Gadelooze spotterny van den atheist, mr. Tilly.
(Uit john britton's en edward wedlake brayley's Beauties of England and Wales.)
Volgens Mr. glipin's verhaal, in diens Observations on the Western Parts of England, geeven gemelde Schryvers, te Pentilly Castle gekomen, deeze byzonderheden van den voormaaligen Bewooner deezes Kasteels.
Mr. tilly, in vroegeren tyde Eigenaar van Pentilly House, was de vermaardste Atheist der laatst verstreeke Eeuwe. Hy was een man van vernuft, en hadt in gereedheid alle de spot- en smaadredenen tegen den Godsdienst en de Heilige Schrift, zo geschikt om losbandigheid en dwaasheid aan den dag te leggen, en een ydeltuitig hart te vermeesteren; doch die hoogst aanstootelyk zyn voor Mannen van verstand, welke ook voor het overige hunne denkwyze moge weezen; en die nooit het onderzoek der waarheid beoogen, en ook nimmer daartoe opleiden.
Het schitterende van Mr. tilly's vernuft (mag ik het dien naam geeven) voerde hem eenige schreeden verder, dan wy voorbeelden vinden in de Jaarboeken der Spotteren met den Godsdienst. Over 't algemeen vergenoegt zich de zogenaamde geestige Atheist, met zyne Tydgenooten op zyne wyze te onderhouden; maar Mr. tilly wilde daarin de Naakomelingschap doen deelen. Met dit oogmerk, en om de Opstanding uit den Dooden te bespotten, verpligtte hy de Volvoerders van zynen Uitersten Wil, om zyn Lyk, in zyne gewoone kleeding, en in zyn leuningstoel, te plaatzen op den top van een heuvel, een tafel voor hem te zetten, met vlessen, glazen, pypen en tabak. Dus nedergezet, moest hy beslooten worden in een Tooren van door hem opgegeevene afmeetingen, waarin hy, naar zyn zeggen, die gebeurtenis gerust zou afwagten.
Dit alles werd volvoerd, en de Tooren, nog diens Lyk insluitende, staat als een gedenkteken van 's Mans alles overtreffende Godloosheid en Spotzugt. Het Landvolk schrikt om 'er voorby te gaan.
- Religio pavidos terrebat agrestes
Diva loci: - sylvam saxumque timebant.
De Godsdienst jaagde den beängsten boeren der plaatze vreeze aan - zy waren bang voor bosschen en steenen.