Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1803

[p. 513]

Dissertatio Medica de Belladonna, &c. Dat is: Geneeskundige Verhandeling over de Belladonna, aanwyzende de vergiftige Kragten derzelve, en de Geneeswyze, met zeven Gevallen bevestigd: onder den Hoogleeraar E.J. Thom. a Thuessink, te Groningen, in 't openbaar verdedigd, door Jacobus Munniks, op den 11 Juny 1803. In 4to. 66 bl.

De jeugdige Schryver deezer zeer wel gestelde Verhandeling is de Zoon van den beroemden Groninger Hoogleeraar w. munniks. De aanleidende oorzaak tot dezelve was eene onvoorzichtigheid van een knegt des Groninger Kruidtuins, die een aantal afgesneeden struiken deezer plant, met rype bessen beladen, op een misthoop buiten den tuin had gebragt, waardoor eenige kinderen, door de schoonheid deezer glansryke bessen aangelokt, van dezelve hadden geëeten, en niet lang daarna door de gewoone toevallen wierden aangetast, in meer of minder graad, naar gelange van de jaaren, en van de menigte der gegeeten vruchten.

De Schryver verdeelt zyne Verhandeling in vier Hoofdstukken, in wier drie eerste kortelyk wordt gehandeld over de natuurlyke geschiedenis deezer plant, haare geneeskundige eigenschappen, en haaren vergiftigen aard; terwyl in het vierde Hoofdstuk de hier waargenomene gevallen uitvoerig worden medegedeeld, zo ten opzichte der Toevallen, als der Geneeswyze, die voornaamelyk bestaan heeft in het toedienen van braakmiddelen, zagte purgeermiddelen en clysteeren; voorts in het ruim gebruik van zuuren, uit het groeijend Ryk; voornaamelyk van Azyn, 't geen voorzeker, in deezen, veel te verkiezen is, boven het Heulzap, ook in deeze zoort van Vergiftiging, door hahnemann, onzes achtens, zeer te onpas, aangepreezen. Met recht zegt de Heer munniks, p. 58. ‘Voorts schynt, boven alle andere middelen, die in staat zyn, de kragten van dit gevaarlyk vergift te breeken, zo veel zulks tot hier toe bekend is, het groeijend zuur van den Azyn, met Honing, of met iets anders, naar den verschillenden smaak, gemengd, zeer vermogend en aanpryzenswaardig te zyn.’

Hoe groot ook het vergift deezer naar krieken gely-

[p. 514]

kende bessen moge zyn, kan men echter niet ontkennen, dat dezelve zomwylen, in anderzins ongeneezelyke ziekten, van dienst zyn geweest. De Vader onzes Schryvers heeft daar van, volgends zyn Ed. bericht, met vrucht gebruik gemaakt in een hardnekkig Rheumatisch gezwel. Insgelyks verzekert hy, dat de Hoogleeraar thuessink daardoor meermaalen de Melancholia Maniaca der Kraamvrouwen geneezen, en ook twee lieden gered heeft, die, door eene te groote zamentrekking der Iris, blind waren geworden.