len, in het welk hy gepoogd heeft, van alle de pligten, kundigheden en diensten, die in de onderscheiden rangen gevorderd worden, een algemeen denkbeeld te geeven; terwyl hy alle mogelyke gevallen, in welke een Cavallerist komen kan, in eene systematische orde gerangschikt heeft, opdat men aanstonds de voorschriften, die men noodig heeft, zou kunnen vinden. Daar het oogmerk van den Schryver geweest is, alleen een Handboek der voornaamste hoofdzaaken te geeven, raadt hy de eenigzins gevorderden, dit Werkje met wit papier te doen doorschieten, om, by de minst uitgebreide stellingen, de waarneemingen aan te tekenen, die zy van anderen mogten hooren, of zich door leezen eigen maaken: ten welken einde, achter iedere Afdeeling, eenige der voornaamste Schryvers worden aangehaald, welke zy, met het grootste nut, kunnen gebruiken.
Daar dit Werkje voornaamelyk ten dienste van Cadets, Onder- en Subalterne Officieren, geschreeven is, heeft de Schryver zyne taak op de minst kostbaare wyze uitgevoerd. Zo veel wy de door hem voorgestelde en behandelde zaaken hebben kunnen nagaan, komt de uitvoering van zyn Plan ons uitmuntend voor, en ten vollen geschikt, om de eerstbeginnenden tot een behoorlyk Examen voor te bereiden, en hun verder de noodige kennis te bezorgen, om zich, in den Velddienst, naar behooren te gedraagen: terwyl Officieren van hooger vang en meer kundigheden van dit Stuk gebruik kunnen maaken, om hetzelve tot een grondslag te doen verstrekken, om volgens denzelven hunne denkbeelden te schikken en verder tot volkomenheid te brengen.
Om uit dit Werk iets, tot eene proeve van de manier van stellen en behandeling des Schryvers, over te neemen, hebben wy uitgekoozen zyne aanmerkingen over het beslaan der paarden. - ‘Een hoofddeel der kennis van de behandeling van paarden is die van het beslag, waarby waar te neemen is: 1.) Dat zulks op zyn tyd geschiedt, te weeten, alle 6 of 8 weeken, en dat, wanneer een yzer los geraakt, of te kort voor den voet wordt, men het verlegt, waar by de Vooryzers, indien zy nog goed zyn, achter komen.
2.) Dat het yzer naar den voet van het paard geschikt is, en wel past: hetzelve moet zo ligt als mogelyk, van goed taai yzer gesmeed, en de Kalkoenen eer breed, dan te hoog, wezen; de Nagels moeten taai