyn Voorbericht het aankondigt, houdt in, ‘om de Leermeesters der Cyfferkunst - eene menigte van stoffen aan de hand te geeven, om in hunne Leerlingen van tyd tot tyd een nieuwen lust en genegenheid tot deeze oeffeningen op te wekken, en aan te toonen, hoe dat men, zelf de eerste beginzelen der Rekenkonst op eene menigte van zeer nuttige onderzoekingen kan toepassen - om den aandacht der Leerlingen onder het werktuigelyk rekenen aangenaam bezig te houden; hun op deeze wyze veele weetenswaarwaardige dingen mede te deelen, en gelegenheid te geeven tot belangryke gesprekken met den Leermeester over veele gewigtige en nuttige onderwerpen, - en eindelyk, om zelf den zulken, welken de Arithmetische Oeffeningen juist niet meer benodigd zyn, eene verzameling van zulke voorstellen te geeven, die in het daagelyksche leeven nodig en in de gezellige verkeering niet minder nuttig dan aangenaam zyn.’ Ter bereikinge van de opgenoemde oogmerken dunkt ons het plan niet kwaalyk te zyn uitgekozen, en boven dat der gewoone Rekenboeken verreweg den voorrang te verdienen, als, meestal, voorstellen behelzende, in welke de leerling geen ander belang stelt, dan dat zy hem tot werktuigelyk rekenen aanleiding geeven; terwyl hier, daarenboven, door het opzamelen van kundigheden, elk voorstel belangryk wordt.
Het tegenwoordige Stukje bevat alleenlyk de zoogenaamde Vier Speciën in gelyknaamige getallen, zullende de volgende Stukjes behelzen de Speciën in ongelyknaamige getallen, de gewoone en decimaale Breuken, de rechte, verkeerde en zamengestelde regels van Drieën, den Kettingregel, de Allegatie, enz. Op elk der voorstellen zyn de antwoorden agter het Werk afzonderlyk gedrukt.
Ziet hier een voorstel uit de Optelling: ‘De, door deszelfs groote geleerdheid, alom vermaarde hugo de groot, de roem van zyn Eeuw en sieraad van zyn Vaderland, wierd te Delft in het jaar 1583 gebooren; - was 36 jaaren oud toen hy tot eene eeuwige gevangenis op Loevestein wierd verweezen, waaruit hy na verloop van 2 jaaren door de schranderheid van zyne huisvrouw en dienstmaagd in een boekenkist ontkwam. - Hy leefde naa dien tyd nog 24 jaaren buiten lands, en stierf te Rostok, van waar zyn lyk naar het Vaderland gebragt en te Delft begraaven is. - Zynde hem aldaar naa verloop van 136 jaaren een deftige Graftombe gesticht. - In wat jaar