Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1803
(1803)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 546]
| |
sche zyde van den Crimschen Bosphorus, werden in February des Jaars 1794 verschrikt door een Volcaan van eene nieuwe soort, welke op het onverwagtst ontstondt op een Berg, Kakou-Oba geheeten, gelegen aan het Noorden van de Golf Taman. De uitbarsting ging vergezeld van een geraas als dat des donders, een dikken rook, en vuurgloed, 't welk omtrent een half uur aanhieldt, niet ongelyk aan een kunst-vuurwerk, Gerbe door de Russen geheeten, en dikwyls by hun, op openbaare Feesten, vertoond; doch alles op eene veel grooter schaal. De rook, egter, en het opbruischen van stoffe, nu en dan met uitbarstingen, hieldt aan tot den volgenden dag; wanneer, in stede van Lava, de gewoone uitvloeijende stoffe van andere brandende Bergen, een groote stroom zoute modder te voorschyn kwam, en ter zyde van den berg af in de vlakte daar beneden stroomde, in zes onderscheide kanaalen loopende, van drie tot vyf roeden diep, maakende met elkander omtrent honderd duizend vierkante vademen. In de maand July waren alle deeze zes stroomen droog aan de oppervlakte, welke oneffen was en geborsten, even als een kleigrond in den zomer. Wanner Dr. pallas in die maand deeze plaats bezogt, was de mond geslooten met droogen modder, zo dat men 'er veilig over heen kon gaan; schoon men een schrikverwekkend kooken hoorde in de ingewanden des bergs; ten duidelyken blyke, dat alles binnen zo bedaard niet was als buiten. De modder, uitgeworpen door deeze en alle de andere heete bronnen, zo talryk op het Eiland, is een losse klei van eene aschgraauwe kleur, gemengd met blinkende deeltjes van mico, en brokjes van mergelagtige, zandige en kalkaartige scistus, in eene kleine hoeveelheid; deeze schynen van de bedding boven den vuurmond in het opwaards gaan afgebroken: terwyl eenige schitterend gecrystalliseerde vuursteenen toonen, dat de hette, aan de beddingen, waar in deeze gevonden worden, toegebragt, niet zeer sterk was; en in de daad, de opgeworpene stoffe was enkel warm, en niet kookend heet, zo als men uit de vertooning des verschynzels zou verwagt hebben: weshalven de vlam, die zich in den aanvange vertoonde, eigenlyk niets meer geweest is, dan ontvlambaare lugt, of gas, in zouten modder veel voor- | |
[pagina 547]
| |
handen, en die de uitbarsting schynt veroorzaakt te hebben. Elke omstandigheid, elk verschynzel, by dit zonderling slag van Volcaan, loopt zamen om te bewyzen, dat het middelpunt der werking beneden den grond der zee was. En Doctor pallas waagt de volgende gissing over dit onderwerp. - De veelvuldige bronnen van Naphta, of Petrolium, op dit Eiland, en op het Schier-eiland Kerch, zo veelvuldig, maaken het waarschynlyk, dat eene bedding van Kool, verre beneden de oppervlakte der aarde liggende, zints eenige Eeuwen gebrand heeft, en zeer mogelyk de oorzaak is van den damp, die Taman, by stil weêr, zo dikwyls overdekt. Wanneer, derhalven, de Zee, (zegt pallas) door eenige oorzaak, ingang vindt in deeze brandende holten, is het eigenaartig te veronderstellen, dat zulks veranderd zal worden in damp, die, met de ontbrandbaare gas, door de bovenste beddingen moet heen dringen, om ruimte te vinden in de open lugt. De opening eens gemaakt zynde, zal de elastike gas in den modder (welke pallas denkt, dat alleen een mengzel is van koolasch, joodenlym en zeewater) het doen opbruischen en overloopen: terwyl de hooger liggende beddingen, by de eerste uitbarsting verstrooid, moeten nedervallen in den kookenden mond, om de hoeveelheid der uitgebarste stoffe te vermeerderen, tot dat de toevallige oorzaak ophoudt, die het geheele verschynzel deedt gebooren worden. | |
Tartaarsch paleis.In een der schoonste oorden van Taurida werd, door de geheime bestellingen van potemkin, om catharina de II te verrassen en voldoening te schenken, wanneer zy de reis deedt om deeze nieuw aangewonne Landen haarer Heerschappye te bezigtigen, als 't ware een Toverpaleis opgerigt. Prins potemkin volgde hier in het voorbeeld van vroegere Russische Hovelingen, zints lang beroemd van wegen dusdanige bedryven van Galantery, ten gevalle van hunne Vrouwlyke Souverainen. Zo vondt, by voorbeeld, de Keizerin elizabeth, te Moskou, al het huisraad en al de opschik van haar Paleis veranderd, | |
[pagina 548]
| |
gedurende den langen Kerkdienst op Paasch-zondag; en het geheele Corps Diplomatique liep in verwarring en verbaasdheid rond, om de plaats te vinden, waar zy gewoon waren de opwagting te maaken by haare Majesteit, als zy uit de Kerk terug kwam. De Ceremoniemeester hadt zorg gedraagen niet by de hand te zyn, om de verwarring te vermeerderen. Het zelfde houten Paleis afgebrand zynde, terwyl elizabeth zich te Moskou onthieldt, werd het geheel herbouwd, heerlyk verguld, beschilderd, kostbaar behangen, en met huiscieraaden voorzien; alles was, in zes weeken tyds, veel heerlyker en pragtiger dan te vooren. Men weete, dat geheel volkomene houten huizen te Moskou gereed gemaakt, oogenbliklyk door een aantal manschap en paarden vervoerd, en als by betoovering zamengevoegd worden; ten minsten men zou overal elders, dan in Rusland, zulk een denkbeeld vormen. Alles, wat ten inwendigen opschik diende, werd in alleryl van Petersburg, Riga, Archangel enz. aangevoerd, om dit Paleis pragtiger dan het oude te verderen. - Zodanige gevallen vertellen zommige oude Hovelingen van elizabeth, nog in leeven. Zy voegen 'er een derde by, hier in beitaande, dat een Schipbrug, Sampson geheeten, over een arm van de Neva, naby Petersburg, geslaagen werd in éénen nagt, terwyl dezelfde Vorstin een bezoek aflei te Pergula, het Landgoed van den Graaf shuralow. Een gelukkige inval van aangenaame verrassing voor de Vorstinne: naardemaal men, zints dien tyd, alle zomers dusdanig een brug aanlegt, tot groot gemak voor de nieuwe Hoofdstad. Maar, om weder te keeren tot het Toverpaleis, waarvan ik begon te schryven, en 't welk een was van die heimlyk vervaardigde op dit Schier-eiland door Prins potemkin, om de Keizerin te verrassen in den ouden styl der Russische galantery. Catharina, hier aankomende met een gedeelte van haar Hofgezin en eenige Ministers van vreemde Hoven, stondt niet weinig verbaasd, een groot en fraai Keizerlyk verblyf gereed te vinden om haar te ontvangen op een zo verrukkende plek gronds: terwyl de lugtige en ongeregelde gedaante, daaraan gegeeven, om den Tartaarschen styl te volgen, niet weinig toebragt tot het vermeerderen van de nieuwigheid des tooneels. | |
[pagina 549]
| |
Huwelyks- en begraafenis-plegtigheden.De jalousy der Oosterlingen, die den voorgevelder Taurische huizen na de binnenplaats in stede van na de straat gekeerd heeft, en de Jufferschap verpligt om het huisgedierte op de binnenplaats, in stede van de Menschen, die buiten gaan, steeds te zien, heeft nog meer dan dit hier te lande gedaan; teffens het gelaat der Schoonen met een sluier bedekkende, en alles, wat deeze betreft, als omwindende met al wat bedekzel mag heeten; zodanig, dat alles, wat de Sexe betreft, eene verborgenheid is. Zy vinden zich opgeslooten in een Haram, alwaar de toegang alleen openstaat voor haare Heeren en Meesters, die, in den letterlyksten zin, deezen naam alhier mogen draagen; schoon wy wel eens lachende onze Mannen met die naamen bestempelen. Zommigen zeggen, dat de Huwelyken in den Hemel geslooten zyn. Gelukkige stelling voor een Inwoonder van Taurida, die nimmer zyne Bruid ziet voor dat de Huwelykstoorts ontstooken is: zo dat, ware het niet door de vriendlyke tusschenkomste van eene deftige Matroone, of Koppelaarster, (de Pronuba der Ouden) die het voorregt heeft om de Bruid te bezigtigen, een Man de Grootmoeder, in stede van de Dogter, zou kunnen trouwen. Wanneer een Minnaar op die wyze kundschap gekreegen heeft wegens eene huwbaare Dogter, maakt hy zyne opwagting by den Vader (want de Moeder is even onzigtbaar als de Dogter) en wordt het eens over den prys, voor zyne Vrouwe te betaalen, op de wyze der Ouden: 'er wordt eene Koe, of een grooter of kleinder aantal Schaapen, naar den staat der partye, aangebooden. De Iman, of de Priester, zegent dan, zonder eenige verdere plegtigheden, het Huwelyk in, en de Egtgenoot neemt zyne Schoone, op het goed geloof en den smaak der Taurische Pronuba, na huis. - De nieuwgetrouwde onthaalt zyne Metgezellen en Vrienden op Tabak, Koffy en Serbet, by deeze heuchlyke gelegenheid; doch alles geschiedt voor de deur van het huis, dat het voorwerp zyner nu jaloursche zorge besluit. Ziet men de Leevenden op de straaten van dit Schier- | |
[pagina 550]
| |
eiland met eene groote deftigheid en staatlykheid wandelen; de Dooden worden, in tegendeel, met de grootste haastigheid ter aarde gebragt. Wy woonden zulks by, en moesten, om de begraafenis te zien, uit al onze magt loopen, om deeze Scythische Lykdraagers by te houden. Zeer stonden wy versteld op het verneemen dat het de naaste Bloedverwanten des overledenen waren, die hem met zo veel spoeds ten grave droegen als vreesden zy voor diens wederbekomen. Deeze uiterste spoed, met welken men de Mahomedaanen begraaft, binnen de twaalf uuren naa derzelver afsterven, volgens volstrekt bevel van den Propheet, kan den oorsprong ontleend hebben van de hitte der lugtstreeke, waarin hy predikte en zynen Leerlingen Wetten gaf; en ik denk, dat de wasschingen, de omwindzelen en reukwerken, welke hy by die gelegenheden heeft voorgeschreeven, deeze gissing bevestigen. De kist was overdekt met een eenvoudig kleed, en alleen vercierd, als dit den naam van cieraad mag draagen, met een stuk zwarte zyde, waar op plaatzen uit den Koran geborduurd waren: men vermeldde ons, dat dit een stuk was van een gewyd Kleed van Mecca, van groote waarde geschat onder de Mahomedaanen. By deeze begraafenis waren geen flambouwen, kaarssen, reukwerken, of liederen; men zag geen betraand oog, men hoorde geen zugt, ja zelfs geen rouwgewaad deedt zich op. Geene gebeden werden by het begraaven uitgestort; maar het lyk in het graf zynde, hurkte de Iman ter zyde van het graf neder, om zyne gebeden uit te storten: myns bedunkens was dit tydstip welgekoozen; dewyl het lyk wel met aarde overdekt zynde, noch de Iman, noch de Begraavers eenig gevaar liepen van de schadelyke uitvloeizels des lyks, in zulk een heet gewest. |
|