Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1803

Godvruchtige Bedenkingen over het Onze Vader, door P. Schouten, Roomsch Priester en Pastoor te Alkmaar. Te Amsteldam, by P. van Buuren, 1803. In gr. 8vo. 114 bl.

Deze godvruchtige Bedenkingen van den Eerw. schouten zyn Leerredenen, op de vier Zondagen van den Advent gehouden, waarin de yvervolle Roomsch Priester en Pastoor zyne Geloofsgenooten, op eene lofwaardige wyze, heeft willen voorlichten, omtrent den zin en de meening van 't allervolmaaktste Gebed, 't geen men, in de Roomsch Katholyke Kerk, by de uitoefening van den Godsdienst, gewoon is in de Latynsche taal te gebruiken. Door de uitgave van deze Kerkredenen, heeft hy ook iets willen toebrengen, om zyn Kerkgenootschap te ontheffen van den blaam van onredelykheid, dien men hetzelve opgelegd heeft, omdat by hetzelve de dienst der Misse, de Vesperen, de Lofzangen, de bediening der Sacramenten, de uitspreeking van Zegeningen, en dergelyken, in de Latynsche, in de Grieksche en Hebreeuwsche taalen, verricht worden, welke zeker, aan het grootst gedeelte van het gemeene volk, vreemde taalen zyn, die zy niet verstaan. Hy verdedigt, in de Voorrede, dit oud gebruik als nuttig, en voor niemand nadeelig. Nuttig, omdat daardoor de volmaaktste eenigheid der Geloovigen uit alle Landen, ook in de openbaare uitoefening van den Godsdienst, in hunne Gebeden, Lofzangen enz. onderhouden, en alle verbastering derzelven voorgekomen wordt; en voor niemand nadeelig,

[p. 456]

omdat alle die Gebeden, Lofzangen enz. voor de Geloovigen, van elk der verschillende Landen, in hunne byzondere taale zyn overgezet, en ook voor zulken, die niet kunnen leezen, volgends het bevel der Kerke, zoo dikwyls worden uitgelegd, dat allen, welke deze onderwyzingen willen in acht neemen, die Gebeden en Lofzangen, niet alleen met den geest, maar ook met het verstand, kunnen medebidden en zingen, en dus, met stichting van hun gemoed, op dezelven Amen zeggen. Is 't mogelyk, dat iemand, wien men geene geringe maate van scherpzinnigheid en gezond oordeel moet toekennen, nog in dezen tyd, met zoodanige onnozele voorspraak van een onverdedigbaar gebruik, durft voor den dag komen! Wie zou niet den eerlyken voorstander van de eer van zyn Kerkgenootschap pryzen, die, geen kans ziende om het afgeschaft te krygen, 'er zich alleenlyk, by alle gelegenheden, op toelegt, om, door gepaste onderwyzingen, het nadeel, zoo veel mogelyk, te verminderen? Tot zoodanig gebruik kunnen ook deze Leerredenen van den Eerw. schouten, by zyne Geloofsgenooten, van dienst zyn.